COKES
rnoóp,
icta Paulo,
1912.
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
Eerste Blad.
,r-
Gasfabriek
der Gemeente Schoonhoven.
IVEEN,
Hntem, levert
Zaterdag 9 November.
OfflciëBlB leÉrói.
RT UWE
EID I I 1
KT'
niets van
Tijdelijke Prijsverlaging
van
tIEËN.
1NSELEN.
IROOP,
acta Paulo,
zing verzekerd is.
heen ondervonden
Bneeskracht, zoowel
jongen als ou
den, kinderen als
arjjsaards, zwak
ken als herstel
lenden.
■ONHÖVÏHHÏ COÜRAIfT
Intercomm. Telefoon-nr. 20.
geven, worden slechts 2-maal in rekening gebracht.
Dit nommer bestaat uit 2 bladen.
uld hebben.
5.
rgi
BChl
nog
wel
5
half twaalf gaat de Rechtbank in
Mijnheer de
ver-
Recht-
die de praatjes
S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven,
Uitgevers.
waarom
en njet
A.N.van ZESSEN;
OOPS, Wjjdstraat,
tlopt
geklopt bezorgd
60
70
Maar een
praatjes
•n, z
Mat
haar
en die was I
Toen reet
tschieden.
eenige, die
moest er
lu zijn er
liet
te
u
u
Als men
leliyk de tribune
bren-
heeft
niet
van
6.
7.
Gemeente Schoonhoven.
pret
kun
lot
AN DAM ic Co.
■n Haag,
con van 300 gra
12 flacons f 15,-
eeste Apothekers
gen<
er
Brui
kend
veeg gel
begp"""'
op
danl
boren
Ik
meest ervaren
dat onderzoek
i, daaruit
onder
st rap-
r-Com-
geen
r is
ergif
;d is
van de fleschjes
te vergiftigen moet
ren. Nu is het
tnd uit de klasse
lig van deze
Had ze de
gunste,
jk haar
dochter
zyn «zin.
Vanaf heder -
zijn de pryzei
On|
Gi
Onge
Gekit
dan kan
jekening,
keuring. Bovendien loopt
srst, wanneer de eerste
Deze vloeit dus nooit
;eteekende stuk zelf.
lus schade had kunnen ont-
buiten het formulier.
oord over
geenszins zijn getuigenis
kan aannemen dat
De Directeur,
MAK.
Schoonhoven, 12 October 1912.
ien, gedurende enkele weken,
m der Cokes gesteld op:
Ingeklopt afgehaald 55 (Jenta per H.L.
ieklopt 65
Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels ƒ0,50. Iedere
regel meer ƒ0,40. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending
franco uiterlijk tot Dinsdags- en tot rrydogs-namidcta^s 4 uren.
Alle binnenlandsche Advertentiën voor 3-maal plaatsing,opge-
mejuffrouw
■"•bliek eeu
u.agend en
gezocht, of door beklaagde
gekocht, doch heeft niets
maar op wyst. Deze aan-
•ok weg.
nu den koop betreft
ratten
brood smerei
dat iemai..
.«ens zóó weinig van deze
toegediend. Had ze de
:e voor ratten wordt
er dik mee te be-
niet zoo lang bed-
afgeven.
:kelyke sluiten van de
imp voor het gezin geworden,
mid. Men had niet --
j moeten s
is hier
1910
dijk gevallen
gauw stei
meer
brief,
be-
het Program der
i Unie,
koetsveld.
woord van
VORNIN LOHMAN.
p. p. f 1,10.
)TEN, Schoonhoven.
met de SANGUI-
>er van weten, richt
Gzn. v/h L Por
IELE;
STEENIS;
UIVER
ROSS;
VLOT;
Joel
T HOUT
WALSU
WIJK;
i DIJKEN;
IUS SCHOUTEN;
AGEN;
AMERPAGT;
IER;
S;
.GEMAN
WMEESTER;
VOERD;
ZESSEN;
J. ALES
rogisten en de
it z(jt;
1;
lebt in de keel;
tang en gezond
i 230 gram f 1,—
-I van 1000 gram
oden band met
den Gen.-Agent
dam.
de jongens wel*«
waren, maar van
Dit is trouwt
terecbtzittir-
Ook weiu
thuis niets
deed alles.
Omdat Van Waf
dat beklaagde 1
ment gekocht en
dien indruk
praatjes; geei
Andere geti
gezeil, ver
wat hij d<
Maai
>k i
GEMENGD NIEUWS.
Maandagmorgen omstreeks
10 uur, zoo meldt het „D. v. G.”, was de
bode J. Rademaker, uit Ouderkerk a/d IJssel,
ten huize van den heer Van W. in de
Keizerstraat te Gouda zijn boodschappen aan
’t opnemen; Onderwyi had hy de zorg voor
paard en ’wagen toevertrtniwd aan zyn
knechtje, een opgeschoten jongen. Deze
ren.
jeklaagde ziet,
daar geen men
isten van f 10.000 en
ten voor vefzekering.
hier’ verklaard, dat
Ide, men geroyeerd
:h een premie-vrije
AN ZESSEN
IN v.DRAAT;
fed. F. AMSING:
ij. H. KORTE WEG
SIEBEL;
IG;
.ANKEN Jr.;
EEK
LAN;
ma K. van DAM;
den HOED
f. van REES W
:RKADE;
•OPIK;
LAREN;
JANv. d. SLUIS;
VERHOEFF;
rk
1OUWELINGEN;
kP.C.PESSELSE;
OPS;
JM;
k Co.;
i van DAM;
RLOUW;
DEN OUÓSTEN
van DAM;
NEVELD—Piee
BOON;
M. MAARS;
k W. DONKER;
GENEVELD;
J. VUIJK;
IMEULEN;
,n der WOUDEN
LENA AR;
GROOT;
UWER;
A. BROUWER;
van GENNEP;
1 IJ. K. STOLK;
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden
0,75. Franco per post door het geheele rijk 0,90. Men kan zich
abonneeren bij alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.
van moord of vergiftiging sprake is; dan
zouden voor een deel aeer zeker de verze-
kerings-maatschappyen aansprukely k gesteld
kurinwi worden. A*tf die op Sel
licht aankomen, zóó zjjn de agenten der
verzekerings-maatscbappyen op het huis
van beklaagde komen aanstormen, oin een
man van 60 jaren te verzekert
Als men de woning van bi
zal ieder overtuigd zijn dat
scben wonen, die por*
f 15.000 kunnen sluit»
Schuddeboom heeft
als men niet meer betaald»
werd: maar men had toet
polis moeten
Het gemakkelyl
is een ram|
is er schi
ringen
ging is
aar zwager
„Ik kan je
Hij bedoelde
ren woorden
lar die gretig door'
werden aangevuld,
over den flnancieelen toestand van
heeft men hier veel gehoord. Niets
is er echter van waar gebleken,
nog de beste ii
gegeven. Er werd slechts
trek aan contanten. Met
heer
dat
lutiewaartegen
an hebben.
oe op de gewone
it zyt en bet heeft
dan geen zaak zjjn
andere manier te
posten
- Zeker
len had niet zulke verzeke-
sluiten, doch van vergifti-
geen sprake.
is Groen tweemaal van den
en món dacht, dat hy
irven zou. Toen is er
dat wanneer Groen toen
zyn, dit een heele verande-
n gegeven. Toén is men er
irzekeringen te gaan sluiten.
Groen niet verzekeren,
d was. Stigter heeft hier
Hj er niet goed uitzag en
■elfs zei, dat hij het aan de
buitenstaanders
was zooals
■r. Zóó is men er toe gekomen ver-
igen te gaan sluiten.
de f 4000 wist Groen,
niet aan Groen gene
beweerd, maar de
toch de f
wel a
over gesproken,
gestorven zou z
ring zou hebben
toe gekomen ven
„Piötas” wilde l
omdat hij niet goed
verklaard, dat hy
dat Groen hem zelfs zei,
nieren mankeerde. Vele
vonden dat Groen niet meer
vroeger
zekering...
Van de f 4000 wist Groen. De f 10.000
mochten niet aan Groen genoemd worden,
is hier beweerd, maar de agent van de
.Utrecht” wilde toch de f 4000 van de .Ne
derlanden" overnemen. Dat beklaagde het
woord moest doen is niets byzonders; zy
was het meest ontwikkeld, zy had de leiding
der zaken. Dat het sluiten van die ver
zekeringen niet sympathiek is, geef ik gaarne
toe, maar haar vader deed er aan mee en het
rechtvaardigt absoluut niet de gedachte,
dat beklaagde de verzekeringen zou heb
ben gesloten om haar vader van het
leven te berooven. Ze zyn gesloten omdat
men geloofde, dat Groen het niet zoo lang
meer zou uithouden. Het waren dus spe
culaties, maar daar mag en kan men niet
uit opmaken, dat ze haar vader vergiftigd
heeft. Ze heeft gelogen tegen de verzeke-
rings-agenten, maar ik heb er over ver
wonderd gestaan, dat alle agenten zich
alles zoo precies konden herinneren, zy.die
met zooveel menschen omgaan. Maar dit
alles bewyst nog niet, dat zij haar vader
wilde dooden.
Altyd ging men bij denzelfden dokter en
als men aan vergiftiging denkt, doet men
dat niet.
De verzekeringen liepen ten haren p
zegt men. Maar dat zegt niets. Ooi
moeder deelde mee. De andere
van Groen was getrouwd tegen
Van de jongens had hy niet veel plezier.
Is het dan wonder dat hij de beklaagde,
zijn dochter, waar hij wat mee ophad, be
voordeelde? Dat blijkt ook uit zyn testa
ment ten voordeelfe van haar.
Ze heeft gelogen, zegt de Officier van
Justitie. Maar 6 maanden heeft ze hier
gezeten zonder verdediger of raadsman; is
dat, dan zoo'n wonder?
Eén keer heeft ze bij geld-leenen gezegd:
als- vader dood is. Groen was ziek en dan
zegt men al gauw zoo iets. Tegen Broere
heeft ze ook zoo iets gezegd, maar heel
anders dan Broere het vertelt. Daarom
ontkende zy dit eerst.
Logisch is dat ze aan Van der Sloot
polissen laat zien en presenteert. Maar al
die gezegden bewyzen toch niet, dat zy.
naar den dood van baar vader verlangde.
Ze liep als het ware met die polissen te
koop, en dat zou toch niet slim geweest
zyn, als ze iets vau dien aard van plan
geweest was. Die praatjes hebben haar het
nel gespannen, die praatjes van den dijk.
De uitknipsels van vergifligingsgevallen
nit couranten worden tegen haar ingébracht;
maar de beklaagde knipte zooveel.uit, zoo
als albumversjes enz. Ze had er wel een
paar honderd. Doch dat bewijst niets.
Getuige Ort is alleen bezwarend voor
beklaagde. In de instructie beeft getuige
Ort anders verklaard. Maar mag men de
verklaringen van mej. Ort zoo maar voet
stoots aannemen? Getuige Ort heeft alles
zoo zwart mogelijk gemaakt om beklaagde
te bezwaren.
De president:
dediger
De verdediger: Mynheer de president,
laat ik dan zeggen: zoo zwaar mogelijk.
Na dien brief van juffrouw. Ort wilde be
klaagde niets meer van haar weten, wat
bewyst het harde dichtslaan van de deur,
door getuige Gelderblom hier verklaard.
Ik wil niets ten nadeele van getuige Ort
zeggen, maarzij beoefent de zwarte
kunst. Getuige Tromp vond het vreemd
wat juffrouw Ort tegen hem zeidat be
klaagde wel aan getuige Ort iets gevraagd
had om haar vader weg te maken, en niet
met hem er over gesproken bad.
Waiir is dat beklaagde belang had bij
den dood van haar vader, maar ze zou dan
gaan trouwen en dan was zij onder dak,
zoodat het overige haar weinig meer aan
trok. Ik begrijp njet, als het gebeprd zou
zijn zooals hier verklaard werd,
dan alleen deze beklaagde hier zit
de heele familie Groen.
Alle getuigen hebben niets ten nadeele
van deze beklaagde kunnen zeggen, dan
alleen Brussee, die de praatjes van den
dijk opschreef.
Ze beeft gelogen, maar ook waarheid
gesproken.
Beklaagde heeft verteld dat Dr. Boom
haar een copie van een brief gegeven heeft,
na den dood van baar vader, om die aan
1. Luchtpij pont-
steking.
J 2. Cbron. bron
chitis, hoest.
3. LongvliesoDt-
steking.
4. Asthma,
nauwdhed
Hevige bron
chitis, zw
benauwd.
Tering.
Longontste
king.
8. Hartziekt
- 9. Malaria.
RECHTSZAKEN.
Tergiftiging en valschheid in
•ebrifte 4e Nieuw>Lekkerlan<
(Vervolg van no. 3390.)
Hun conclusie is door de .-~
chemici verworpen. Door dat onu»
en door de verkeerde conclusie, 1
getrokken, zit beklaagde bier nog
verdenking van vergiftiging. Mét hel
port van die beeren heeft de Rec)iter-(
missaris gezegd, dat er vergift is gevonden.
Was de conclusie van het rapport goed ge
weest, dan was reeds gebleken dat er geen
phosphorus in het lyk was gevonden. Hier
is dan ook verklaard geworden, dat die
heeren tot een andere conclusie hadden
moeten komen. Wat de professoren wei
wisten, was, dat men hier met geen phos-
phor-vergifliging te doen had. Het phos-
phor-vlammetje, dat die heeren kregen, kan
volgens deskundigen niet beschouwd worden
als ook maar eemg bewys. Ook toen is er
geen sprake van phosphor geweest. Dat
vlammetje had net zoo goed door een andere
stof kunnen zijn ontstaan. Ook is er arse
nicum in bet lyk gevonden, doch de hoe
veelheid, die gevonden is, is volgens Dr.
Van Eek normaal. Ik heb hier een Ijjstje
van voedingsmiddelen, in welke min of
r arsenicum voorkomt. Ik zal dit alles
opnoemen, het publiek mocht er eens
schrikken. Waar is, dat de lykdeelen
nog meer arsenicum bevatten dan de phos-
phorbry. In 10.7 gram bry zit 146 m.G.
arsenicum.
Men heeft ook f
arsenicum was ge,
gevonden wat er n
wijzing ^alt dus o<
Wat nu den koop b
phospborhry: om ratti
men het dik op L..
toch niet denkbaar,
van beklaagde telke
bry zou hebben toeged
aauwyzing gevolgd, welkt
gegeven, namelyk brood
smeren, dan was Groen i
legerig geweest.
Punt heeft hier verklaard, dat hy in 1911
meer rattenvergif verkocht heeft dan in
andere jaren. De Punten waren ook onzeker
met hun verklaring aan wie de fleschjes
phosphorbry verkocht waren.
In 1910 of 1911 is er ook rattenvergif
bjj T. Blom gekocht. Later, na het over
lijden van Groen, heet het dat er geen
fleschjes meer gekocht zyn, doch in 1912
is er op myn verzoek nog een flesebje ge
kocht om het te doen onderzoeken. Vast
staat dat Groen en ook de broers phos-
phorbrn by de Punten gekocht hebben, en
niet alleen deze beklaagde. Ik zie niet in,
waarom daarin tegen deze 'beklaagde een
aanwijzing zou zitten. Hier komt nog by
dat Arie Groen zelf phosphorbry heeft mee
genomen naar het land, wat bier door Arie
Visser is verklaard.
Zoo kom ik dan tot de conclusie, dat er
absoluut geen eukel bewys is, dat Groen
phosphor is toegediend, laat staan een
ander vergif. Men mag aatfnemen dat Groen
vergiftigd is, maar waarom heeft dan juist
deze beklaagde het gedaan? Dan moesten
er toch aanwyzingen wezen. Ik heb de
heilige overtuiging, dat zij het niet gedaan
heeft. Het zijn alle praatjes van langs den
Lekdyk.
Er rust op beklaagde een verdenking,
opgebouwd uit verschillende feiten, welke
oogenschynlyk verdacht zyn, dat wil ik
niet ontkennen, en die door de praatjes van
langs den Lekdyk zyn aangedikt. Nu hoop
ik uwB Rechtbank er van te overtuigen,
dat deze verdenking ten onrechte is. Ik
il dit trachten aan te toonen door een-
oudig feiten tot u te laten spreken.
Een kleine herinnering daarby. Ik wys
op een novelle van Cremer, „Het krie
kende Kriekske", waarin een meisje door
laster van haar geluk beroofd wordt. Ik
meen inderdaad dat hier sprake is van
laster, van dat „kriekende Kriekske”, van
allerlei praatjes, welke langs den Lekdyk
uit den volksmond kwameu en ten slotte
gretig werden opgevangen door den veld
wachter Brussee. Beklaagde werd belasterd,
en daardoor zit ze nu hier. Beklaagde was
een type, dat iets afweek van de andere
meisjes langs den dyk.
In Rotterdam het modistevak geleerd
hebbende, vestigde ze zich by haar ouders
als naaister. Dat wekte al lasterpraatjes.
Ze was veel in de zaak en deze werd door
haar werken verbeterd. Beklaagde was
wat luidruchtig, wat los, wat wild, doch
niet slecht. De menschen aan den Lekdyk
begrepen baar eenvoudig niet.
Ze ging net gekleed en reed fiets, en
dan is men daar niet gewenscht. Dit alles
wekte lasterpraatjes, die ten slotte alle on
waar bleken Ae zyn.
(De Officier van Justitie lacht bij deze
woorden.)
Het is zoo juist wat getuige Van Namen
zegt: praatjes van den dyk, waar niets van
waar bleek, maar die door één man, Brussee,
opgevangen werden.
Door den burgemeester van Nieuw-Lek-
kerland werd hier gezegd, dat de zaken bij
Groen niet best gingen, maar Brussee
teerde zich niet den Rechter-Commissaris
op te wyzen, dat beklaagde ook met de
irdenverzekering geknoeid moest hebben.
veeartsenhier gehoordwisten
verzekeringen af.
Brussee zeide hier dat het algemeen be-
was, dat Groen thuis voor een voet-
ibruikt werd. Zoo zyn de praatjes
begonnen.
Groen had aan Brussee gezegd maar
dat was 10 jaren geleden dat hy het
thuis slecht had, dat hij kon merken, dat
hy er te veel was.
Mjjndert van Namen verklaarde hier, dat
- ?!"eens niet best voor Groen
an beklaagde wist hy niets,
rens ook door niets hier ter
ting gebleken,
srd hier gezegd, dat haar vader
te zeggen had; beklaagde
Hoe kwam men daartoe?
igeningeu hier gezegd heeft,
by hem een muziekinstru-
betaald had en dat hij
gekregen had? Dus niets dan
en bewyzen.
getuigen, als Hendrikse en Hoo-
irklaarden dat Groen best wist
leed en Hendrikse, desgevraagd,
verklaarde hier dat Groen geen sukkel was.
Ook notaris Van den Brink verklaarde
hier, dal Groen best wist wat hy deed, toen
hij ten voordeele van deze beklaagde een
testament maakte; terwyl de candidaat-
notaris Van Buuren verklaarde, dat Groen
uit eigen beweging kwam.
De Officier van Justitie heeft gezegd, dat
beklaagde geld op de polissen leende. Neen,
Edelachtbare heeren, dat is niet waar; dat
deed Groen. De beklaagde leende alleen
geen geld, daar immers hier verklaard is,
dat Groen zelf bij Bastiaan de Lange f 350
leende. Dus zoo’n sukkel bleek Groen
toch niet.
Wéér is dat deze beklaagde een steun
was voor haar vader en deze veel van haar
hield. Dit bewyst het testament ten haren
voordeele. Hy liet zich ook steeds gunstig
over beklaagde uit.
Groen was waarschynltfk thuis wat ineti
noemt een grommer, een man, niet prettig
tegenover iemand, niet aardig.
sukkel was hy niet, dat zijn weer praatjes
van langs den Lekdyk, zooals Arie van Vliet
hier ook getuigde.
De Officier van Justitie merkte op, dat de
familie Groen als niet eerlijk bekend stond.
Dat heeft hier getuige Bastiaan de Lange
verklaard, en toch leende hij geld aan Arie
Groen.
Brussee heeft hier gesproken „over het
inslaan van den bliksem in de woning vau
beklaagde, als zou daar niets van waar
wezen. Andere menschenhier gehoord
wisten er wel degelyk van. Als een bewys
voor de eerlykheid der familie kan aange
voerd worden, dat de oude heer Smit en
ook de heer Jan Smit geld leenden, dat zij
geregeld terug kregen. Dat doet men niet
aan menschen, die ongunstig bekend staan.
Ook de agenten van levensverzekering
maatschappijen en leveranciers kregen steeds
'gunstige informaties. Later kwamen die
praatjes pas op, die gretig aan den dijk
verteld werden.
Leendert de Graaf heeft hier verklaard
gehoord te hebben, dat bij een ruzie tus-
schen beklaagde's moeder en haar zwager
Van Dam laatstgenoemde zeide:
in de kast brengen als ik wil.” I’”
er eigenlijk niets mee; het waren
in een booze bui, ma:
praatjes van den dyk w
Ook - J-
Groen
is er echter van waar gebleken, daar in het
begin van 1911 nog de beste informaties
werden gegeven. Er werd slechts geleend
uit gebrek aan contanten. Met de f 1100
van den heer Smit is Versloot betaald.
Vast staat dat door Arie Groen aan be
klaagde f 1000 was gelegateerd, en dat doet
men jiiet als er niet is.
fn Mei 1910 is de zuster van beklaagde
met Vaa Dam getrouwd. Al de kosten van
de bruiloft en van de inrichting van het
huishouden zjjn door Groen betaald. Dat
bedroeg, pl.m. f 500; ik heb hier verschil
lende kwitanties bij my. Zoo iels doet men
niet als men aan het eind van zyn geld is.
Men is overgegaan tot het sluiten van
verzekeringen, want de moeder en de vader
van beklaagde wisten het ook.
De vrjje verzekeringen, die in ons land
bestaan, zjjn een ramp voor beklaagde ge
worden. Laten wjj veronderstellen dat hier
de „Nationale" te schryven.
Getuige Boom kan zich dat niet
herinneren. Hier overleg ik u den
dio gevradeu is, ee» bewijs dus dat
klaagde niet alles liegt.
Gunstig voor beklaagde is, dat zij tydens
de ziekte van haar vader driemaal om den
dokter is geweest.
Dat doet niet iemand, die vergif
toedient. Aangetoond is dat beklaagde
haar vader, tydens zyn ziekte, goed
verzorgde. Ten slotte is ze nog midden
in een October-nacht naar den dokter ge
fietst, toen haar vader het zoo benauwd had.
Er is tegen haar ingebracht, dat ze er zoo
lang over deed om zich te kleeden; maar
zoo iets doet toch niet iemand, die den dood
van haar vader wil of er schuldig aan is.
Bij de begrafenis ging alles rustig toe.
Er bleek niets van haast en dat zou toch
wel het geval zijn geweest, indien ze zich
schuldig voelde.
Ik heb geaarzeld het naar voren te bren
gen, doch de beklaagde heeft haar kind
naar haar vader genoemd. Zou ze zóó iets
gedaan hebben, indien ze schuldig tegen
over haar vader was geweest?
„Ook alweer een truc!” zou men kunnen
zeggen. Ik heb beklaagde te dezer zake op
de proef gesteld, en bet bleek dat ze abso
luut niet begreep, dat dit in haar voordeel
kon zijn. Trouwens, zoo iets onmenschelyks
kan ik mij in bet slechtste mensch niet
denken.
Haar houding was raadselachtig, zei de
president.
Ze is rustig gebleven, omdat ze onschul
dig was. Had ze gehuild, dan had men
gezegd: het is maar aanstellerij. Heden
avond heeft ze me nog verklaard:- ik
zal niet veroordeeld worden, want ik ben
onschuldig. Ze wist zich onschuldig en
daarom heeft ze het een jaar in hechtenis
kunnen uithouden.
Ik hoop uwe Rechtbank overtuigd te
hebben, dat ze aan vergiftiging onschuldig
is. Uwe Rechtbank zal haar vryspreken.
Ik acht veroordeeling wegens vergiftiging
absoluut buitengesloten. Uwe Rechtbank
zal tot baar zeggen: gij gaat vry uit.
Oók ten aanzien van valschheid in ge
schrifte, een ander deel der zaak. Wy
moeten nagaan of het formulier, waarop de
handteekening is geplaatst, een geschrift
is bedoeld in art. 225 van het Wetboek van
Strafrecht.
Stond ik hier nog versch, ik zou ook in
deze breedvoerig het onhoudbare van de
zaak aantoonen, hetwelk ik nu in ’t kort
hoop te doen.
Uit het geschrift moet eenige verbintenis
kunnen ontstaan. Nu, dat is vrywel uit
gesloten. Alleen verbond men zich op dit
formulier tol bet betalen eener premie,
daar de keuring later moest geschieden.
Het was zelfs geen voorwaardelijke ver
bintenis. Er werd later op het stuk
veel veranderd. Formeel had het stuk
bestemming, materieel echter niet.
Hét stuk had bestemming niet om tot
eenig feit te dienen.
Wat is geschied? Beklaagde heeft het
formulier met „A. Groen” geteekend. Niet
om een valsche handteekening te zetten,
maar eenvoudig als gemachtigde van haar
vader. Ze heeft zelfs niet getracht, de
handteekening van haar vader na te bootsen.
Ze teekende meer voor haar vader, dat is
hier gebleken. De Hooge Raad zegt wel
dat geen verandering zonder machtiging
inag gemaakt worden, maar dat is hier
toch geschied en die opvatting is voor ver
andering vatbaar. Iets anders is, of uit het
formulier nadeel kon ontstaan. En nu zeg
ik: geen enkel.
Vóór er nadeel kon ontstaan,
keuring plaats gehad hebben. Ni
drie inogelykheden:
lo. Groen gaat niet naar den dokter.
2o. Groen gaat wel naar den dokter, doch
wordt afgekeurd, eu dan is er natuurlyk
van nadeel geen sprake.
3o. Hy wordt goedgekeurd, maar
nadeel onstaan niet door die handtet
maar wel door de
de risico dan eei
premie is betaald,
voort uit het get
Wanneer er di
staan, staat dat I
Een enkel woord over getuige Schudde-
boom. Ik trek geenszins zijn getuigenis in
twyfel, doch men kan aannemen dat hij
zich vergist heeft. De houding van dezen
getuige komt mij raadselachtig voor.
Hoe kon Schuddebooin aannemen, dat.
Groen niét meer met agenten van verze
keringen te maken wilde hebben? Dat be
grijp ik niet! Groen zou 3 1 uren beneden
gezeten hebben, en men hoort of ziet hem
niet. Dat is my een raadsel. Schuddeboom
heeft deze zaak niet met groote aandacht
béhandeld.
Ieder oogenblik had Groen toch thuis kun
nen komen, als hij niet thuis was, en dan
bad beklaagde voor leugenaarster gestaan.
Beklaagde is slim, heeft de Officier gezegd,
maar dat is zoo slim niet.
De Officier van Justitie: Nou, of ze
slim is!
De verdediger: Beklaagde heeft Dr.
Boom zelf binnen geroepen en die was bij
de besprekingen tegenwoordig. Toen reeds
had toch de keuring kunnen ges
Getuige Schuddeboom is de
tegenover deze beklaagde staat.
In 1908 teekende ze reeds voor haar vader,
en onder het volk wordt het niet zoo zwaar
opgenomen, den naam Van een ander te
zetten.
Wat gebeurd is bij de „Nationale”, had
ook kunnen gebeuren bij de „Utrecht" en
de „Nederlanden”. Zij teekendealtijd; Groen
was een boerenman, die slecht schreef.
Vóór haar pleit, dat ze het stuk terug
had kunnen krjjgen. Ze beeft het niet ge<
wild. Had ze begrepen dat ze iets straf
baars had gedaan, dan had ze het wel terug
genomen.
Speelt hier nu de „Nationale” zoo’n mooie
rol? Als deze alles goed had nagegaan, was
den t.weeden dag reeds uitgekomen, dat
Groen niet zelf had geteekend.
De president: Mijnheer de verdediger,
u mag de Maatschappij geen verwyt maken.
De verdediger: Jawel, mynheer de
resident, maar er blijkt hieruit, dat zij had
uimen zien en dan was het in *t oog ge
lopen.
En nu? De Officier van Justitie vraagt
5 jaren gevangenisstraf, rekening houdende
met de voorloopige hechtenis, voor een feit,
dat dagelyks voorkomt en toch niets mis
dadigs is.
Wilt u een bewijs?
In ’t „Handelsblad” van Dinsdag schryft
iemand dat een adres, den raad van Zaandam
aangeboden door eenige lieden, ter zjjde
werd gelegd, omdat bekniet op zegel was.
Die handteekeningen werden door den heer
Duijs, toch een hoogst ontwikkeld, man, op
zegel overgeschreven en toen werd het
adres door den raad aangenomen.
Zou nu iemand durven zeggen: dat zijn
valsche handteekeningen?
Nu de strafmaat. Er zal zeker een be
langrijk lagere straf opgelegd moeten worden
dan de heer Officier eischt.
De Officier heeft tegen een verzekerings
agent, die een valsche handteekening ge
plaatst had, 14 dagen geëischt. Of brengt
de Officier dezen eisch in verband met de
vergiftiging en denkt hy: daarvoor heb ik
je niet kunnen krygen, nu zal ik je hier
nemen
Ik wist niet wat ik hoorde: 5 jaren.
In alle omstandigheden is de eisch veel
te hoog tegenover deze beklaagde, die een
jaar in hechtenis heeft gezeten.
Op den gedenkwaardigen dag, dat deze
beklaagde naar den Rechter-Commissaris
wilde gaan, is ze niet teruggekeerd.
In de gevangenis «is ze gehuwd. Die man
heeft zijn trouw in den meest abnormalen
toestand getoond. In de gevangenis heeft
ze gesmaakt haar bljjdste uren, doch ze
heeft er ook doorgemaakt haar zwaarste
uren. Zeker, ze is goed geholpen: ze is
uitstekend behandeld, en heeft mij verzocht,
deze plaats daarvoor een woord van
>k te spraken. Doch haar kind is ge
in de gevangenis, en dat zegt veel.
wil er nog op wijzen, dat de vader
zyn kind nog niet gezien heeft. Hij wil
zyn kind niet door de tralies zien. Ook de
grootmoeder heeft haar kind nog niet ge
zien. Niemand nog. O ja, ik heb het gezien
en ze heeft mu’ verzocht den vader te wil
len zeggen, hoe het er er uitfag.
Ze heeft in geen jaar één der haren ge
sproken. Ik wil niets van de hardheid der
bepalingen zeggen, die het verboden. Maar
het géval is tragisch.
Ik hoop dan op uw vrijspraak van ver
giftiging. En dan, mocht ze onschuldig zijn,
onmogelyk iso hel niet, niemand twyfelt
er meer aan,' dan zeg ik.... heeft ze een
jaar doorgebraebt in het huis van bewaring,
een jaar, dat in haar verdere leven een
droeve herinnering zal nalaten.
Gy zult misschien straffen wegens valsch
heid in geschrifte, doch dan zeer zeker een
lichte straf opleggen en in mindering
gen den tyd, dien zij in voorarrest
doorgebracht.
Gij zult zeggendie valschheid in geschrifte
is strafbaar; doch ze is niet misdadig,
zóó misdadig, dat een gevangenisstraf
5 jaren gewettigd is. Dat nooit....
Daarom, omdat ik voel, dat ze onschuldig
is, vraag ik uwe Rechtbank hare onmid-
dellijke invrijheidstelling. Ik meen dat,
nadat zij een jaar onschuldig in verdenking
gezeten heeft, deze eisch rechtvaardig is,
en dat het uw plicht is aan myn verzoek
te voldoen.
De Officier van Justitie ziet om des
tijds wille van de repliek af. De verdedi
ger had hem gezegd twee uren te zullen
pleiten, doch hij heeft er drie van gemaakt.
Spreker wil dus de Rechtbank niet langer
vermoeien.
Met klem verzoekt hij de Rechtbank op
êt verzoek van den verdediger niet in
i gaan.
Tegen half twaalf gaat de Rechtbank in
Raadkamer, en keert om kwart voor twaal
ven terug.
De president (tot beklaagde): Als w(J
nu onmiddellijk in vrijheid stellen, weet
dan waar u heen moet?
De beklaagde: Neen mynheer.
De president: Dan bepaglt de
bank dat u morgenochtend om 10 uur in
vryheid zal worden gesteld. (Geweldig ap
plaus op de tribune.)
De president (hamerend):
niet stil is, zal ik onraiddellyk
doen ontruimen.
De Rechtbank, heeft de uitspraak in deze
zaak bepaald op 1 November des morgens
te 10 uur.
Den volgenden morgen besteeg i J
Groen onder gejuich van het pub!
rijtuig, haar kind op de armen draf
vergezeld van haar man.
Zootils wij reeds mededeelden is zij 1
November van vergiftiging vrijgesproken, als
zijnde deze niet bewezen, en wegens valsch
heid in geschrifte veroordeeld tot 6 maanden
gevangenisstraf.
er
jaai
van
het