s.
N°. 3252.
Zaterdag 8 Juli.
1911.
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
Eerste Blad.
;s,
Lugt,
(graaf.
thuis allen
emmen.
ge kiezers.
OfflciëBle KnmiisOTffl.
RS
d Use!
TE
1
I;
I
HOVEN,
'oot-Ammers.
EBODEN:
ete
mms.
DE GASFABRIEK
-1,
Vertegenwoordiging des Volks.
BINNENLAND.
Intercomm. Telefoon-nr. 20.
geven, worden slechts 2-maal in rekening gebracht.
Dit nommer bestaat uit 2 bladen.
Hooi-
pr«
aan
:N Jr.;
dan
iooI.
'h L. Pot;
NIS;
AGT;
S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven,
U1TSEVEBS.
999
lende k
rittar
de
den
ONDEBDAfi
ngeud verzocht
op deze drie
Gemeente Schoonhoven.
STER;
N;
no. 21, aan het
I;
je SLUIS;
heeft
van Svai
tarie e'
woonte
SCHOO1ÏH0VÏM8CHB COIJRAW
heeft en zoovele dieren
Joor
schade
3 doen
van
rkte
loor
L
i candidaten voor
zesde klasse.
KLINGEN;
ESSELSE;
thaven 198;
DAM;
•V;
•UDSTEN;
LARS;
DONKER;
ELDLzn.; I
IK;
EN; I
VOUDEN;I
R;
999 sche-
^ebouwd,
i boven-
12
igie,
Bra-
sche Rej
noord de
„Etna” o
spoedig e.
Eerst
schepen u
mindering
Vóór lu
(UWER;
bij de
)ch ik
’sloof dat
omen. Ik
de is, het
JSSEN
•RAAT;
AMSING;
ortewegJ
EL;
>W, A1UIUL.
met 480
idien zün
en Niei
ce N<
BAND Prjjs
per
flacon
van
gr. f 2.-
1KKER,
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens' uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden
f 0,75. Franco per post door het geheele rijk ƒ0,90. Men kan zich
abonneeren bij alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.
5EM Pz.;
1OUTEN;
ibeeld i
Sterl
owel d<
iiiwen.
st-long- en
we vroegere
nindien gij
nemen, dat
gere levens-
en. De Ab-
icta Paulo,
«rat-, long-
gezonde en
)RN, rente-
Delft, ver
men tjjd aan
aard gaande
Ik had ook
de z(jden,”
stte 's mor-
is. Daar ik i
oop gelezen I
uitstekend
lingen was, i
larvan over,
lie ik kocht
»en mjj vol-
Prijs der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels ƒ0,50. Iedere
regel meer ƒ0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending
franco uiterlijk tot Dinsdags- en tot Vrydags-namiddags 4 uren.
Alle binnenlandsche Advertentiën voor 3-maal plaatsing opge-
der Gemeente Schoonhoven
levert gas aan ingezetenen ïi 8 Gents
per M8.
Met „Harras”-branders heeft men 11 uren
prachtig, helder licht voor slechts 8 Cents
aan gas.
Met „Windemullers”-gascomforen kookt
men 4 Liter water voor slechts 1 cent aan gas.
Gas is goedkooper dan andere brand
stoffen voor licht en voor spijsbereiding.
Overtuigende proefnemingen voor belang
stellenden op de Gasfabriek, eiken werkdag
vanaf 10 Juli 1911.
naaide
1 met
a 5 dagen te zien.
roor het Bundej-.
cegel-
svorderd
i staat
leeling
- bond van
besloten te bevorde-
i van het gemeente-
>r gemeentebesturen
vens heeft zich krachtig ontwikkeld het ras
der staatkundige parvenu's, die zich handig
omhoog wisten te werken langs de moeielijke
trappen van de volksgunst. In vele ge
vallen blijkt, dat de Minister de speelbal
is van de hem steunende leden van het
Parlement, en dat dezen afhankelijk zijn
van het goedvinden hunner kiezers. En
voor wat hoort wat. De particuliere voor
deeltjes zjjn de olie, waarmee de machine-
deelen van de staats-auto af en toe gesmeerd
moet worden, en voor menig „staatsman”
is de moeite, om aan alle wenschen te
voldoen en toch niet te zeer in den kijker
te loopen niet de geringste zijner zorgen.
Voeg daarbij dat de Franschman in den regel
er zeer op gesteld is, een plaats te beklqeden in
de ambtelyke hiërarchie; dat het kleinste
ambtenaartje gauw zich gaaf verbeelden een
of wel de steunpilaar te zjjn van heel de gou-
vernementeele inrichting, dan zai het
duideljjk zjjn dat een Minister, die een
poosje aan wil bljjven, genoodzaakt is amb
telyke betrekkingen uit te deelen en, zoo
daar geen plaats voor is, telkens nieuwe
in het aanzjjn te roepen, en dat een député, t
wil hij bij een volgende verkiezing kans
.hebben op vernieuwing van zjjn mandaat,
goed moet weten welke vrienden hij onder
dak heeft te brengen. Vandaar dat het
functionarisme, de ambtenarij, nergens zoo
welig tiert. En dat bekwaamheid en eer
lijkheid niet altijd de eenige, althans de
hoogste eischen zjjn die gesteld worden,
dat blijkt uit de hedendaagsche schandaal-
processen, waarin bjjv. de administratieve
toestand aan het departement van Buiten-
landsche Zaken een janboel werd geheeten.
Hoe vaak komt het ook niet voor dat een
nieuw optredend Minister hier of daar vindt
wat waarschijnlijk niet zonder overdrijving
een „augiasstal" wordt genoemd; de man
gaat dan met grooten jjver aan het „rei
nigen”, maar vóór hjj daarmee ver is ge
vorderd heeft men hem reeds aan het ver
stand gebracht dat hjj gevaar loopt op een
onverwinbaren tegenstand te stuiten, die
hem zal doen omver vallen. Althans van
opruiming van ongewenschte personnages
hoort men maar zelden.
Het een en ander, - wij hebben slechts
eenige van de móest in het oog springende
verschijnselen aangestipt, wekt wrevel,
op dit oogenblik zich uitdrukkende in gemor
zonder meer, doch voor de toekomst niet
zonder gevaar.
Op welken voet staan wij, in Nederland,
met onze Regeering en met onze Volks
vertegenwoordiging
Zeker is de verhouding veel vriend-
schappelyker. Wjj houden wel van wat
critiek, in de bladen en in sommige
gesprekken, van de laatste niet te veel,
want wat in Frankrjjk heel gewoon is,
politieke tinnegieterjj aan het tafeltje voor
het café en op andere openbare plaatsen, is
hier te lande niet gewild, maar die draagt
gewoonWk niet dat kenmerk van njjdige
afkeurr^ en brutale ironie, die daar de
meest gewensebte tonen doen hooren. En
zeker, hier doen zich de verschijnselen niet
voor, die daar ergernis geven. Men ziet
geen regeeringspersonen met de handen in
het haar zitten omdat zjj het den wjjnboeren
niet naar den zin kunnen makqn, men
leest niet de daar dagelijks voorkomende
berichten van opzettelijke vernieling, die
den socialen strijd een tint van sluipmoor
denaarsachtigheid geven, zonder dat de
daders gepakt worden. Wat hier te lande
het meest wordt betreurd door wie er belang
in stellen, dat is de algemeerte slapheid,
het gemis van doorzettingsvermogen, de
onbestemde en wazige belyning van de
politieke werkzaamheid. Aan de groote
vraagstukken, die aan onzen tijd en ook
aan onze natie zjjn voorgelegd, wordt wat
gepeuterd, maar opgeiost wordt geen enkel.
De fout ligt niet in de eerste plaats by
de Regeering. Zjj werkt hard en doet veel
werken. Al hebben we geen vfees dat de
hooge en lage ambtenaren der departe
menten er uitgeput bij zullen neerzinken,
getuigd moet toch worden dat de stroom
van wetsontwerpen en van memories en
nota's mildelyk gevloeid heeft in de jaren
van het tegenwoordig Kabinet. Men zou
zelfs verlangen, dat er wat stremming kwam,
ware het niet, dat aan dezen wensch toch
geen gevolg kan gegeven worden. Want,
heeft een Regeering van de partyen die
haar behoorden te steunen geen voldoende
medewerking genoten en is het haar niet
mogen gelukken ook aan de meest recht
matige eischen der oppositie tegemoet te
komen, zoodat er per slot van rekening
niets of zoo goed als niets van beteekenis
werd tot stand gebracht, dan moet zjj
toch kunnen wjjzen op baar goeden wil, en
waarin openbaart die zich krachtiger dan
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Schoonhoven brengen ter kennis, dat voor
de toelating van Leerlingen tot de
School no. 2 (Hoofd de Heer HEMMES)
aangifte moet worden gedaan ter Secretarie
vóór 15 Juli a.s.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN SLOTEN.
De Secretaris,
A. R. VEENSTRA.
Gemeenteraad van Alblaaserdam
op Maandag 26 Juni, 's namiddags zeven uur.
Vervolg en slot van no. 3251.
De heer J. M. Prins Visser: Mijnheer
voorzitter! Is dat hetzelfde wat Ged. Stal
willen
De
Eerst
D-
meester is
van den ii
doende was. i
heb ik bezwaï
die bezwaren
deeld
De
W. A. van Rees vertelt in zjjn „Herinne
ringen" van een ouden sergeant, die op de
kazernewacht voor de deur der gemeen
schappelijke woning een dutje zat te doen
en, plotseling gewekt doordat uit de dak
goot een druppel op zjjn neus viel, grom
mend opstond en mopperde: Het is een
beroerde boel in den Nederlandschen dienst.
Zooals deze brave krjjgsman den „dienst"
de schuld gaf van iedere onaangenaam
heid, die hem wedervoer, doen de Franschen
het hun Regeering. „Ce malheureux gou
vernement d’aujourd’hui”, luidt de ver
zuchting aan 't' begin, in 't midden en
bjj het eind van elke klacht.
Maar als ieder volk, naar een bekend
gezegde, de Regeering heeft die het waard
is, en zulks klemt te meer wjjl in het
Ministerie de samenstelling van zekere
meerderheid in de volksvertegenwoordiging
zich weerspiegelt, dan is de klacht toch
weinig gegrond, of liever, zjj behoort ge
richt te worden naar den kant waar voor
zelfverwjjt een ruime groeiplaatl is.
’t Is waar, in Frankrjjk geeft de toepas
sing van het parlementair stelsel wel
aanleiding tot ontevredenheid. Misschien
teekent deze zich scherper in de pers dan
in het dageljjkscb leven; van de uitingen
der eerste nemen wij geregeld kennis, met
het laatste komen wjj natuurljjk zelden in
aknraking. Hetzelfde verschil dus, dat bjj
ons in nog sterker mate zich voordoet,
waar het zoogenaamd openbaar belang in
den regel geringe belangstelling wekt. En
dan nog, de Franschen zjjn er op gesteld
in hun bladen en blaadjes afkeuringen te
lezen van hetgeen van overheidswege ge
daan wordt, behalve de enkele keeren,
dat in een orgaan van de partjj, die in het
Kabinet de eerste viool speelt, iets held
haftigs van het Ministerie kan gezegd
worden, en dan wordt het ook gedaan met
het noodig enthousiastisch feestgegalm.
Maar krasse afkeuring, ongezouten critiek
blijft de hoofdtoon. Dan is de Franschman
voldaan. Dan heeft hjj voor dien dag zjjn
portie ergernis weer genoten.
Maar is de aanklacht van „dat ongelukkig
gouvernement van tegenwoordig”, die men
al jarenlang op al de elkander met biosco-
pisebe snelheid opvolgende ministeries
toepast, ongegrond?
Lang niet altjjd. Er is zoo zachtjesaan
een gevoel van onlust, van minachting en
wat even erg is, van 'Onverschilligheid
ontstaan. Als er een crisis uitbreekt, dan
zjjn het meest de cpurantenschreeuwers.op
de boulevards die er herrie over maken,
en de voorbjjganger, om zich het air van
belangstellende in de politiek te geven,
koopt een blad en vouwt bet haastig open,
maar eigenlijk kan de zaak hem niks schelen.
’lis lood om oud jjzer. Heelemaal geljjk
bjj ons, waar men alleen niet den schjjn
aanneemt van jets anders. Maar in Frankrjjk
zjjn ernstige redenen van wantrouwen.
Nemen de hoogst bekwame, zeer ernstige
en zeer" eerljjke mannen nog de meeste
plaatsen in de'politieke wereld in, daarne^
Gouda, 5 Juli. Bjj het op 1 en 3 Juli
gehouden toelatings-examen voor, het gym
nasium alhier, zjjn geslaagd voor de eerste
klasse: G. A. Doorman, M. M. Schim van
der Loeff, R. A. Martens, D. Bremmer en
W. C. Koole.
Afgewezen werden drie
de eerste en een voor de
Moordrecht, 5 Juli. De heer II. W.
Moolhuizen, klerk der posterjjen en telegrafie
alhier, wordt 16 Juli a.s. overgeplaatst naar
Rotterdam.
WaddingHveen, 3 Juli. Tjjdens het
onweder, dat hedenmorgen boven deze ge
meente woedde, is een koe van den vee-
Scheepsbouw.
Scheepsbouw is wel de oudste Neder-
landsche industrie. Zjj dagteekent van den
tyd dat de eerste bewoners dezer streken
met de visscherjj de primitieve hulpbronnen
voor de economische ontwikkeling van ons
volk schiepen. In de geheele geschiedenis
der Hollandsche nyverheid heeft scheeps
bouw een belangrjjke rol gespeeld, vooral
in de dagen van bloei en macht der 17e
eeuw, toen de republiek der Vereenigde
Provinciën het middelpunt was van den
wereldhandel, en bjjna het eenige land dat
zich op zeetransport toelegde.
Volgens Hugo de Groot werdei
meer dan 2000 schepen op
werven gebouwd, waaronder
andere naties. Daardoor 1
de Groote aan de Zaan di
In de tweede helft der 18e eeuw
deze industrie evenals
1780 telde men aan c
20 tot 24 werven, en, i
meer, terwijl de poging
door premiën en 2 _o_.
heffen geen duurzaam
Eerst toen jjzer en
vingen als grondstof v<
en stoom rad.
ter hulp kwt
ons land een
in, en kon zich tot zjji
ontwikkelen.
Het eerste jjzeren koopvaardijschip werd
aan den „Kinderdijk” door Fop Smit ge
bouwd; in 1834 en 1835 liet de Nederland-
pgeering bjj de Maatschappij Feije-
e eerste zeestoombooten „Heda" en
op stapel zetten. Daarna vblgden
de rivierstoombooten.
na 1875 nam de bouw van sloora-
zeer toe, in verhouding tot de ver-
ng van het aantal zeilschepen.
1870 hadden Friesland en de Gro
ninger Veenkoloniën het leeuwendeel in den
scheepsbouw; maar door niet voldoende met
den tjjd mede te gaan in het maken van groote
jjzeren schepen, waartoe ook de geringe
wjjdte der kanaalsluizen aanleiding gaf,
moesten zjj die eerste plaats afstaan. Na 1874
verminderde ook in Zuid-Holland het aantal
werven, maar de overbljjvenden werden aan
zienlijk vergroot. Tegen 600 werven in 1874,
zjjn er, met inbegrip van de reparatie-inrich-
tingen, thans nog 423, met ongeveer 18.000
werklieden; daarvan zjjn er in Groningen
40, Friesland 22, Drente 7, Overjjsel 23,
Gelderland 22, Utrecht 28, Noord-Holland
99, Zuid-Holland 137, Zeeland 17, Npord-
Brabant 27 en in Limburg 1.
Deze industrie is hoofdzakeljjk geconcen
treerd in de nabjjheid der groote steden,
Amsterdam, Rotterdam, Haarlem, Dordrecht,
en aan de oevers der Maas, van de Noord
en de Merwede. Tusschen Rotterdam en
Dordrecht zjjn ongeveer 30 groote werven;
te Amsterdam 5 met 1700 werklieden, Rot
terdam 8 met 5500; Vlissingen 1 met 1500,
Schiedam 1 met 1000, Nieuw-Lekkerland 2
met 900, Krimpen a/d IJsel 6 met 6(ï),
Ridderkerk 7 met 900, Leiden en Leiderdorp
300 stuks
340 stuks 0.80 m.
0.90 m. 1.85 f 9.é_
- Het gemeentebestuur van Zeist
t bjj dezer dagen gedane oproepingen
sollicitanten voor ambtenaar ter secre-
j en onderwjjzer gebroken met de ge-
‘e dat door de sollicitanten gezegelde
sollicitatieadressen worden ingezonden. Zij,
die in aanmerking wenschen te komen,
worden bjj de oproeping uitgenoodigd dit
per brief te melden. Naar de mèening van
het gemeentebestuur is een stuk in brief
vorm, waarin geen verzoek voorkomt om
benoemd te worden, maar alleen de mede-
deeling wordt gedaan dat men in aanmerking
wenscht te komen, volgens de zegelwet niet
aan zegelrecht onderworpen.
Daar door de vordering van bedoelde z<
gelden een onbilljjke heffing wordt gevo
van hen, die meestal bezwaarljjk in
zijn deze op te brengen, heeft de afd<
Utrecht van den Nederlandschen
gemeente-ambtenaren
ren, dat de handelwijze
bestuur van Zeist dooi
worde nagevolgd.
6 met 600, Alblasserdam 5 met 600, Hooge-
zand 21 met 480 enz.
Bovendien zün er te Amsterdam, Helle-
voetsluis en Nieuwediep 3 werven van de
Koninkljjke Nederlandse he Marine mét onge
veer 2300 werklieden.
In 1909 werden op 101 werven
pen voor zee- en riviervaart ge
tegen 724 op 80 werven in 1908. In
genoemde 999 zün begrepen 298 voor
verschillende landen, nl. Duitschland, Belj
Groot-Brittannië, Argentinië, Italië,
zilië, Frankrjjk, Bulgarjje, Zweden, Chili,
Spanje en Rusland.
Ook in den aan bouw van groote paket-
booten, oorlogsschepen (gepantserde en
torpedobooten) is Nederland niet achter
gebleven.
Hoewel het benoodigde voor de marine,
(pantserschepen en andere) meest op de
Landswerf te Amsterdam gebouwd wordt,
leveren toch de groote particuliere onder
nemingen te Amsterdam, Vlissingen en
Rotterdam dikwjjls torpedobooten, advies
jachten, loodsbooten enz.
Die groote particuliere werven hebben
ook veel succes met den bouw van schepen
voor de Stoomvaart Maatschappij Nederland,
Rotterdamsche Lloyd, Kon. Holl. Lloyd,
Kon. West Indische Maildienst, Java-China-
Japanlijn en Koninkljjke Paketvaart-Maat-
schappjj.
Een belangrjjk onderdeel van scheeps
bouw is de vervaardiging v’an baggermachines,
zuig-baggerinrichtingen, modderschuiten,
lichters enz.
Een even aanzienljjke tak is het maken
van motorbooten, die door eenige- speciaal
daarvoor geïnstalleerde Nederlandsche wer
ven naar alle,,deelen der wereld geleverd
worden. Nederland wedjjvert met Engeland
om den eersten rang op het gebied van
machines voor inwendige verbranding, ten
behoeve van kleine bootjes en visschers-
schepen.
Het maken van schepen voor de rivier
vaart omvat passagiers- en goederenbooten,
sleepbootsn, rijnschepen enz., die voor-
naineljjk door Duilsche reederjjen besteld
worden.
Als specialiteit kunnen ook nog genoemd
worden de salonraderbooten die vooi; de
riviervaart geschikt zjjn doordat zjj geen
grooten stroom veroorzaken; ook hiervoor
komen vele buitenlandsche reederjjen in
Nederland met bestellingen.
Over bijzonderheden betreffende het maken
van houten visscherjj- en rivierschepen, en
pleizierbooten valt weinig met zekerheid
mede te deelen; deze vaartuigen worden in
alle deelen van het land, waar men bevaar
baar water vindt, op meer of minder belang
rijke werven vervaardigd naar traditioneel
geworden modellen.
in een opeenstapeling van wetsvoonstellen
Wel schjjnt het een steeds dringender
noodzakelijkheid te worden, dat de volks
vertegenwoordiging zichzelf herzie. Wisten
wy het middel, waardoor de flauwe polsslag
van het politieke levey tot versnelden klop
kon worden gebracht, wy zouden het natuur
lijk niet verzwygen, maar het zit niet in
reglementen van orde en evenmin in toe
passingen van wetsbepalingen. Is er mis
schien gemis van plichtgevoel, openbaart
zich ook hier het verschijnsel, waaraan vele
van de maatschappelijke euvelen van onzen
tyd worden toegeschreven Een bevestigende
beantwoording van deze vraag zou afgeleid
kunnen worden uit de toenemende afwezig
heid ter plaatse waar de heeren hun taak
te vervullen hebben. Zy aanvaardden een
mandaat, zy zyn verplicht het trouw uit te
voereq. En niet alleen, dat zij hebben te
zorgen by belangrijke stemmingen op hun
post te zjjn, ook de beraadslagingen eischen
hun tegenwoordigheid. Het is in den laat-
sten tyd meer en meer de gewoonte ge
worden maar weg te loopen, zoodat een
onnoozel klein getal der verplichte toe
hoorders de discussie volgen. Zeker, het
is wel veel gevergd, dag aan dag al die
welsprekendheid te moeten genietenwelnu,
de heeren kunnen zelf de dozis gerust tot
op een vierde verminderen.
Een ander kwaad is, dat de samenwerkingi
der partyen steeds losser wordt, waardoor
de invloed der toevalligheden te groot is.
Wij zullen daar heden niet verder op ingaan,
maar herinneren even aan het gebeurde bij
het voorloopig aan de orde stellen van de
Militiewet. Bij die gelegenheid hebben wy
een sterken indruk gekregen van onhandig
heid eenerzyds, dat is van den kant der
Regeering, en totaal gemis van beleid
bij de rechtsche partyen.
Wij gelooven reden te hebben, om voor
de naaste toekomst de politieke ver
wachtingen niet hoog te spannen.
De Eerste Kamer wordt byeen-
geroepen tegen Dinsdag-avond 11 dezer, om
in de daarop volgende dagen de nog aan
hangige wetsontwerpen af te doen. Het
plan is, na deze bijeenkomst het zomerreces
m te gaan.
Ten stadhuize te Utrecht zijn
Dinsdag voor het lidmaatschap der Provin
ciale Staten voor Utrecht I (vacature Huy-
decoper) als candidaten opgegeven de heeren
Dr. J. van Leeuwen (S. D. A. P.), F. W. Swane
(R. K.) en Mr. Dr. W. A. van Zyst (lib.).
De Commissaris der Koningin in
de provincie Zuid-Holland brengt ter kennis
van belanghebbenden, dat Gedeputeerde
Staten hebben bepaald, dat de afzonderlijke
jachten op waterwild voor dit jaar zullen
worden geopend op Zaterdag 22 Juli aan
staande, en dat mitsdien vanaf dat tydstip
de uitoefening der jachtbedrijven, vermeld
in art. 15, litt d, f en h der Jachtwet, is
geoorloofd; wordende tevens herinnerd aan
de bepaling van art. 1 van het reglement
op de uitoefening der jacht in deze provin
cie, krachtens welke die jachten niet
anders mogen plaats hebben dan op en
langs het,water, mitsgaders op moerassige
landen.
Burg, en Weth. van Amsterdam
hebben aanbesteed: het leveren van ei
vormige cement-beton rioolbuizen. Er waren
acht inschrijvingen. Minste N. V. Bouw
materialen, voorheen F. Luyten, te Lekker-
kerk. 300 stuks 0.75 m. 1.12Vs 5 f6,93;
1.20 i f 7,79; 420 stuks
.83 per meter.
houder A. van der Dussen, wonende in de
Kromme Esse, doodgeslagen.
Slechts enkele oogenblikken te voren had
de zoon van gemelden veehouder het dier
gemolken, zoodat deze aan een groot gevaar
is ontsnapt.
den jaarlyks
Hollandsche
onder velen voor
kwam Czaar Peter
lat vak beoefenen.
kwijnde
s zoovele andere. In
de Zaan nog slechts
in 1816 maar enkele
pogingen om die nijverheid
dergelyke middelen op te
gevolg hadden.
Ijzer en -staal het hout ver-
i grondstof voor de constructie,
aderen en schroeven de zeilen
:wamen, ging de scheepsbouw in
nieuw tydperk van voorspoed
|n tegenwoordige hoogte
Hoe helpen wy onze koeien snel
door liet mond- en klauw
zeer heen?
De heer P. Teunissen te Amsterdam
schryft in „Het Nieuws van den Dag”:
Het is ons een genoegen te kunnen be
richten, dat onze stadgenoot, de heer W.
Bylmer, Singel 159, Amsterdam, een ge
neesmiddel heeft weten samen te stellen,
waardoor de runderen, die aan mond- en
klauwzeer lijden, spoedig door deze ziekte
heen zyn. Zelf hebben wij het middel met
succes zien aanwenden, doch hebben met
mededeeling daarvan gewacht, tot anderen,
en daaronder mannen met naam in den
landbouw, daarmede ervaringen hadden op
gedaan. Nu die ervaringen er zyn, maken
wij er melding van.
Niemand minder dan de heer G. Kruseman,
landbouwer te Houtryk en Polanen, lid van
't- hoofdbestuur van de Hollandsche maat
schappij van landbouw en bovendien be-
kleedende nog tal van andere functiën in
den landbouw, schrijft het volgende:
„De ondergeteekende verklaart, dat het
geneesmiddel van den heer W. Bylmer,
te Amsterdam, voor mond- en klauwzeer
hem zeer goed is bevallen. De bekken
der koeien waren na tweemaal behandelen
genezen en geen der 25 koeien is kreupel
geworden, noch hebben zjj losse schoenen
gehad.
„De tongblaar is den 2. Juni bij de
eerste koe uitgebroken en heden, 28 Juni,
is er zoo goed als niets meer van te be
merken, zelfs niet bij de laatst aangetaste
dieren. Ook voor de spenen werkt het
uitnemend.
„Gaarne geef ik u vrijheid deze ver
klaring te gebruiken, daar ik nog nooit
een geneesmiddel heb gehad, dat dien
naam verdiende”.
Andere landbouwers schry ven en spreken
in gelijken zin.
Omdat de tongblaar thans zoo’n kwaad
aardig karakter heeft en zoovele dieren
daaraan nog dagelijks sterven, waardoor
duizenden en duizenden guldens s<
wordt geleden, meenen wjj goed te
met op dit geneesmiddel te wjjzen.
Het helpt) de dieren snel door de ziekte
heen en voorkomt ook de naweeën, die
soms nog maandenlang zich doen gevoelen,
en meestal ook uitloopen op schade voor
den veehouder. Het middel is eenvoudig
aan te wenden en kost weinig.
voorzitter: Neen mijnheer Visser,
wilde men twee lokalen, nu dan drie.
De uitvoerige beschouwing van den burge-
tér zjjde gelegd, daar het rapport
inspecteur reeds meer dan vol-
Doch ook tegen dit voorstel
iren, en waarschjjnlyk zullen
door andere autoriteiten ge
worden.
heer Joh. Jonker: Wat zullen de
kosten zyn pm, zooals nu het voorstel
is, hët in orde te brengen?
De voorzitter: Vermoedeljjk f 1600 tot
f 1700 na aftrek van de Ryks-subsidie.
De heer A. Pul: Mynheer de voorzitter!
Ik geloof niet dat het gewenscht is het te
verdoelen in drie lokalen, maar wel in
tweeën. Er zyn 34 leerlingen, dus voor elk
lokaal 17. Nu weten wy allen hoe die zjjn
saaingekomen, dat behoeft niet meer her
haald te worden.
Vast kunnen wy wel aannemen, dat het
getal leerlingen een volgend jaar niet zoo
hoog zal zyn. Zijn er drie lokalen, dan
moeten er ook drie onderwijzers zjjn, en
als er een te veel is, kunnen wy dien moeiljjk
ontslaan. Ik zou er voor wezen, de school
te laten zooals die is, en dan een volgend
jaar weer te zien. Bljjkt het dan noodig,
zet dan ineens eene nieuwe school.
De voorzitter: Ik hoor met genoegen,
mynheer Pyl, dat u ook tegen dit voorstel
zijt. 13 Dec. j.l. was u niet tegenwoordig
in de vergadering, waarin werd besloten tot
reorganisatie van het M. U. L. O., te ver
deden over zes klassen in drie lokalen met
drie onderwyzers, opdat de kinderen voor
de burgerschool of gymnasium klaar ge
maakt zouden kunnen worden en hooger
onderwys in ihdustriëele- en handelszaken
zouden kunnen ontvangen.
De heer P. Leis: Mijnheer de voorzitter!
Altjjd hoort men van zekere zjjde: de school
gaat te niet of zal te niet gaan. Maar met
evenveel recht als een ander den bloei be
twijfelt hebben weer Underen het recht de
overtuiging te bezitten van den bloei dier
school. Als wjj de school in orde brengen,
hetzy met tweeof drie Iqkalen, wy zyn
toch a'ltyd de f 2000 kwyt, of het gaat of niet.
Gaat de school wel, dan moet men toch tot
nieuwbouw besluiten en zjjn de f 2000 ver
morst. Eén ding is zeker: als de school
niet behooriyk wordt ondergebracht, zij veel
kans heeft van te niet te gaan. Wjj hebben
een-uitstekend hoofd aan die school, doch
als wij geen behooriyk onderdak er voor
Rebben, gaat die weg. Ik kan mjj slecht
met het voorstel vereenigen.
De. heer Joh. Jonker: Ik behoor bij de
meerderheid van Burg, en Weth., <|o<
het mij nog eens bedacht en gel“~‘
wjj van den wal in de sloot koir
voor my geloof, dat het het besU
van DAM
HOED;
IEES Wza.;
'E»
erkade 25;