aoeten N°. 1912 3338. Zaterdag 4 Mei. Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht. Eerste Blad. IER, >SEL, srktuigei, epareeren machines en rk tuigen en Scheepsbouw, eenfabrieken NEEN I0P, auto EER, busjes 0,15. i gevraag! oe IRiCo., WATER. ULO. it 4, Guia. IS CU M»enfl,2S. E KOOP: MIER. HUWELIJK. BINNENLAND. k Buthiede*. Franco per post door het geheele rijk f 0,90. sren bij alle Boekhandelaren, Agenten ên Bri Dit Dommer bestaat uit 2 bladen. ken? deld, aan alle in- it- S. W, N. VAN NOOTEN te/Schoonhoven. Uitgevers. Intercom m. Teïefoon-nr. 20 fflOÜfflfflSM COURANT. beeft gaan den lezen leden istaande handhaven we het voegen er aan toe, dat de jeven. gelegen- en hun 8 cM., zeer ge il groote party en 1 X 4 dma. uderak. «•ven by rma A. C. er by alle heken. mtrer worden voorzitter achtte irstel van den it voorstel een niets van. “"enweidt w..Jerzoek Ivermogens De man doen zich dan dingen wordt gelegd, „isch reageeren oren achten hem zoo ns als voor een krank- In Noord-Holland deed zich dezer dagen een opmerkelijk, zeker niet alledaagsch geval voor van gecombineerde huwelyks- feestviering. Een heer, Jan Boon te Behagen, annonceerde de vyftig-jarige echtvereeuiging van zyn vader, Jacob Boon, en tevens zyn eigen vyf-en-twintig-jarige, op denzeifden datum. Maar in dezelfde advertentie maakt zyn zoon, Jacob Boon Janzoon, zijn onder trouw bekend, zoodat waarschijnlijk de gouden-, de zilveren- en de groene bruiloft op den eigen dag gevierd zullen zyn. Dat is dus we) een familie, waarin traditiën op prys worden gesteld, en wy zouden haar willen toewenschen, dat nog zeer lang die kwarteeuwsche sprongen van het eene geslacht op het andere mogelyk zullen blyven en dan ook gemaakt zullen worden. Maar zal de instelling van het huwelyk nog wel zoo lang stand houden, dat die wensch lot een begin van vervulling zal kunnen komen? Gaat het niet tot den modernen toon behooren, niet alleen den vorm van dat instituut met zekere min achting te bejegenen, maar het zelfs in zyn wezen overbodig of schadelijk te noemen? Er waait door de beschaafde wereld allerlei wind van leering, die niets onge moeid meer laat. Wat voorheen als on- omstootelyk vaststaand werd beschouwd, nam later de critiek onderhanden, en dat is maar zelden bevorderlijk aan de hecht heid der grondslagen. Natuurlijk, mensche- lyke instellingen kunnen niet volmaakt zyn, aityd blijven zy gebreken behouden, waar men het maar meê doen moet, omdat de practyk geen middelen heeft aangewezen om ze weg te nemen, of die na verloop van tyd, door de schikkingen die daeelfde practyk heeft aan de band gedaan, in hun werking tot den laagst mogelykeu graad van schadelijkheid worden teruggebrachl, De oud-Grieksche mythe vertelt, dat de beschaving haar uitgangspunt had in twee instellingen, uit Egypte overgevoerd, den eigendom en het huwelyk. Beide gaven, door de vorming van gezinnen met onder houdsmiddelen, aanleiding tot bet kiezen van vaste woonplaatsen, tot bet aanknoopen van onderlinge, betrekkingen, waaruit later het staatsleven zich ontwikkelde. De echte lijke verbintenis stond by de Ouden, in Hellas zoowel als in Rome, hoog in eere: inbreuken op haar gewijd karakter werden zwaar gestraft, niet zelden met den dood dergenen die er zich aan hadden schuldig gemaakt. Ofschoon aan het Romeinsch recht het instituut der echtscheiding niet vreemd was, werd het weinig toegepast; een gescheiden vrouw was een voorwerp van minachting. In de Roomsche kerkleer wordt de volstrekte onontbindbaarheid van het huwelijk vastgesteld; de burgerlijke wetgeving laat de echtscheiding toe, onder omstandigheden en voorwaarden, die haar niet te gemakkelyk doen zyn, waardoor zy eenigermale is te beschouwen als een sterk bezwaarde veiligheidsklep, die alleen open gaat by hevige spanning. Zoo was het tot aan den tegenwoordigen tijd, die de aanwijzingen van een reeds lang gevoerde critiek in toepassing wil brengen. Aan den huwelijksband is aityd getornd. De letterkunde van alle landen en het tooneel in alle talen beijveren zich om voorbeelden te fantaseeren van minder aangename verhoudingen, waaraan slechts een eind is te maken door elkaar vaarwel te zeggen; om ongeregeldheden in het huwelijksleven voor te stellen als dood gewone, in vele gevallen zeer natuurlijke dingen. Men kan wel zeggen, dat negen tienden van de Fransche dramatische pro ducten, die ons in oorspronkelyken of ver taalden vorm worden vertoond, huwelyks- abnormrfliteiten tot onderwerp hebben, waar in dan meestal den rechtmatigen echtgenoot niet de mooie rol is toebedeeld. En in de tooneellitteratuur van andere natiën, ook van onze eigene, is het dikwyls niet veel beter. Moeten wy hieruit de gevolgtrekking af leiden, dat deze aanschouwelijke voorstel lingen de trouwe afspiegelingen zijn van de werkelijkheid, dat de zoogenaamde onge regelde gezinnen meer en meer regel gaan worden, en de opvatting veld wint, dat het huwelyk als een verouderde instelling is te beschouwen? *t Lykt wel zoo, maar 't is zoo niet, zelfs niet in het als lichtzinnig te boek staande Frankryk. Nog aityd zyn het uitzonderings gevallen, die in* de romans en in de comedie de aandacht vragen. Maar wel mag ge waarschuwd worden tegen den verderfe- Ijjken invloed, die van zulke lettervruchten te vreezen is, vooral op het jong geslacht. En ook kunnen wy het oog niet sluiten voor het feit, dat de band, die twee levens tot één geheel maakt, weleens wat spoedig wordt losgelatert Wie zich bezighoudt met philanthropischen arbeid zal opgemerkt hebben, dat onder degenen, die behoefte hebben aan ondersteuning, de „verlaten vrouwen” een ruime plaats innemen; haar natuurlijke verzorgers zyn er eenvoudig van door gegaan, zonder zich om het lot van het achtergebleven gezin te bekommeren. Er volgt gewoonlyk geen ontbinding van den echt langs wettelyken weg, die dan ook niet gemakkelyk te verkrijgen zou zyn, maar zonder eenig gewetensbezwaar onttrekt men zich aan plechtig aanvaarde verplichtingen. Ook in de beschaafde standen doet zich een verschijnsel voor, dat bezorgdheid wekt. Wy spreken nu .niet van den schroom om in het huwelyk te treden, zoolang njet gewaarborgd is, dat een staat van leven kan gevoerd worden, aan hooge eischen beantwoordendedaartegenover kan gewezen worden op de onberaden echtvereenigingen, waarhy zelfs de waarschyuljjkheid niet aanwezig is dat aan zeer bescheiden be hoeften kan worden voldaan. Maar toch, de begeerte om al aanstonds iiqt peil van welvaart bereikt te hebben, dat naar een oudere opvatting de vrucht kan zijn van jarenlange vlyt en spaarzaamheid, weerhoudt menigeen van den schoonsten gang in een menscbenleven. Niet genoegzame waar- deering wordt geschonken aan het zelfver diende, het met inspanning verkregene; er is een weeldezucht, die reeds aan den ingang van den huwelykstempel haar cyns vraagt en afwyst wie dien niet kan betalen. Nog andere belemmeringen doen zich voor, die wy hebben aan te merken als uitingen van een minder juist doorvoeld streven naar de vrouwelyke zelfstandigheid. Met de sterkste sympathie voor het rechtmatig verlangen om het eigen leven naar eigen inzicht te regelen, dat den grondslag vormt van de moderne vrouwenbeweging, kunnen wy moeielyk overeenbrengen de appreciatie, die van het huwelijk zou maken een soort van vluchthaven, naar welke men alleen dan koers zet, als niet op andere wijze de begeerte naar werkzaamheid, gepaard met de noodzakelykbeid om levensonderhoud te vinden, bevrediging kan vinden. Wel wordt, in vergaderingen aan de maatschappelijke positie der vrouw gewyd, terloops in her innering gebracht, dat de verkrijging der positie van echtgenoote en moeder bovenaan staat, maar het is niet zeker dat de meer derheid der hoerderessen dat als onweer legbare waarheid aanneemt. Toch schynt de ondervinding er geenszins op te wyzen, dat de aangeboden gelegenheid om tot deze bestemming te geraken wordt verworpen op gronden, aan de begeerte naar blijvende onaf hankelijkheid ontleend; ook nu nog gaat de natuur zeer dikwyls boven de leer. Maar er zyn toch theorieën in omloop over de inrichting van het „moderne” gezin, die van het eigenaardige gezinsleven niet veel overlaten. Een man en een vrouw hebben ieder een eigen werkkring. Als zy besluiten, door liefde gedreven, willen wy aannemen, hun lot te verbinden, en, om met de bestaande maatschappelijke regelingen op goeden voet te blyven, de wettelyke sanctie op bun verbintenis hebben verkregen, blyven beiden hun beroep uit oefenen, hun ambt bekleeden. Dit moge voor den werkgever, ook al is hy overheid in Staat of Gemeente, geen reden zyn om in te grypen, zoolang de nieuwe verhouding geen vermindering van arbeidspraestalie tot gevolg heeft, de fleur van het gezins leven lydt er toch onder; het huis wordt een vereeqigingspunt, in plaats van de door de vrouw met, zorg ingerichte, met liefde verfraaide, en door den man met dagelijks wederkeerend verlangen opgezochte haard van een diepgevoeld echtelijk leven. 't Is waar, allerlei bezigheden, voorheen tot het domein der vrouw gerekend, kan men nu laten doen. In de grootere ge meenten behoeft men er niets meer zelf van te verrichten, en zou het, Wanneer de geldmiddelen dat toelaten, niet moeielyk vallen, ook het samenzijn in eigen woning voor de maaityden te ontgaan. De maat schappelijke zorg strekt zich zelfs over de kinderen uit, en wie bevrijd wil zyn van alle bemoeiingen voor hun opvoeding, kan dat gedaan krygen. Wij hebben de stelling hooren verdedigen, dat het daar eigenlijk naar toe moet. De ouders zyn meestal niet de beste opvoeders, zoowel in lichame- lyken als in geestelijken zin, werd er gezegd. Hun ontbreekt meestal de kennis van de voorschriften der gezondheidsleer, welker opvolging ziektetoestanden voorkomt de 48-jange i Hy deelde op 15 Febri... beboerende i hij kort te verbrand. Qv< De dok tore1’ en C. A. van inges en a< is intt Prijs der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels ƒ0,50. Iedere regel meer ƒ0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco uiterlijk tot Dinsdags- en tot Vrydags-namiddags 4 uren. Alle binnenlandsche Advertentiën Voor 3-maal plaatsing opge geven. worden slechts 2-maal in rekening gebracht. am f 1,— en per ne te Lap- chryft ons: e tevreden- lerbaariyke jaren was onische be- rvoor geen Ik sliep e kort en l meer dan I vermoeid, n en niesde i las over i, Klooster t mij deze rahama de yt het mii, iet eerder i de eerste tanige ver lat ik door i zou, het- rd is, want »p hebben eid terug- ms totaal lag 30 April. >r den volgenden ding van het ontwerp serschip te beginnen. r dien dag niet de ersoneel te behandelen, reeds te ver in het jaar KECRTNZAKEV. In de Dinsdag gehouden zi ting van de arrondissements-rechtbank te Rotterdam werden onder meer de volgende zaken behandeld: De 83-jarige J. v. K., huis vrouw van J. W. F. te Schoonhoven, was ten laste gelegd, getuige A. Gaillard op 7 Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden f 0,75. Franco per post door het geheele rijk f 0,90. Men kan zich abonneeren bij alle Boekhandelaren, Agenten ên Brievengaarders. NTATEN-GENEHAAK. TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag 30 April. De voorzitter stelde voor J dag met de behandeling betreffende het pan 1st,. av. Tevens stelde hij voor op belangen van het pe omdat de Kamer gevorderd was. De beeren Thomson c.s. stelden voor ook die belangen te bespreken, daar de belangen van het personeel dringend voor ziening eischten. Nadat de heer Helsdingen zich hierby had aangesloten, deed de voorzitter in dien geest een voorstel, waartoe ^conform besloten werd. Vervolgens deelde de voorzitter mede, dat het zyn voorneipeu was, voor te stellen op 21 Mei de ziekteverzekering te doen aanvangen. De heer Treub drong er op aan, datzyn interpellatie betreffende de nuanciëele uit- I komsten van het rapport der Staatsc.om- van de eischen eener rationeele voeding heb ben nog maar weinigen begrip. Waarom zou men het een en ander «iet liever opdragen aan menschen, die daar studie van gemaakt hebben? De crèche, jd de gemeenten van eenigen omvang, is tot dusver een instelling ten behoeve van minvermogende moeders, die haar kleintjes onder een veilig dak moeten brengen om zelf den kost te kunnen verdienen. Waarom kan zij niet worden het algemeen instituut voor alle standen, waar een goede verpleging is gewaarborgd en de gevaren van kindersterfte, gedurende de eerste levensjaren, dia zooveel slacht offers nog maken, tot een minimum be perkt worden? Met de geestelijke vorming klemt dat nog meer. De opvoedkundige begrippen van het grootst aantal moeders is van weinig waarde zij doen maar wat, naar den inval van het oogenblik, zonder er zich behoorlijk reken schap van te geven. Vandaar dat vaak de school moet trachten veel terecht te brengen wat in het huisgezin is bedorven. Is er dan niet veel voor te zeggen, dat zij haar taak uitbreidt, dat geheel of nagenoeg geheel de opleiding van het opgroeiend geslacht wordt toevertrouwd aan de mannen en vrouwen van het vak, wier bekwaamheid, door studie en ervaring op de hoogte moet zijn van de wyder strekkende verantwoordelijkheid Op die manier kan het gezin der toekomst zich losmaken van al die belem meringen, die hel leven zoo prozaïsch doen zyn, en kan het huwelyk worden hervormd in een samenleving in économisch verband, een samenwerking van deelgenooten in elkander afwisselende beroepsverrichtingen en genoegens! Wij gelooven niet dat de openbare inee- ning zichtbaar neigt naar de practische toepassing van de nieuwere gezinsleer. Men gevoelt, dat met haar de innigheid van het huwelijksleven zou verloren gaan; dat het zich omzetten zou in een vorm van kameraadschap; dat onder zulke verhou dingen het gevaar voor de tusschenkomst van „derden”, die aityd bij gevallen van echtelijke stoornis optreden, gansch niet denkbeeldig is. Of dan het huwelijksleven in Nederland geen hervorming meer noodig heeft? O zeker, doch in juist andere richting. Wij respecteeren het gevoelen dergenen, die ook de gehuwde vrouw tot den maat- schappelyken arbeid willen toegelaten zien de stroom der openbare ineeniug vloeit dien kant uit, en het zou vergeefsche moeite zijn, zich daartegen te willen ver zetten. Maar spreekt men van ideale toe standen en verhoudingen, zou men wenschen het huwelijk het hooge standpunt te zien behouden, vanwaar het zyn gezegenden in vloed doet gevoelen over de gansche maat schappij, nu eu ’u de toekomst, dan moeten wy de oude grondslagen niet ver laten. De hervorming moet zijn een indivi- dueele; het gehalte der mannen, niet minder dat der vrouwen, moet onder de heilzame werking van het gezinsleven der ouderen, een veredeling ondergaan. Een diep plichts besef verhoogt de warmte der huwelijks liefde. Twee menschen, die een echtver bintenis sluiten, behooren te weten dat zij hebben te geven in volle ruimte, mogen niet verwachten dat zij zich aansluiten bij een wezen zonder zwakheden of tekort komingen, kunnen geen eischen stellen aan welke zij zelf niet voldoen. Het belangrijkste deel van het opvoedingswerk, dat het leven aan ons verricht, neemt eerst een aanvang op het oogenblik, dat twee tot dusver ge scheiden paden op één weg doet samen- loopen, en welke vernieuwingen de maatschappij nog in de toekomst zal hebben te ondergaan, het van liefde doorgloeide gezin zal de cel moeten blyven, die haar opbouwt tot eeu harmonisch geheel. b«rst- en iv asthma reiRoop bekomt! Klooster eenig bel eningen van ik- en slym- rloosde ver fijn, pleuris, 1 aan den iaat: JMen iegeiyke eekening eut JL. I. De echte gelijks dui- r wederom commissie omtrent het spoorwegbeleid alsnog zou worden behandeld; daartoe kon echter de voorzitter geen toezegging doen. Intusschen achtte de heer Troelstra het voorstel van den voorzitter onvolledig. Was dit voorstel een uitnoodiging aan de Kamer om over het pantserschip tot 21 Mei te spreken? Zoo dit niet aldus was, moest voorgesteld, wat behalve het pantserschip moest worden behandeld. Zou de militaire rechtspleging nog behandeld worden? De voorzitter zeide nu, dat we ook de bakkerswet zouden kunnen behandelen; de Minister bad daartegen geen bezwaar. De heer Troelstra stelde voor thans zijn motie op de agenda te plaatsen. Konden de rechtsche beeren de verzekering geven, dat nog in deze wetgevende periode de pensioen-quaestie geregeld zou worden? Spreker ging de verklaringen der ver schillende partyen in verband met de invaliditeitswet na, om daaruit te conclu- deeren, dat deze wet waarschijnlijk ver worpen zou worden. Daarom wenschte spreker de behandeling zijner pensioenmotie. Wordt die verworpen, dan bewees dit, dat men alles aan de machts politiek der coalitie opofferde. Voorts kwam hij op tegen het oneerlijk spel, door de rechterzijde gespeeld, toen hy voorstelde de bakkerswet op de agenda te plaatsen. Scherp hekelde hij de houding van Dr. Kuyper in de Standaard in verband met deze quaestie, om ten slotte voor te stellen de bakkerswet als no. 1 op de agenda te plaatsen. Aan het heftig debat, dat nu volgde, waarbij men zelfs persoonlijk werd, namen de heeren Nolens, de voorzitter, Duijs, Troelstra en Lobman deel. Het voortdurend gehamer van den voorzitter baatte niets en ten slotte werd de vergade ring onder onbeschrijfelijk rumoer gesloten. Gouda, 30 April. Bij de gisteren ge houden overgangsexamens aan de Rijks normaallessen alhier zyn bevorderd: Van de eerste naar de tweede klasse: Willem Vrancken, Joh. P. de Jong, Joh. G. T. Kabel, G. C. Kursbergen, T. Kwaker- naak, L. Verleun, Hendrs. A. A. de Zeeuw, Anna B. C. E. Amsingh, Anna M. Borrie, Wilhelmina C. van Driem, Joha. Glasbeek, Joha. M. Guldemond, Aagje van Leeuwen, Neeltje Schuling, Geertje Snoeyenbos, Teuna van Tongerloo. Voorwaardelijk: Aaitje Miedema. Van de tweede naar de derde klasse: Joh. W. Bertels, Teuuis Broere, Hendr. Molenaar, Corn. M. Plomp, Helena van Pappelendam, Heudrika P. Veening, Joha. E. Faay, Joha. van Driem, llendra. Houdyk, Coma. J. Bokhoven, Maria van Waas, Roza de Beer. Voorwaardelyk: Dina Bik, Egberta van den Bosch, Neeltje Kromhout en Jeanna Kruiswük. Van de derde naar de vierde klasse: Qorns. P. van Leeuwen, Annie B. Borrie, Joha. Chra. Edauw, Christina M. Flux, Adriana J. .van der Paauw, Wilha. J. Raastrop, Josephina J. E. Kabel, Antonia, de Jong. Voorwaardelijk» Adriana de Bruyn, Froukje de Bruyn, Pietje van Tongerloo en Ilendrika Zandvoort. ♦Nieuw-Iaikkerlaud, 29 April. In het jaarverslag van bet departement „Nieuw-Lekkerland” der maatschappij „Tot Nut van ’t Algemeen" wordt herinnerd aan •het verlies, dat het departement heeft ge leden door het overlijden van den heer J. Smit Jz., die van at de oprichting in 1860 lid is geweest, en wiens naam aan alle in stellingen verbonden is geweest. Het ledental daalde in den loop van het jaar tot 41. Er worden twee voordracht-avonden ge memoreerd, één van den heer A. A. Beek man en één van den heer Bigot. In vereeniging met het departement „Al- blasserdam” hebben wy hier een cursus van de reizende keuken gehad onder leiding van mejuffrouw Houwing. Deztw!iirsus telde 30 leerlingen en liep zeer ton genoege van iedereen af. Het departement werd op de algemeene vergadering vertegenwoordigd door den heer C. van Holk en op de districts-vergudering door den heer J. M. Prins Visser. Door het flinke tantième van de spaarbank konden de verschillende instellingen goed aan den gang worden gehouden. Uit het financiëel verslag blykt, dat in 1911 de ontvangsten hebben bedragen f 2702,24 en de uitgaven f 2615,52, zoodat een batig slot overblyft van f 86,72. De begrooting voor 1912 is vastgesteld in ontvangst en uitgaaf op f 2377,50. Wie in de laatste weken voorby de begraafplaats in onze gemeente kwam, be merkte een eigenaardige drukte. Tal van kraaien waren bezig om zich te nestelen in de boomen, die het kerkhof omg( De dieren vonden hier een mooie geit heid, om hun eieren te leggen er. jongen groot te brengen. Maar helaas! de kraaien*, pryken op de lijst der schadelijke vogels. En werkelijk, zij brachten den bewoners in den omtrek wel eenige schade toe. Daarom zyn thans alle nesten .uitgeschoten. De dieren zyn verjaagd en naar elders gevlucht, in de hoop daar een veiliger woonplaats te vinden. Een enkele vogel zweeft nu en dan nog eens mistroostig rond in de nabyheid van zijn vroegere verblijfplaats, dienu verwoest ligt. De stilte, rondom het kerkhof is weer gekeerd. tkend ge LEDER- rk niet alleen vens water" Februari op de Haven, aldaar, te hebben uitgescholden. Zy deelde mede, dat de ge tuige haar vier avonden achter elkander had nageloopen, toen zij langs de huizen ging, met toestemming van den burge meester, met een lijst voor een beugel voor een gebrekkig kind. Zij had getuige on 7 Februari niet uitgescholden, wel diens vader. Gaillard verklaarde, dat beklaagde hem zonder aanleiding had beleedigd en dit hem en zyn familie nog steeds doet. Een tweede getuige had het schelden gehoord. Eisch wegens eenvoudige beleediging f 10 boete, subs. 15 dagen hechtenis. De 48-jarige A. S., huisvrouw van A. v. d. Z. te Capelle a/d IJsel, had aldaar op 23 Maart ruzie gehad met een buurvrouw, die haar met een WMMAer had willen slaan. Met haar emmer had zij de ander toen afgeweerd; geslagen had zij niet. De eerste getuige verklaarde, dat beklaagdë v. d. Z. haar met een emmer op den rug, de schouders en de handen had geslagen. De tweede getuige had, zeide zy, „den mond van beklaagde weer hooren gaan" en daarna gezien dat de eerste getuige wel vyf en twintig slagen met den emmer op liep. Getuige had de mishandelde nog toe geroepen, beklaagde' maar dood te slaan, maar zy bad dit blykbaar niet gehoord. Eisch wegens mishandeling f 10 boete, subs. 15 dagen hechtenis. Beklaagd van brandstichting stond terecht <a arbeider H. L. te Schoonhoven. Hy ’deeïde mede, gehoord te hebben, dat 15 Februari een schuur te Bergambacht, aan H. Tempelman, met wien voren ruzie had gehad, was óverigens wist hy er niets van. ren C. Th. F. von Ziegenweidt _ji der Loo hebben een ond< gesteld naar beklaagde’s geestvi achten hem niet toerekenbaar. 2_tellectueel achterijjk; affecten zich bij hem voor, b.v. wanneer hij ergens over opwindt. Hy doet dan dii gelyk hem thans ten laste tengevolge van zyn pathologh op affecten. De doktoren acb min voor de gevangenis a.~ zinnigengesticht geschikt. Beklaagde was bij Tempelman manden* maker geweest. T. woonde in een van vier woningen, welke op acht meter afstand stonden van de verbrande schuur, waarin elfduizend manden waren geborgen. Aan een andere zijde bevond zich een boerderij met hooiberg. Des Maandags had beklaagde T. gedreigd, hem wel te zullen krygen en op Donderdag d.a.v. omstreeks half elf des avonds had getuige, komende van Schoon hoven, een man gezien, die uit de richting van zyn woning kwam. Of deze man de beklaagde was, kon getuige niet zeggen. Thuis gekomen had getuige zich te ruste begeven en tegen elf uur was hy gewekt. De schuur brandde geheel af; had de wind uit een andere richting gewaaid, dan zouden vermoedelijk of de woningen of de boerderij vlam hebben gevat. Getuige Ooms was met beklaagde en diens vrouw en dochter op den avond van 15 Februari naar huis gegaan. Ook hy had by een lantaarn, staande dicht bij de grens van Schoonhoven en Bergambacht, een man ge zien, die schielyk omkeerde, toen het gezel schap aankwam. Getuige meende, dat het gevaar voor uitbreiding van den brand zeer groot was geweest. De agent Vogel had zich na den brand begeven naar de woning van beklaagde, wiens vrouw in spyt vap het late uur, ge heel gekleed was alsof zy wachtte op de dingen die komen zouden. Beklaagde was boven, en toen zyn vrouw hem riep, kwam hy beneden. Zoodra h(j getuige zag, zeide beklaagde: „O, ik moet zeker voor mfin zwager Tempelman weer ongelukkig gemaakt worden”. Zyn vrouw deelde mede, dat be klaagde uit was geweest. Getuige Van Oosten had omstreeks elf uur den beklaagde, die naar huis ging, zien loopen. Eenigen tyd later was de brand uitgebroken. Buiten eede gehoord, deelde de vrouw van beklaagde mede, dat deze op den avond van 15 Februari uit was geweest; waar naar toe was haar niet bekend. De officier achtte het ten laste gelegde bewezen en vereenigde zich met het oordeel van de deskundigen. Geëischt werd schuldigverklaring van be klaagde aan opzettelijke brandstichting, waardoor gemeen gevaar voor goederen te duchten is, en plaatsing in een krankzinni gengesticht voor een proeftijd van ten hoogste een jaar. De rechtbank veroordeelde onder meer: K. de B., 28 jaar, lossen werkman te Berg ambacht, wegens oplichting, tot een maand gevangenisstraf. C. V., 19jaar, landbouwer te Bergambacht, wegens mishandeling, tot f 20 boete, subs. 20 dagen hechtenis. K. M. in 't V., 39 jaar, veehouder te Lekkerkerk, wegens mishandeling, tot veer tien dagen gevangenisstraf. Vrijgesproken werd W. F. de V., 41 jaar, barbier te Schoonhovep, beklaagd geweest van oplichting. KERKNIEUWS. De correspondent op Urk van de „N. R. C.” schryft aan dat blad: Ons bericht in zake eèn onderzoek, door het provinciaal kerkbestuur ingesteld, naar klachten en grieven, die kerkeraad en leden der Herv. gemeente hebben ingebracht tegen den predikant Ds. H. Snel, tegenspraak uitgelokt. Het zou niet over grieven van sommigen tegen’ predikant, maar klachten gelden, door d< en gemeenteleden tegen kerkeraadsk ingebracht. Desniettegenst vermelde, doch i f 86,72. is vas 377,51 weken "eente drukt. i zich

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1912 | | pagina 1