s. N°. 3252. Zaterdag 8 Juli. 1911. Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht. Eerste Blad. ;s, Lugt, (graaf. thuis allen emmen. ge kiezers. OfflciëBle KnmiisOTffl. RS d Use! TE 1 I; I HOVEN, 'oot-Ammers. EBODEN: ete mms. DE GASFABRIEK -1, Vertegenwoordiging des Volks. BINNENLAND. Intercomm. Telefoon-nr. 20. geven, worden slechts 2-maal in rekening gebracht. Dit nommer bestaat uit 2 bladen. Hooi- pr« aan :N Jr.; dan iooI. 'h L. Pot; NIS; AGT; S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven, U1TSEVEBS. 999 lende k rittar de den ONDEBDAfi ngeud verzocht op deze drie Gemeente Schoonhoven. STER; N; no. 21, aan het I; je SLUIS; heeft van Svai tarie e' woonte SCHOO1ÏH0VÏM8CHB COIJRAW heeft en zoovele dieren Joor schade 3 doen van rkte loor L i candidaten voor zesde klasse. KLINGEN; ESSELSE; thaven 198; DAM; •V; •UDSTEN; LARS; DONKER; ELDLzn.; I IK; EN; I VOUDEN;I R; 999 sche- ^ebouwd, i boven- 12 igie, Bra- sche Rej noord de „Etna” o spoedig e. Eerst schepen u mindering Vóór lu (UWER; bij de )ch ik ’sloof dat omen. Ik de is, het JSSEN •RAAT; AMSING; ortewegJ EL; >W, A1UIUL. met 480 idien zün en Niei ce N< BAND Prjjs per flacon van gr. f 2.- 1KKER, Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags morgens' uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden f 0,75. Franco per post door het geheele rijk ƒ0,90. Men kan zich abonneeren bij alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders. 5EM Pz.; 1OUTEN; ibeeld i Sterl owel d< iiiwen. st-long- en we vroegere nindien gij nemen, dat gere levens- en. De Ab- icta Paulo, «rat-, long- gezonde en )RN, rente- Delft, ver men tjjd aan aard gaande Ik had ook de z(jden,” stte 's mor- is. Daar ik i oop gelezen I uitstekend lingen was, i larvan over, lie ik kocht »en mjj vol- Prijs der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels ƒ0,50. Iedere regel meer ƒ0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco uiterlijk tot Dinsdags- en tot Vrydags-namiddags 4 uren. Alle binnenlandsche Advertentiën voor 3-maal plaatsing opge- der Gemeente Schoonhoven levert gas aan ingezetenen ïi 8 Gents per M8. Met „Harras”-branders heeft men 11 uren prachtig, helder licht voor slechts 8 Cents aan gas. Met „Windemullers”-gascomforen kookt men 4 Liter water voor slechts 1 cent aan gas. Gas is goedkooper dan andere brand stoffen voor licht en voor spijsbereiding. Overtuigende proefnemingen voor belang stellenden op de Gasfabriek, eiken werkdag vanaf 10 Juli 1911. naaide 1 met a 5 dagen te zien. roor het Bundej-. cegel- svorderd i staat leeling - bond van besloten te bevorde- i van het gemeente- >r gemeentebesturen vens heeft zich krachtig ontwikkeld het ras der staatkundige parvenu's, die zich handig omhoog wisten te werken langs de moeielijke trappen van de volksgunst. In vele ge vallen blijkt, dat de Minister de speelbal is van de hem steunende leden van het Parlement, en dat dezen afhankelijk zijn van het goedvinden hunner kiezers. En voor wat hoort wat. De particuliere voor deeltjes zjjn de olie, waarmee de machine- deelen van de staats-auto af en toe gesmeerd moet worden, en voor menig „staatsman” is de moeite, om aan alle wenschen te voldoen en toch niet te zeer in den kijker te loopen niet de geringste zijner zorgen. Voeg daarbij dat de Franschman in den regel er zeer op gesteld is, een plaats te beklqeden in de ambtelyke hiërarchie; dat het kleinste ambtenaartje gauw zich gaaf verbeelden een of wel de steunpilaar te zjjn van heel de gou- vernementeele inrichting, dan zai het duideljjk zjjn dat een Minister, die een poosje aan wil bljjven, genoodzaakt is amb telyke betrekkingen uit te deelen en, zoo daar geen plaats voor is, telkens nieuwe in het aanzjjn te roepen, en dat een député, t wil hij bij een volgende verkiezing kans .hebben op vernieuwing van zjjn mandaat, goed moet weten welke vrienden hij onder dak heeft te brengen. Vandaar dat het functionarisme, de ambtenarij, nergens zoo welig tiert. En dat bekwaamheid en eer lijkheid niet altijd de eenige, althans de hoogste eischen zjjn die gesteld worden, dat blijkt uit de hedendaagsche schandaal- processen, waarin bjjv. de administratieve toestand aan het departement van Buiten- landsche Zaken een janboel werd geheeten. Hoe vaak komt het ook niet voor dat een nieuw optredend Minister hier of daar vindt wat waarschijnlijk niet zonder overdrijving een „augiasstal" wordt genoemd; de man gaat dan met grooten jjver aan het „rei nigen”, maar vóór hjj daarmee ver is ge vorderd heeft men hem reeds aan het ver stand gebracht dat hjj gevaar loopt op een onverwinbaren tegenstand te stuiten, die hem zal doen omver vallen. Althans van opruiming van ongewenschte personnages hoort men maar zelden. Het een en ander, - wij hebben slechts eenige van de móest in het oog springende verschijnselen aangestipt, wekt wrevel, op dit oogenblik zich uitdrukkende in gemor zonder meer, doch voor de toekomst niet zonder gevaar. Op welken voet staan wij, in Nederland, met onze Regeering en met onze Volks vertegenwoordiging Zeker is de verhouding veel vriend- schappelyker. Wjj houden wel van wat critiek, in de bladen en in sommige gesprekken, van de laatste niet te veel, want wat in Frankrjjk heel gewoon is, politieke tinnegieterjj aan het tafeltje voor het café en op andere openbare plaatsen, is hier te lande niet gewild, maar die draagt gewoonWk niet dat kenmerk van njjdige afkeurr^ en brutale ironie, die daar de meest gewensebte tonen doen hooren. En zeker, hier doen zich de verschijnselen niet voor, die daar ergernis geven. Men ziet geen regeeringspersonen met de handen in het haar zitten omdat zjj het den wjjnboeren niet naar den zin kunnen makqn, men leest niet de daar dagelijks voorkomende berichten van opzettelijke vernieling, die den socialen strijd een tint van sluipmoor denaarsachtigheid geven, zonder dat de daders gepakt worden. Wat hier te lande het meest wordt betreurd door wie er belang in stellen, dat is de algemeerte slapheid, het gemis van doorzettingsvermogen, de onbestemde en wazige belyning van de politieke werkzaamheid. Aan de groote vraagstukken, die aan onzen tijd en ook aan onze natie zjjn voorgelegd, wordt wat gepeuterd, maar opgeiost wordt geen enkel. De fout ligt niet in de eerste plaats by de Regeering. Zjj werkt hard en doet veel werken. Al hebben we geen vfees dat de hooge en lage ambtenaren der departe menten er uitgeput bij zullen neerzinken, getuigd moet toch worden dat de stroom van wetsontwerpen en van memories en nota's mildelyk gevloeid heeft in de jaren van het tegenwoordig Kabinet. Men zou zelfs verlangen, dat er wat stremming kwam, ware het niet, dat aan dezen wensch toch geen gevolg kan gegeven worden. Want, heeft een Regeering van de partyen die haar behoorden te steunen geen voldoende medewerking genoten en is het haar niet mogen gelukken ook aan de meest recht matige eischen der oppositie tegemoet te komen, zoodat er per slot van rekening niets of zoo goed als niets van beteekenis werd tot stand gebracht, dan moet zjj toch kunnen wjjzen op baar goeden wil, en waarin openbaart die zich krachtiger dan BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Schoonhoven brengen ter kennis, dat voor de toelating van Leerlingen tot de School no. 2 (Hoofd de Heer HEMMES) aangifte moet worden gedaan ter Secretarie vóór 15 Juli a.s. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN SLOTEN. De Secretaris, A. R. VEENSTRA. Gemeenteraad van Alblaaserdam op Maandag 26 Juni, 's namiddags zeven uur. Vervolg en slot van no. 3251. De heer J. M. Prins Visser: Mijnheer voorzitter! Is dat hetzelfde wat Ged. Stal willen De Eerst D- meester is van den ii doende was. i heb ik bezwaï die bezwaren deeld De W. A. van Rees vertelt in zjjn „Herinne ringen" van een ouden sergeant, die op de kazernewacht voor de deur der gemeen schappelijke woning een dutje zat te doen en, plotseling gewekt doordat uit de dak goot een druppel op zjjn neus viel, grom mend opstond en mopperde: Het is een beroerde boel in den Nederlandschen dienst. Zooals deze brave krjjgsman den „dienst" de schuld gaf van iedere onaangenaam heid, die hem wedervoer, doen de Franschen het hun Regeering. „Ce malheureux gou vernement d’aujourd’hui”, luidt de ver zuchting aan 't' begin, in 't midden en bjj het eind van elke klacht. Maar als ieder volk, naar een bekend gezegde, de Regeering heeft die het waard is, en zulks klemt te meer wjjl in het Ministerie de samenstelling van zekere meerderheid in de volksvertegenwoordiging zich weerspiegelt, dan is de klacht toch weinig gegrond, of liever, zjj behoort ge richt te worden naar den kant waar voor zelfverwjjt een ruime groeiplaatl is. ’t Is waar, in Frankrjjk geeft de toepas sing van het parlementair stelsel wel aanleiding tot ontevredenheid. Misschien teekent deze zich scherper in de pers dan in het dageljjkscb leven; van de uitingen der eerste nemen wij geregeld kennis, met het laatste komen wjj natuurljjk zelden in aknraking. Hetzelfde verschil dus, dat bjj ons in nog sterker mate zich voordoet, waar het zoogenaamd openbaar belang in den regel geringe belangstelling wekt. En dan nog, de Franschen zjjn er op gesteld in hun bladen en blaadjes afkeuringen te lezen van hetgeen van overheidswege ge daan wordt, behalve de enkele keeren, dat in een orgaan van de partjj, die in het Kabinet de eerste viool speelt, iets held haftigs van het Ministerie kan gezegd worden, en dan wordt het ook gedaan met het noodig enthousiastisch feestgegalm. Maar krasse afkeuring, ongezouten critiek blijft de hoofdtoon. Dan is de Franschman voldaan. Dan heeft hjj voor dien dag zjjn portie ergernis weer genoten. Maar is de aanklacht van „dat ongelukkig gouvernement van tegenwoordig”, die men al jarenlang op al de elkander met biosco- pisebe snelheid opvolgende ministeries toepast, ongegrond? Lang niet altjjd. Er is zoo zachtjesaan een gevoel van onlust, van minachting en wat even erg is, van 'Onverschilligheid ontstaan. Als er een crisis uitbreekt, dan zjjn het meest de cpurantenschreeuwers.op de boulevards die er herrie over maken, en de voorbjjganger, om zich het air van belangstellende in de politiek te geven, koopt een blad en vouwt bet haastig open, maar eigenlijk kan de zaak hem niks schelen. ’lis lood om oud jjzer. Heelemaal geljjk bjj ons, waar men alleen niet den schjjn aanneemt van jets anders. Maar in Frankrjjk zjjn ernstige redenen van wantrouwen. Nemen de hoogst bekwame, zeer ernstige en zeer" eerljjke mannen nog de meeste plaatsen in de'politieke wereld in, daarne^ Gouda, 5 Juli. Bjj het op 1 en 3 Juli gehouden toelatings-examen voor, het gym nasium alhier, zjjn geslaagd voor de eerste klasse: G. A. Doorman, M. M. Schim van der Loeff, R. A. Martens, D. Bremmer en W. C. Koole. Afgewezen werden drie de eerste en een voor de Moordrecht, 5 Juli. De heer II. W. Moolhuizen, klerk der posterjjen en telegrafie alhier, wordt 16 Juli a.s. overgeplaatst naar Rotterdam. WaddingHveen, 3 Juli. Tjjdens het onweder, dat hedenmorgen boven deze ge meente woedde, is een koe van den vee- Scheepsbouw. Scheepsbouw is wel de oudste Neder- landsche industrie. Zjj dagteekent van den tyd dat de eerste bewoners dezer streken met de visscherjj de primitieve hulpbronnen voor de economische ontwikkeling van ons volk schiepen. In de geheele geschiedenis der Hollandsche nyverheid heeft scheeps bouw een belangrjjke rol gespeeld, vooral in de dagen van bloei en macht der 17e eeuw, toen de republiek der Vereenigde Provinciën het middelpunt was van den wereldhandel, en bjjna het eenige land dat zich op zeetransport toelegde. Volgens Hugo de Groot werdei meer dan 2000 schepen op werven gebouwd, waaronder andere naties. Daardoor 1 de Groote aan de Zaan di In de tweede helft der 18e eeuw deze industrie evenals 1780 telde men aan c 20 tot 24 werven, en, i meer, terwijl de poging door premiën en 2 _o_. heffen geen duurzaam Eerst toen jjzer en vingen als grondstof v< en stoom rad. ter hulp kwt ons land een in, en kon zich tot zjji ontwikkelen. Het eerste jjzeren koopvaardijschip werd aan den „Kinderdijk” door Fop Smit ge bouwd; in 1834 en 1835 liet de Nederland- pgeering bjj de Maatschappij Feije- e eerste zeestoombooten „Heda" en op stapel zetten. Daarna vblgden de rivierstoombooten. na 1875 nam de bouw van sloora- zeer toe, in verhouding tot de ver- ng van het aantal zeilschepen. 1870 hadden Friesland en de Gro ninger Veenkoloniën het leeuwendeel in den scheepsbouw; maar door niet voldoende met den tjjd mede te gaan in het maken van groote jjzeren schepen, waartoe ook de geringe wjjdte der kanaalsluizen aanleiding gaf, moesten zjj die eerste plaats afstaan. Na 1874 verminderde ook in Zuid-Holland het aantal werven, maar de overbljjvenden werden aan zienlijk vergroot. Tegen 600 werven in 1874, zjjn er, met inbegrip van de reparatie-inrich- tingen, thans nog 423, met ongeveer 18.000 werklieden; daarvan zjjn er in Groningen 40, Friesland 22, Drente 7, Overjjsel 23, Gelderland 22, Utrecht 28, Noord-Holland 99, Zuid-Holland 137, Zeeland 17, Npord- Brabant 27 en in Limburg 1. Deze industrie is hoofdzakeljjk geconcen treerd in de nabjjheid der groote steden, Amsterdam, Rotterdam, Haarlem, Dordrecht, en aan de oevers der Maas, van de Noord en de Merwede. Tusschen Rotterdam en Dordrecht zjjn ongeveer 30 groote werven; te Amsterdam 5 met 1700 werklieden, Rot terdam 8 met 5500; Vlissingen 1 met 1500, Schiedam 1 met 1000, Nieuw-Lekkerland 2 met 900, Krimpen a/d IJsel 6 met 6(ï), Ridderkerk 7 met 900, Leiden en Leiderdorp 300 stuks 340 stuks 0.80 m. 0.90 m. 1.85 f 9.é_ - Het gemeentebestuur van Zeist t bjj dezer dagen gedane oproepingen sollicitanten voor ambtenaar ter secre- j en onderwjjzer gebroken met de ge- ‘e dat door de sollicitanten gezegelde sollicitatieadressen worden ingezonden. Zij, die in aanmerking wenschen te komen, worden bjj de oproeping uitgenoodigd dit per brief te melden. Naar de mèening van het gemeentebestuur is een stuk in brief vorm, waarin geen verzoek voorkomt om benoemd te worden, maar alleen de mede- deeling wordt gedaan dat men in aanmerking wenscht te komen, volgens de zegelwet niet aan zegelrecht onderworpen. Daar door de vordering van bedoelde z< gelden een onbilljjke heffing wordt gevo van hen, die meestal bezwaarljjk in zijn deze op te brengen, heeft de afd< Utrecht van den Nederlandschen gemeente-ambtenaren ren, dat de handelwijze bestuur van Zeist dooi worde nagevolgd. 6 met 600, Alblasserdam 5 met 600, Hooge- zand 21 met 480 enz. Bovendien zün er te Amsterdam, Helle- voetsluis en Nieuwediep 3 werven van de Koninkljjke Nederlandse he Marine mét onge veer 2300 werklieden. In 1909 werden op 101 werven pen voor zee- en riviervaart ge tegen 724 op 80 werven in 1908. In genoemde 999 zün begrepen 298 voor verschillende landen, nl. Duitschland, Belj Groot-Brittannië, Argentinië, Italië, zilië, Frankrjjk, Bulgarjje, Zweden, Chili, Spanje en Rusland. Ook in den aan bouw van groote paket- booten, oorlogsschepen (gepantserde en torpedobooten) is Nederland niet achter gebleven. Hoewel het benoodigde voor de marine, (pantserschepen en andere) meest op de Landswerf te Amsterdam gebouwd wordt, leveren toch de groote particuliere onder nemingen te Amsterdam, Vlissingen en Rotterdam dikwjjls torpedobooten, advies jachten, loodsbooten enz. Die groote particuliere werven hebben ook veel succes met den bouw van schepen voor de Stoomvaart Maatschappij Nederland, Rotterdamsche Lloyd, Kon. Holl. Lloyd, Kon. West Indische Maildienst, Java-China- Japanlijn en Koninkljjke Paketvaart-Maat- schappjj. Een belangrjjk onderdeel van scheeps bouw is de vervaardiging v’an baggermachines, zuig-baggerinrichtingen, modderschuiten, lichters enz. Een even aanzienljjke tak is het maken van motorbooten, die door eenige- speciaal daarvoor geïnstalleerde Nederlandsche wer ven naar alle,,deelen der wereld geleverd worden. Nederland wedjjvert met Engeland om den eersten rang op het gebied van machines voor inwendige verbranding, ten behoeve van kleine bootjes en visschers- schepen. Het maken van schepen voor de rivier vaart omvat passagiers- en goederenbooten, sleepbootsn, rijnschepen enz., die voor- naineljjk door Duilsche reederjjen besteld worden. Als specialiteit kunnen ook nog genoemd worden de salonraderbooten die vooi; de riviervaart geschikt zjjn doordat zjj geen grooten stroom veroorzaken; ook hiervoor komen vele buitenlandsche reederjjen in Nederland met bestellingen. Over bijzonderheden betreffende het maken van houten visscherjj- en rivierschepen, en pleizierbooten valt weinig met zekerheid mede te deelen; deze vaartuigen worden in alle deelen van het land, waar men bevaar baar water vindt, op meer of minder belang rijke werven vervaardigd naar traditioneel geworden modellen. in een opeenstapeling van wetsvoonstellen Wel schjjnt het een steeds dringender noodzakelijkheid te worden, dat de volks vertegenwoordiging zichzelf herzie. Wisten wy het middel, waardoor de flauwe polsslag van het politieke levey tot versnelden klop kon worden gebracht, wy zouden het natuur lijk niet verzwygen, maar het zit niet in reglementen van orde en evenmin in toe passingen van wetsbepalingen. Is er mis schien gemis van plichtgevoel, openbaart zich ook hier het verschijnsel, waaraan vele van de maatschappelijke euvelen van onzen tyd worden toegeschreven Een bevestigende beantwoording van deze vraag zou afgeleid kunnen worden uit de toenemende afwezig heid ter plaatse waar de heeren hun taak te vervullen hebben. Zy aanvaardden een mandaat, zy zyn verplicht het trouw uit te voereq. En niet alleen, dat zij hebben te zorgen by belangrijke stemmingen op hun post te zjjn, ook de beraadslagingen eischen hun tegenwoordigheid. Het is in den laat- sten tyd meer en meer de gewoonte ge worden maar weg te loopen, zoodat een onnoozel klein getal der verplichte toe hoorders de discussie volgen. Zeker, het is wel veel gevergd, dag aan dag al die welsprekendheid te moeten genietenwelnu, de heeren kunnen zelf de dozis gerust tot op een vierde verminderen. Een ander kwaad is, dat de samenwerkingi der partyen steeds losser wordt, waardoor de invloed der toevalligheden te groot is. Wij zullen daar heden niet verder op ingaan, maar herinneren even aan het gebeurde bij het voorloopig aan de orde stellen van de Militiewet. Bij die gelegenheid hebben wy een sterken indruk gekregen van onhandig heid eenerzyds, dat is van den kant der Regeering, en totaal gemis van beleid bij de rechtsche partyen. Wij gelooven reden te hebben, om voor de naaste toekomst de politieke ver wachtingen niet hoog te spannen. De Eerste Kamer wordt byeen- geroepen tegen Dinsdag-avond 11 dezer, om in de daarop volgende dagen de nog aan hangige wetsontwerpen af te doen. Het plan is, na deze bijeenkomst het zomerreces m te gaan. Ten stadhuize te Utrecht zijn Dinsdag voor het lidmaatschap der Provin ciale Staten voor Utrecht I (vacature Huy- decoper) als candidaten opgegeven de heeren Dr. J. van Leeuwen (S. D. A. P.), F. W. Swane (R. K.) en Mr. Dr. W. A. van Zyst (lib.). De Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland brengt ter kennis van belanghebbenden, dat Gedeputeerde Staten hebben bepaald, dat de afzonderlijke jachten op waterwild voor dit jaar zullen worden geopend op Zaterdag 22 Juli aan staande, en dat mitsdien vanaf dat tydstip de uitoefening der jachtbedrijven, vermeld in art. 15, litt d, f en h der Jachtwet, is geoorloofd; wordende tevens herinnerd aan de bepaling van art. 1 van het reglement op de uitoefening der jacht in deze provin cie, krachtens welke die jachten niet anders mogen plaats hebben dan op en langs het,water, mitsgaders op moerassige landen. Burg, en Weth. van Amsterdam hebben aanbesteed: het leveren van ei vormige cement-beton rioolbuizen. Er waren acht inschrijvingen. Minste N. V. Bouw materialen, voorheen F. Luyten, te Lekker- kerk. 300 stuks 0.75 m. 1.12Vs 5 f6,93; 1.20 i f 7,79; 420 stuks .83 per meter. houder A. van der Dussen, wonende in de Kromme Esse, doodgeslagen. Slechts enkele oogenblikken te voren had de zoon van gemelden veehouder het dier gemolken, zoodat deze aan een groot gevaar is ontsnapt. den jaarlyks Hollandsche onder velen voor kwam Czaar Peter lat vak beoefenen. kwijnde s zoovele andere. In de Zaan nog slechts in 1816 maar enkele pogingen om die nijverheid dergelyke middelen op te gevolg hadden. Ijzer en -staal het hout ver- i grondstof voor de constructie, aderen en schroeven de zeilen :wamen, ging de scheepsbouw in nieuw tydperk van voorspoed |n tegenwoordige hoogte Hoe helpen wy onze koeien snel door liet mond- en klauw zeer heen? De heer P. Teunissen te Amsterdam schryft in „Het Nieuws van den Dag”: Het is ons een genoegen te kunnen be richten, dat onze stadgenoot, de heer W. Bylmer, Singel 159, Amsterdam, een ge neesmiddel heeft weten samen te stellen, waardoor de runderen, die aan mond- en klauwzeer lijden, spoedig door deze ziekte heen zyn. Zelf hebben wij het middel met succes zien aanwenden, doch hebben met mededeeling daarvan gewacht, tot anderen, en daaronder mannen met naam in den landbouw, daarmede ervaringen hadden op gedaan. Nu die ervaringen er zyn, maken wij er melding van. Niemand minder dan de heer G. Kruseman, landbouwer te Houtryk en Polanen, lid van 't- hoofdbestuur van de Hollandsche maat schappij van landbouw en bovendien be- kleedende nog tal van andere functiën in den landbouw, schrijft het volgende: „De ondergeteekende verklaart, dat het geneesmiddel van den heer W. Bylmer, te Amsterdam, voor mond- en klauwzeer hem zeer goed is bevallen. De bekken der koeien waren na tweemaal behandelen genezen en geen der 25 koeien is kreupel geworden, noch hebben zjj losse schoenen gehad. „De tongblaar is den 2. Juni bij de eerste koe uitgebroken en heden, 28 Juni, is er zoo goed als niets meer van te be merken, zelfs niet bij de laatst aangetaste dieren. Ook voor de spenen werkt het uitnemend. „Gaarne geef ik u vrijheid deze ver klaring te gebruiken, daar ik nog nooit een geneesmiddel heb gehad, dat dien naam verdiende”. Andere landbouwers schry ven en spreken in gelijken zin. Omdat de tongblaar thans zoo’n kwaad aardig karakter heeft en zoovele dieren daaraan nog dagelijks sterven, waardoor duizenden en duizenden guldens s< wordt geleden, meenen wjj goed te met op dit geneesmiddel te wjjzen. Het helpt) de dieren snel door de ziekte heen en voorkomt ook de naweeën, die soms nog maandenlang zich doen gevoelen, en meestal ook uitloopen op schade voor den veehouder. Het middel is eenvoudig aan te wenden en kost weinig. voorzitter: Neen mijnheer Visser, wilde men twee lokalen, nu dan drie. De uitvoerige beschouwing van den burge- tér zjjde gelegd, daar het rapport inspecteur reeds meer dan vol- Doch ook tegen dit voorstel iren, en waarschjjnlyk zullen door andere autoriteiten ge worden. heer Joh. Jonker: Wat zullen de kosten zyn pm, zooals nu het voorstel is, hët in orde te brengen? De voorzitter: Vermoedeljjk f 1600 tot f 1700 na aftrek van de Ryks-subsidie. De heer A. Pul: Mynheer de voorzitter! Ik geloof niet dat het gewenscht is het te verdoelen in drie lokalen, maar wel in tweeën. Er zyn 34 leerlingen, dus voor elk lokaal 17. Nu weten wy allen hoe die zjjn saaingekomen, dat behoeft niet meer her haald te worden. Vast kunnen wy wel aannemen, dat het getal leerlingen een volgend jaar niet zoo hoog zal zyn. Zijn er drie lokalen, dan moeten er ook drie onderwijzers zjjn, en als er een te veel is, kunnen wy dien moeiljjk ontslaan. Ik zou er voor wezen, de school te laten zooals die is, en dan een volgend jaar weer te zien. Bljjkt het dan noodig, zet dan ineens eene nieuwe school. De voorzitter: Ik hoor met genoegen, mynheer Pyl, dat u ook tegen dit voorstel zijt. 13 Dec. j.l. was u niet tegenwoordig in de vergadering, waarin werd besloten tot reorganisatie van het M. U. L. O., te ver deden over zes klassen in drie lokalen met drie onderwyzers, opdat de kinderen voor de burgerschool of gymnasium klaar ge maakt zouden kunnen worden en hooger onderwys in ihdustriëele- en handelszaken zouden kunnen ontvangen. De heer P. Leis: Mijnheer de voorzitter! Altjjd hoort men van zekere zjjde: de school gaat te niet of zal te niet gaan. Maar met evenveel recht als een ander den bloei be twijfelt hebben weer Underen het recht de overtuiging te bezitten van den bloei dier school. Als wjj de school in orde brengen, hetzy met tweeof drie Iqkalen, wy zyn toch a'ltyd de f 2000 kwyt, of het gaat of niet. Gaat de school wel, dan moet men toch tot nieuwbouw besluiten en zjjn de f 2000 ver morst. Eén ding is zeker: als de school niet behooriyk wordt ondergebracht, zij veel kans heeft van te niet te gaan. Wjj hebben een-uitstekend hoofd aan die school, doch als wij geen behooriyk onderdak er voor Rebben, gaat die weg. Ik kan mjj slecht met het voorstel vereenigen. De. heer Joh. Jonker: Ik behoor bij de meerderheid van Burg, en Weth., <|o< het mij nog eens bedacht en gel“~‘ wjj van den wal in de sloot koir voor my geloof, dat het het besU van DAM HOED; IEES Wza.; 'E» erkade 25;

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1911 | | pagina 1