N°. 2708.
Zaterdag 14 April.
1906
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
LLE.
Meisje.
iffie.
Eerste Blad.
Rotterdam.
bode
t.
MEER
EN.
bode.
INVOERRECHTEN.
ist!
p
Gemeenteraad van Schoonhoven.
tur
jde
van
n de
erkGroen-
Ugbaar
verai
dat
S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven,
UlTGEVE BS.
LI A/D IJskl;
I Slikdrbcht;
3TRBCHT
rouDi.
Tan den boekhc
80, zijnde het I
-T 122
ieuwen
ende kwellingen.
tdeljjk of met Mei
'DE, G. G.niet be-
C. AALDIJK, in
blaa.
is ge-
_lrag per
ital der by de
uitbestede
SCHOOfflöVÏNSCHÏ WW
Dea« (fewrant bestaat uit 0 Bladen.
ten is
lechts
iver de
-J ge-
t op eene bereke-
iri—October 1905,
.et ten grondslag
van het opmaken
>p 17142 en dat deze
zal opbrengen f 6000.
de goedgekeurde
aan de
rkomen
m» j. M. J.
B. Hoek
zoo'n college kan zeg-
men het er mede doen en wij
ordelik.”
spreken ook
de goedkeurii
•pik vraagt een
niet boven 16 jaren.
tersoon.
irwedde van den boekhou-
m op f 80, zjjnde het be-
tegenwoordigen titularis
loten;
geen bezwaren tegen goed-
hierin kan gelegen zyn, dat het ge-
wx subsidie tot sluiting der begroo-
f 3200 wordt geraamd;
mn college alzoo geen termen aan-
icht tot handhaving van het onder-
Er zijn maar
geen nieu
aan te stellen.
Is Van Wagtendonk
i en het hoofd der school
tan een plaatsvervanger
i zou er dus geen
ig later te verleenen
IJsml;
ltmr;
Jorma;
it, Boveneinde
Noordiloos
udkram;
.AMD;
IIKIIRI a/D IJ.
b L«;
[oordrbcht;
.AMD;
ASSIRDAM
.ASSKRDAM.
IRM
dus te beslis
goedkeuring
loting zooals
vastgesteld
inspecteur of diens plaatsvervanger wordt
overgebracht de bevoegdheid van den direc
teur dar invaerreehten, om op verzoek van
den aangever de waarde der goederen vast
te stellen op een lager bedrag dan door
den visiteerenden ambtenaar daaraan is toe
gekend. Deze overdracht vindt ook daarom
geen bezwaar, omdat bij de beslissing van
den directeur toch het advies der provin
ciale inspecteurs in acht genomen wordt.
De volgende wijziging is ook een vereen
voudiging. Is de hoeveelheid der goederen
te laag aan gegeven, dan wordt dit feit tot
dusver behandeld als een afzonderlijke over
treding, tegen welke een bekeuring wordt
aangewend, die den dader een vervolging
door den strafrechter op den hals haalt. In
het ontwerp is voorgesteld de gedeeltelijke
verzwijging te straffen met de betaling van
bet dubbele invoerrecht over het verschil
tusschen de definitief vastgestelde waarde
van de bevonden hoeveelheid en de aange
geven waarde.
Een belangrijke toevoeging eindelijk be
treft de factuur, die, naar men zou meenen,
groote diensten kan bewijzen tot staving
van de juistheid der aangifte. Ja, mits ook
gewaarborgd zjj, dat deze betrouwbaar is.
Maar gevallen van een fictieve factuur, aan
de goederen toegevoegd met het bepaalde
doel de ambtenaren te misleiden, zijn niet
zeldzaam, en daar zfjn processen uit voort
gevloeid. Nu beeft echter de Hooge Raad
bij arrest van 27 Juni 1904 uitgemaakt, dat
een factuur niet behoort tot die „geschriften,
bestemd om tot bewijs van eenig feit te
dienen”, bedoeld in art. 215 van het Wetboek
van Strafrecht. Dus, deze misleiding is op
zichzelf niet strafbaar, maar daarmede ver
valt ook de waarde der factuur als middel
van voorlichting van den visiteerenden
ambtenaar. Zoo is het noodzakelfjk gewor
den, in de wet zelve deze fraude tegen te
gaan. Te dien einde is voorgesteld een nieuw
artikel, waarin bepaald wordt dat hjj, die
by een geschil over de waarde van ten in
voer aangegeven goederen, met het oogmerk
om invloed te oefenen op de beoordeeling
dier waarde, opzettelijk een valsche of ver-
valschte factuur of een ander valsch of een
vervalscht stuk overlegt, gestraft wordt met
gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren.
Ziet daar de belangrijkste wijzigingen, aan
geboden in de tariefwef gering en die alleen
ten doel hebben, elk het zjjne te geven op
fiscaal gebied. De quaestie „vrijhandel of
protectionisme" kan bQ de behandeling ge
heel worden ter zijde gelaten. Niet op dit
zeer beperkt terrein is zij uit te vechten.
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden
ƒ0,75. Franco per post door het geheélerijk ƒ0,90. Men kan zich
abonneeren bij alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.
tweede en krachtiger werkend middel tegen
fraude aan de hand, namelijk de ambtshalve
verhooging der aangifte, naast welke het
benaderiogsrecht bleef gehandhaafd. Wan
neer de aard der goederen, of een speciale
bestemming, die ze voor algemeen gebruik
minder geschikt doet zijn, de toepassing
van dat recht ónmogelijk maakt, behoeft de
ambtenaar toch niet in de te lage aangifte
te berusten, maar stelt bij een andere
waardebepaling.
Daarbij >9 echter willekeur uitgesloten
door het bij dezelfde wet ingevoerde stelsel
van contröle en van hooger beroep. Er
zijn nu commission van beoordeeling en er
is eeu inspecteur der invoerrechten voor
elke provincie, er is een Raad van Be
roep en er is een directeur der invoerrech
ten voor het geheele land. Den directeur
is de bevoegdheid verleend om op verzoek
van den aangever óf de benadering te ver
nietigen óf de waarde der goederen vast te
stellen op een lager bedrag dan zulks door
den visiteerenden ambtenaar geschiedde,
bjj welke beslissing hij kennis heeft ge
nomen van bet advies van den inspecteur.
Blijft er geschil bestaan, dan roept de aan
gever de tusschenkomst in van de commissie
van beoordeeling, die de aangifte herstelt,
als deze haar voldoende toeschijnt. In
laatste instantie kunnen zoowel de directeur
als de aangever zich wenden tot den Raad
van Beroep, die einduitspraak geeft. De weg
schijnt wat lang en wat ingewikkeld, maar
heeft toch tot het doel geleid, meer juist
heid gebracht in de heffing naar de waarde
der goederen.
De wet—Sprenger van Eyk had reeds in
1899 herzien moeten worden; dat staat er
in. Maar zulke bepalingen worden wel meer
overschreden, en in dit geval was er een
directe aanleiding toe: de inmiddels ont
brande strijd over de uitbreiding en de ver
hooging van het tarief. Een ontwerp, reeds
vroeger aangeboden, werd dan ook vervan
gen door de veelbesproken wet van Minister
Harte. Men weet wat haar lot geweest is.
Met baar intrekking is echter het voor
schrift der herziening niet opgeheven, en
om daaraan te voldoen, heeft in Februari
dezes jaars Minister De Meester een nieuw
ontwerp ingediend, dat in het bestaande
stelsel eenigfe veranderingen brengt, waar
van wellicht ook eenige verhooging van het
invoerrecht het gevolg kan worden door
scherpere contröle, ofschoon niet daarop direct
wordt aangestuurd. De wederom van rechts
vernomen bewering, dat wij vrijzinnigen
toch aan protectionisme doen en alzoo bjj
de stembus gestreden hebben onder valsche
leuze, is ten eenenmale onjuist
De voornaamste wijzigingen, die thans
worden voorgesteld, betreffen niet de hoofd
zaak. In de Memorie van Toelichting ver
klaart de Minister, dat de wet van 1895 aan
de verwachting heeft beantwoord. „Aanvan
kelijk mocht al de administratie met moeieiyk-
heden hebben te kampen gehad, z(j heeft
toch, gesteund door de commissies van be-
oordeeling en den Raad van Beroep, aan de
tegenwerking het hoofd weten te bieden,
zoodat de misbruiken aanzienlijk zijn afge-
nomen. Zoo spiegelt zich de verbeterde
toestand af in de belangrijke toeneming
van de opbrengst van het invoerrecht der
naar de waarde belaste goederen."
Maar enkele bepalingen worden toch her
zien, enkele leemten aangevuld. Het bena-
deringsrecht wordt geheel afgeschaft. Nude
ambtenaren een beter middel hebben, be
hoeven zij het andere niet meer en maakten
zij er ook bQua geen gebruik meer van. In
1902 hadden 11, in de beide volgende jaren
1 en 2 benaderingen plaats. Het nieuw aan
geboden artikel 1 der wet zal in de twee
eerste alinea’s dit te lezen geven:
„Wanneer bg de visitatie van goederen,
onderworpen aan een invoerrecht naar de
waarde, de daarmede belaste ambtenaren
oordeelen, dat de aangegeven waarde van
de geheele party of van een of meer gedeelten,
waarvoor in de aangiften een afzonderlijk
bedrag is vermeld, te laag is, deelen zy dit,
desverlangd schrifleiyk, mede aan den aan
gever, of, zoo deze niet tegenwoordig is, aan
den persoon, die de goederen ter visitatie
aanbiedt.
„Z|j kunnen voor die goederen een hoogere
waarde vaststellen, welke waarde zy ter
kennis van den aangever brengen, door te
zyner beschikking een verklaring neder te
leggen ten kantore van den ontvanger, by
wien de aangifte is gedaan. Die nederlegging
geschiedt niet vroeger dan 24 en niet later
dan 48 uren na de voormelde mededeeling,
de Zondag niet medegerekend.”
Een paar andere wijzigingen hebben be
trekking op de behandeling der geschillen,
ten einde een beslissing te kunnen bespoedi
gen. Daaronder behoort ook deze, dat op den
In de ry onzer staatsinkomsten nemen
de invoerrechten een niet onbelangryke
plaats in. Op de begrooting voor 1906 staan
zy uifgefrokken tot een bedrag van
f 11.420.400,— en doorgaans brengen zy
meer op. Als bet overzicht van de belas
tingen over eenig tydperk constateert dat
de raming is overtroffen, dan heeft men.
dat gewooniyk voor een goed deel aan de
rytiog van de baten der invoerrechten toe
te schryven.
Dat wy, voorstanders van de vryhandels-
staatkunde, die verhoogde opbrengst een
gunstig venchynsel noemen, daarvan wordt
ons door hen, die van een andere économi
sche overtuiging zyn, een verwyt gemaakt.
Eigenlijk zyt gy, zoo voegt men ons toe,
in uw hart protection iaten, maar uw politieke
belangen weerhouden u, daarvoor openiyk
uit te komen. Eerlijkheidshalve moest gy
u tegen alle invoerrechten verzetten, daar
zy toch, zooals gy zegt, den handel belem
meren door allerlei formaliteiten, de yer-
bruiksartikelen duurder maken en een groot
deel van de opbrengst aan de kosten van
inning doen verloren gaan.
Die redeneeriog gaat niet op wat de be
staande rechten aanbelangt. Natuuriyk dragen
z| een beschermend karakter, dat is nu een
maal niet te ontgaan, maar zy vormen een in de
tegenwoordige verhoudingen onvermydeiyk
tegenwicht voor de belastingen, die de bin-
nenlandsche producent heeft op te brengen,
wil hy zyn bedryf kunnen uitoefenen. De
buitenlandsche concurrent is daarmede niet
te treffenwil men hem dus geen voorsprong
geven, hem niet begunstigen boven den land
genoot, niet dezen daardoor den wedstryd
onmogeiyk maken, dan moet hy aan
een geiyke heffing zyn onderworpen. Het
spreekt vanzelf dat degeen, die voor de
betaling aansprakeiyk wordt gesteld, niemand
anders zyn kan dan de importeur, die op den
verkoopprijs van het getroffen artikel dat
geld moet terugvinden.
De hoogere opbrengst der laatste jaren is
in de eerste plaats toe te schryven aaneen
ruimer gebruik van de ingevoerde artikelen,
wat op een styging van de algemeens wel
vaart wyst, maar ook in niet geringe
mats aan de verscherping van de wetteiyke
wapenen tegen ontduiking. Daar kan niemand
iets tegen hebben, en wanneer de mannen
van het protectionisme ons op dien grond
van inconsequentie beschuldigen, dan achten
wy dat niet eeriyk gemeend. Het is een
algemeen belang, dat wetteiyke belastingen
ten volle worden opgebrachtals een impor
teur door te lage aangifte den fiscus weet
te verschalken, dan komt het geld in zyn
eigen zak terecht, niemand dan hy heeft
er voordeel van.
De herziening, door welke het mogeiyk is
geworden de opbrengst der invoerrechten
meer dan vroeger het peil te doen naderen
dat z| zouden bereiken indien nooit fraude
plaats greep, is tot stand gekomen in 1895,
op voordracht van den Minister van Finan
ciën Sprenger van Eyk. Hoe vaak is deze niet,
om die reden, als een verkapt protectionist
voorgesteld
Voor dien tyd stond den ambtenaar, met
de inning der invoerrechten belast, geen
ander wapen ten dienste dan het benaderings-
recht. Hy moest of de aangifte aanvaarden,
al was hy overtuigd dat zy te laag was, of
hy kon de goederen tot zich nemen, tegen
betaling van bet aangegeven bedrag met
een procentsgewyze verhooging, die als
speling ten gunste van den importeur was
toegestaan. Die benadering bad niet plaats
voor rekening van het ryk; zulk een stelsel
zou ook moeiiyk zyn toe te passen, dewyi
alsdan de in beslagnemingen niet van de lucht
zouden zyn. Neen, de ambtenaar handelde
geheel op eigen risico; als hg het goed
eenmaal had, dan moest hy maar zien het
weer kwyt te raken. Natuuriyk was hg
daarby in ongunstiger conditie dan de im
porteur, die zgu afnemers heeft, zyn kanalen
kent; de ambtenaar moest er naar zoeken,
wat op plaatsen, verwyderd van de handels-
middenpunten, niet gemakkeiyk ging. Daar
by kwam nog deze belemmerende bepa
ling, dat diverse goederen, die onder
één tariefpost vielen en in gezameniyke
verpakking werden aangegeven, ook alle
moesten worden benaderd, zoodat het kon
gebeuren, dat de ambtenaar, wilde hy van
zyn recht gebruik ‘maken, nevens goederen,
die hy wellicht gemakkeiyk van de hand
zou kunnen zetten, ook andere, minder
courante, bad te aanvaarden.
Do wet nu van 20 April 1895 deed een
Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels ƒ0,50. Iedere
regel meer ƒ0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending
franco uiterlijk tot Dinsdags- en tot Vrijdags-namiddags 4 uren.
Alle binnenlandsche Advertentiën, voor 3-maal plaatsing opge
geven, worden slechts 2-maal in rekening gebracht.
HINNE te Lekker.
Mei eene flinke
bode.
y Mevr. VAN DIJK
wanneer gy het
ebt,te genezen
m Mihaa,”
IN, Dorstkade,
n verslaggever,
uden ingn leven,
ne vrouw dacht
gelukkig toeval
IROOP klooster
:ocht een flacon
t en zie, na het
urde ik reeds
j muur vast zat,
piepenwat ik
b in het geheel
i totaal genezen,
er jong opnieuw
s uitstekend en
net pleizier en
iy weer gezond
Igt gy van deze
m schenk ik U
it U ook moogt
i Staten: „waar moeten die
betaald worden?”
en ook is *t geen
dat de Raad geen
tegenover het Bur-
mt het verschil in
verouderde en
i, keelziekten,
luenza en alle
loogaerdt: Volgens de wet
Juni, maar indien de heer
tot zoolang een plaats
en stellen, vind ik, dat
ouden moeten zyn door
door hem genoemden
zoo:
groot
het vei
ting,
heeft i
te doen.
Nu zegt
aanmerking
stuur minder
vorige jaar.
Dat kan waar zgu,
gen: „we kunnen het
zyn verantwoor d,!.
Maar de Staten spreken ook zich zelf
tegen. Betreft het de goedkeuring van de
rekening, dan zeggen ze, dat we de rekening
niet mogen veranderen en met de begrooting
zeggen ze, dat we die hadden moeten
wijzigen.
Ten slotte: wanneer de uitspraak van de
Staten goed en rechtvaardig wordt bevonden,
waar moet het dan heen met de gemeente-
begrooting
Dan staat de beurs voor het Armbestuur
open eu er is geen grens: vragen ze f2200
behoeven te voorzien,
leerlingen, we zouden dus
onderwyzer behoeven i
De voorzitter: Ah
vroeger wil vertrekken
keurt het goed, dan ki
gevonden worden. Dan
reden bestaan het ontslaf
dan tegen 24 April.
De heer M. Boogaerdt (tot den heer P. v. d.
Linden): Voor 1 Juni kunnen we niet spreken
over een benoeming van een nieuwen onder
wyzer. Dat is van later tyd. Tevens voeg
“T by, dat het onderwys er zeer door zal
wv.Jen gebaat, als een ander onderwyzer
igesteld. Dat zit zoo in de ver
der klassen,
aer K. Smit:
zou ik
I eer als
r tegenwoordige zoo
uzgd een flinke
kandelaar, Graat-
ik er
word«
wordt aan,
dueling der
De heer K. Smit: By het geven van
ontslag zou ik wenschen by te voegen: of
zoo veel eer als in de vacature is voorzien.
De voorzitter: Ik zal het voorstel van den
heer Smit in rondvraag brengen. Wordt
met algemeene stemmen aangenomen.
De voorzitter: Van het Departement
Krimpen a/d Lek van „bet Nut” is ingekomen
een aanvraag voor een subsidie van f 100,
ten behoeve der teekenschool. Burg, en
Weth. stellen voor dit bedrag toe te staan,
daar zy zeac gaarne deze nuttige instelling
voor de gemeente zouden behouden. Wordt
met algemeene stemmen aangenomen.
De voorzitter: Van Ged. Staten is inge
komen een goedgekeurd kohier van den
hoofdeiyken omslag en een goedgekeurd be
sluit tot bet verleenen van f 500 subsidie
aan de „Robert Fulton" (veerdienst op Slik
kerveer en Elshout).
Ingekomen zyn verder: I. Het jaarverslag
van de gezondheidscommissie. Ik stel voor
deze stukken voor kennisgeving aan te nemen
en ze by de leden van den raad te dóén
cireuleeren. Wordt goedgekeurd.
II. Een adres van het hoofdbestuur van
het Ned. Onderw. Genootschap om de mi
nima van de onderwflzers-traktementen zoo
danig te verhoogen, dat allen zonder gelde
lijke schade te lyden, kunnen deelnemen aan
het weduwen- en weezen pensioen.
De heer M. Boogaerdt: De vorige maal
hebben we een dergelQk adres van den Bond
van Ned. Onderw. gewezen van de hand. Ik
stel voor de behandeling van dit adres uit te
stellen tot een volgende vergadering.
De voorzitterReeds deze maand moet ik
geld storten, de behandeling komt derhalve
achteraan en is dus overbodig.
De heer Boogaerdt -. We kunnen dat steeds
behandelen. Besluiten we de minima te
verhoogen, dan kunnen we het betaalde be
drag wel restitueeren. Het voorstel wordt
in stemming gebracht en aangenomen.
Ill Van G. S. de mededeeling. dat als sub
sidie voor het L. O. in deze gemeente is
uitgetrnkken f3025.
IV. Van dezelfde een goedgekeurd besluit
tot af- en overschrijving van de vorige ver
gadering. het goedgekeurd kohier van de
hondenbelasting.
V. Van den heer Zoeter een verzoek tot
ontheffing van het betalen van H. O. voor
den tyd van 9 maanden. Wordt goedgekeurd.
Hierop gaat de voorzitter over tot het lezen
van het verslag over den stand der gemeente
in 1905. Hieruit bleek dat alles even goed
was. Na enkele opmerkingen van den heer
K. Smit wordt het verslag goedgekeurd. Daar
na komen nog in behandeling eenige voorstel
len tot af- en overschrflving van enkele posten
op de vorige begrooting tot een gezamenlgk
bedrag van f 179 78; wordt goedgekeurd.
Er wordt een bureau van stemopneming
benoemd, waarin zitting zullen hebben de
heeren J. Drapers en P. van der Linden, die
de benoeming aannemen. Niets meer aan
de orde, sluit de voorzitter de vergadering.
stuur sluitende met een tekort van f819,451/!,
op de begrooting voor 1906 in
ebracht; b. de zyos inziens te
ig van enkele posten van ont-
de door den Raad gewenschte
ing van enkele posten van uitgaaf
rende
..t de rekening over 1904 by het
Vergadering van den Gemeenteraad van
KBIMPEN a/d LEK.
van 5 April 1906
Aanwezig de heer J. Drapers, M. Boo
gaerdt, K. Smit en P. v. d Linden. Afwezig
de wethouders W. v. d. Weiden en J. Huizer
en wegens ziekte de heer P. v. d. Hoog.
Voorzitter-secretaris de heer J. G. v. Mierop.
De voorzitter opent de vergadering en
leest de notulen der vorige. Nadat de heer
Boogaerdt enkele opmerkingen heeft ge
maakt, worden deze goedgekeurd.
De voorzitter deelt mede:
I. Dat het percentage voor den hoofdelgken
omslag is vastgesleld op 2 7142 en dat deze
belasting in het geheel t.
Wordt goedgekeurd.
II. Dat is ingekomen
voordracht voor een onderwgzeres t
openbare school no. 1, waarop voorl
mej A. Berkhout van Vierpolders. r~-
Hofyzer van ‘s-Gravenhage en mej. P.
van Streefkerk.
De heer Boogaerdt. Tot myn verwondering
komt op de voordracht onder No. 2 een onder-
wyzeres voor, die geen proefles heeft gegeven.
De voorzitter. Eerst kwam op de voor
dracht voor een ondewyzeres uit Dordrecht,
maar toen bet ons bleek, dat ze weer
spoedig naar Dordt terug zou gaan hebben
we mej. Berkhout en mej. Hofgzer nog eeus
laten werken, zooals ze thans voor ons ligt.
Na deze opheldering wordt overgegaan tot be
noeming. Met algemeene stemmen wordt
mej. Berkhout, No. 1 der voordracht, benoemd.
De heer M. Boogaerdt. Wanneer zou de
benoemde in dienst kunnen treden?
De voorzitter. Ze sprak van zeer spoedig.
De heer K. Smit. Op de proefles heb ik
er met baar over gesproken. Ze dacht in
Vierpolders een plaatsvervanger(sler) te
kunnen stellen, zoodat ze hoopte 15 April
hier in dienst te kunnen treden.
De voorzitter: Van den heer Van Wagten-
donk is ingekomen een verzoek om eervol ont
slag uit zyn betrekking als onderwyzer aan
school II, tegen 24 April a. sof indien dat
niet kan zoo spoedig mogelgk.
De heer K. Smit: Wat is hierover het
oordeel van Burg, en Weth.
De voorzitter: We hebben er niet over
gesproken.
De heer M. Boogaerdt:
is de termyn 1 J*
Van Wagtendouk
vervanger zou wilier
we hem ter wille zou
hem het ontslag tegen
datum te geven.
De beer P v. d. Linden: Met de wet in
de hand zouden we niet in deze vacature
Vergadering op Donderdag 5 ^pril 1906,
nam. D/s uur.
(Vervolg van No. 2707.)
„De Gedeputeerde Staten der Provincie
Zuid-Holland
Gelezen de missive d.d. 13 December j.l.
No. 26 van het Burgeriyk Armbestuur te
Schoonhoven, daarby krachtens art. 19 al. 2
der Armenwet, voorziening vragende tegen
het besluit van den Raad dier gemeente van
den 6den dier maand, waarby zyne op 16
Augustus 1905 opgemaakte begrooting voor
1906 slechts na wyziging van verschillende
posten is goedgekeurd.
Gezien de ter zake betrekkeiyke bescheiden
Geboord het verhandelde in de openbare
vergadering van hun college gehouden den
5. Februari j L, nadat aau art. 6 hunner
instructie was voldaan.
Overwegende dat door den Raad in de
eerste plaats als zyn gevoelen is te kennen
gegeven, dat het Armbestuur niet ontvanke-
iyk is in zgn beroep, «a o gezien naar 's Raads
meening ten deze niet aanwezig is het cas
van art. 19 der Armenwet n. 1. weigering
van goedkeuring aan de begrooting
van het Armbestuur;
dat hun college die opvatting onjuist acht,
vooreerst omdat de Raad niet gerechtigd is
wyzigingen aan te brengen in de door het
Armbestuur vast te stellen begrooting en
bovendien het bn de wet aan de Armbestu
ren gewaarborgde recht niet illusoir kan
geacht worden gemaakt, zoodat het slechts
verleenen van goedkeuring door den Raad
aan eene begrooting, nadat hg daarin wyzi
ging heeft gebracht, moet worden beschouwd
gelijk te staan met het weigeren van goed
keuring.
Overwegende dat dezerzyds
gen is, of de Raad terecht zgne g
onthouden heeft aan de begroi
deze door het Armbestuur werd i
dat de Raad hiertoe is overgegaan op
grond vana. zyn besluit d.d. 13 October
1905 tot bet onthouden van goedkeuring
aan de rekening over 1904 yan bet Armbe-
welk bedrag c
uitgaaf is gel
hooge raming
vang, en c. t
vermindering
OverwegenG.
ad. a. dat i..w
heden door huu college genomen besluit is
goedgekeurd
ad. b. dat post no. 4 gewone collectei
geraamd op f325,en deze raming ski
weinig verschilt met de opbrengst over
laatste jaren, terwyi de door den Raad
wenschte verlaging steunt 1
ning over de maanden Januari
die aan het Armbestuur niel
kon strekken ten ty<*
zyner begrooting;
dat hetzelfde geldt voor den post no. 5
ontvangsten wegens begrafenissen geraamd
op f375;
dat de pést no. 13 onvoorziene inkomsten
is geraamd op f 100, welke raming inder
daad te hoog schynt, hetgeen echter geen
voldoende aanleiding geeft tot afkeuring der
begrooting
dat het ramen van post no. 12 „buitenge
woon subsidie van de gemeente” als zoodanig
niet gemotiveerd is, doch dat hierin geen
voldoende grond gelegen is, om goedkeuring
van de begrooting te weigeren, vermits by
het niet opnemen van dezen post in de be
grooting het gewoon subsidie der gemeente
zooveel hooger zou moeten zyn geraamd
ad. c. dat de Raad by zyne beoordeeling
van de geraamde uitgaven voorop gezet heeft
dat de fluanciöele toestand der gemeente
niet toelaat aan bet Armbestuur een hooger
subsidie dan f2200 toe te kennen;
dat die beoordeeling op onjuisten grond
slag steunt, aangezien de raming-cyfers niet
behooren te berusten op een vooraf voor
het gemeenteiyk subsidie vastgesteld bedrag,
doch integendeel het subsidie behoort te
worden geregeld naar de vermoedeiyke in
komsten en uitgaven;
dat post no. 17, bedoeling in geld, kosten
voor het verstrekken van warme soep en
huishuren, door het Armbestuur is geraamd
op f 1800, terwyi de uitgaven deswege ge
daan in 1904 f 1936 40 hebben beloopen en
van eenige wyziging der voor het Burgerlijk
Armbestuur geldende regelen en voorschrif
ten niet gebleken is;
dat post no. 18, bestedingskosfen,
raamd op f 582 40, zynde het bedr
jaar benoodigd voor het aanl
samenstelling der begrooting
personen;
dat post 26. iaar
der, is uitgetrokkei
drag door den
sedert jaren gen<
dat ten slotte
keuring hii
meenteiyk
ting op f
dat hi
wezig a<__.
werpeiyk raadsbesluit;
Hebben besloten:
Goed te keuren de begrooting voor 1906
van het Burgeriyk Armbestuur te Schoon
hoven, zooals deze door dat Armbestuur
den 16. Augustus 1905 is opgemaakt.
De voorzitter: Verlangt iemand ook het
woord daarover?
De heer J. W. Valk: Ik wil daar wel
iets op zeggen.
Ik heb dat schryven gelezen en bestu
deerd en dan vind ik daarin, dat de Raad
zyne goedkeuring heeft geweigerd, awegens
wantrouwen aan de in de rekening opgeno
men cgfers, welk wantrouwen is gegrond op
de wyze, waarop de boekhouding is ge
voerd; en b: wegens overschryding der
begrooting.
Datzelfde erkennen de Staten ook, dat het
een overslordige administratie is, dus zy
geven ons geiyk. Alleen zeggen zy, dat de
onjuistheid der cgfers niet door den Raad
is aangetoond.
Door de Staten is echter ten volle prkend,
dat de begrooting overschreden is, en waar
moet dat heen, wanneer dat getolereerd
wordt
Dan zeggen de Staten, dat de onregel
matigheid over het niet indienen van een
suppletoire begrooting voor 1904 niet te
herstellen is.
Dat is waar.
Dan zeggen de Staten:
verschotten van betaald woi
Dat is geen argument er
argument waar zij zeggen, t
bezwaar gemaakt heeft te**-
geriyk Armbestuur omtrer..
de uitgaven.
Naar mgn bescheiden meening is de zaak
Als een gesubsidieerd college een be-
oting aanbiedt aan den gemeenteraad, is
irantwoordeiyk voor zyn eigen begroo-
Als het te weinig aanvraagt, dan
geen raadslid het recht er wat by
fgen de Staten, dat geen raadslid
gemaakt heeft dat het Armbe-
aangevraagd heeft dan het