COKES rnoóp, icta Paulo, 1912. Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht. Eerste Blad. ,r- Gasfabriek der Gemeente Schoonhoven. IVEEN, Hntem, levert Zaterdag 9 November. OfflciëBlB leÉrói. RT UWE EID I I 1 KT' niets van Tijdelijke Prijsverlaging van tIEËN. 1NSELEN. IROOP, acta Paulo, zing verzekerd is. heen ondervonden Bneeskracht, zoowel jongen als ou den, kinderen als arjjsaards, zwak ken als herstel lenden. ■ONHÖVÏHHÏ COÜRAIfT Intercomm. Telefoon-nr. 20. geven, worden slechts 2-maal in rekening gebracht. Dit nommer bestaat uit 2 bladen. uld hebben. 5. rgi BChl nog wel 5 half twaalf gaat de Rechtbank in Mijnheer de ver- Recht- die de praatjes S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven, Uitgevers. waarom en njet A.N.van ZESSEN; OOPS, Wjjdstraat, tlopt geklopt bezorgd 60 70 Maar een praatjes •n, z Mat haar en die was I Toen reet tschieden. eenige, die moest er lu zijn er liet te u u Als men leliyk de tribune bren- heeft niet van 6. 7. Gemeente Schoonhoven. pret kun lot AN DAM ic Co. ■n Haag, con van 300 gra 12 flacons f 15,- eeste Apothekers gen< er Brui kend veeg gel begp"""' op danl boren Ik meest ervaren dat onderzoek i, daaruit onder st rap- r-Com- geen r is ergif ;d is van de fleschjes te vergiftigen moet ren. Nu is het tnd uit de klasse lig van deze Had ze de gunste, jk haar dochter zyn «zin. Vanaf heder - zijn de pryzei On| Gi Onge Gekit dan kan jekening, keuring. Bovendien loopt srst, wanneer de eerste Deze vloeit dus nooit ;eteekende stuk zelf. lus schade had kunnen ont- buiten het formulier. oord over geenszins zijn getuigenis kan aannemen dat De Directeur, MAK. Schoonhoven, 12 October 1912. ien, gedurende enkele weken, m der Cokes gesteld op: Ingeklopt afgehaald 55 (Jenta per H.L. ieklopt 65 Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels ƒ0,50. Iedere regel meer ƒ0,40. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco uiterlijk tot Dinsdags- en tot rrydogs-namidcta^s 4 uren. Alle binnenlandsche Advertentiën voor 3-maal plaatsing,opge- mejuffrouw ■"•bliek eeu u.agend en gezocht, of door beklaagde gekocht, doch heeft niets maar op wyst. Deze aan- •ok weg. nu den koop betreft ratten brood smerei dat iemai.. .«ens zóó weinig van deze toegediend. Had ze de :e voor ratten wordt er dik mee te be- niet zoo lang bed- afgeven. :kelyke sluiten van de imp voor het gezin geworden, mid. Men had niet -- j moeten s is hier 1910 dijk gevallen gauw stei meer brief, be- het Program der i Unie, koetsveld. woord van VORNIN LOHMAN. p. p. f 1,10. )TEN, Schoonhoven. met de SANGUI- >er van weten, richt Gzn. v/h L Por IELE; STEENIS; UIVER ROSS; VLOT; Joel T HOUT WALSU WIJK; i DIJKEN; IUS SCHOUTEN; AGEN; AMERPAGT; IER; S; .GEMAN WMEESTER; VOERD; ZESSEN; J. ALES rogisten en de it z(jt; 1; lebt in de keel; tang en gezond i 230 gram f 1,— -I van 1000 gram oden band met den Gen.-Agent dam. de jongens wel*« waren, maar van Dit is trouwt terecbtzittir- Ook weiu thuis niets deed alles. Omdat Van Waf dat beklaagde 1 ment gekocht en dien indruk praatjes; geei Andere geti gezeil, ver wat hij d< Maai >k i GEMENGD NIEUWS. Maandagmorgen omstreeks 10 uur, zoo meldt het „D. v. G.”, was de bode J. Rademaker, uit Ouderkerk a/d IJssel, ten huize van den heer Van W. in de Keizerstraat te Gouda zijn boodschappen aan ’t opnemen; Onderwyi had hy de zorg voor paard en ’wagen toevertrtniwd aan zyn knechtje, een opgeschoten jongen. Deze ren. jeklaagde ziet, daar geen men isten van f 10.000 en ten voor vefzekering. hier’ verklaard, dat Ide, men geroyeerd :h een premie-vrije AN ZESSEN IN v.DRAAT; fed. F. AMSING: ij. H. KORTE WEG SIEBEL; IG; .ANKEN Jr.; EEK LAN; ma K. van DAM; den HOED f. van REES W :RKADE; •OPIK; LAREN; JANv. d. SLUIS; VERHOEFF; rk 1OUWELINGEN; kP.C.PESSELSE; OPS; JM; k Co.; i van DAM; RLOUW; DEN OUÓSTEN van DAM; NEVELD—Piee BOON; M. MAARS; k W. DONKER; GENEVELD; J. VUIJK; IMEULEN; ,n der WOUDEN LENA AR; GROOT; UWER; A. BROUWER; van GENNEP; 1 IJ. K. STOLK; Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,75. Franco per post door het geheele rijk 0,90. Men kan zich abonneeren bij alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders. van moord of vergiftiging sprake is; dan zouden voor een deel aeer zeker de verze- kerings-maatschappyen aansprukely k gesteld kurinwi worden. A*tf die op Sel licht aankomen, zóó zjjn de agenten der verzekerings-maatscbappyen op het huis van beklaagde komen aanstormen, oin een man van 60 jaren te verzekert Als men de woning van bi zal ieder overtuigd zijn dat scben wonen, die por* f 15.000 kunnen sluit» Schuddeboom heeft als men niet meer betaald» werd: maar men had toet polis moeten Het gemakkelyl is een ram| is er schi ringen ging is aar zwager „Ik kan je Hij bedoelde ren woorden lar die gretig door' werden aangevuld, over den flnancieelen toestand van heeft men hier veel gehoord. Niets is er echter van waar gebleken, nog de beste ii gegeven. Er werd slechts trek aan contanten. Met heer dat lutiewaartegen an hebben. oe op de gewone it zyt en bet heeft dan geen zaak zjjn andere manier te posten - Zeker len had niet zulke verzeke- sluiten, doch van vergifti- geen sprake. is Groen tweemaal van den en món dacht, dat hy irven zou. Toen is er dat wanneer Groen toen zyn, dit een heele verande- n gegeven. Toén is men er irzekeringen te gaan sluiten. Groen niet verzekeren, d was. Stigter heeft hier Hj er niet goed uitzag en ■elfs zei, dat hij het aan de buitenstaanders was zooals ■r. Zóó is men er toe gekomen ver- igen te gaan sluiten. de f 4000 wist Groen, niet aan Groen gene beweerd, maar de toch de f wel a over gesproken, gestorven zou z ring zou hebben toe gekomen ven „Piötas” wilde l omdat hij niet goed verklaard, dat hy dat Groen hem zelfs zei, nieren mankeerde. Vele vonden dat Groen niet meer vroeger zekering... Van de f 4000 wist Groen. De f 10.000 mochten niet aan Groen genoemd worden, is hier beweerd, maar de agent van de .Utrecht” wilde toch de f 4000 van de .Ne derlanden" overnemen. Dat beklaagde het woord moest doen is niets byzonders; zy was het meest ontwikkeld, zy had de leiding der zaken. Dat het sluiten van die ver zekeringen niet sympathiek is, geef ik gaarne toe, maar haar vader deed er aan mee en het rechtvaardigt absoluut niet de gedachte, dat beklaagde de verzekeringen zou heb ben gesloten om haar vader van het leven te berooven. Ze zyn gesloten omdat men geloofde, dat Groen het niet zoo lang meer zou uithouden. Het waren dus spe culaties, maar daar mag en kan men niet uit opmaken, dat ze haar vader vergiftigd heeft. Ze heeft gelogen tegen de verzeke- rings-agenten, maar ik heb er over ver wonderd gestaan, dat alle agenten zich alles zoo precies konden herinneren, zy.die met zooveel menschen omgaan. Maar dit alles bewyst nog niet, dat zij haar vader wilde dooden. Altyd ging men bij denzelfden dokter en als men aan vergiftiging denkt, doet men dat niet. De verzekeringen liepen ten haren p zegt men. Maar dat zegt niets. Ooi moeder deelde mee. De andere van Groen was getrouwd tegen Van de jongens had hy niet veel plezier. Is het dan wonder dat hij de beklaagde, zijn dochter, waar hij wat mee ophad, be voordeelde? Dat blijkt ook uit zyn testa ment ten voordeelfe van haar. Ze heeft gelogen, zegt de Officier van Justitie. Maar 6 maanden heeft ze hier gezeten zonder verdediger of raadsman; is dat, dan zoo'n wonder? Eén keer heeft ze bij geld-leenen gezegd: als- vader dood is. Groen was ziek en dan zegt men al gauw zoo iets. Tegen Broere heeft ze ook zoo iets gezegd, maar heel anders dan Broere het vertelt. Daarom ontkende zy dit eerst. Logisch is dat ze aan Van der Sloot polissen laat zien en presenteert. Maar al die gezegden bewyzen toch niet, dat zy. naar den dood van baar vader verlangde. Ze liep als het ware met die polissen te koop, en dat zou toch niet slim geweest zyn, als ze iets vau dien aard van plan geweest was. Die praatjes hebben haar het nel gespannen, die praatjes van den dijk. De uitknipsels van vergifligingsgevallen nit couranten worden tegen haar ingébracht; maar de beklaagde knipte zooveel.uit, zoo als albumversjes enz. Ze had er wel een paar honderd. Doch dat bewijst niets. Getuige Ort is alleen bezwarend voor beklaagde. In de instructie beeft getuige Ort anders verklaard. Maar mag men de verklaringen van mej. Ort zoo maar voet stoots aannemen? Getuige Ort heeft alles zoo zwart mogelijk gemaakt om beklaagde te bezwaren. De president: dediger De verdediger: Mynheer de president, laat ik dan zeggen: zoo zwaar mogelijk. Na dien brief van juffrouw. Ort wilde be klaagde niets meer van haar weten, wat bewyst het harde dichtslaan van de deur, door getuige Gelderblom hier verklaard. Ik wil niets ten nadeele van getuige Ort zeggen, maarzij beoefent de zwarte kunst. Getuige Tromp vond het vreemd wat juffrouw Ort tegen hem zeidat be klaagde wel aan getuige Ort iets gevraagd had om haar vader weg te maken, en niet met hem er over gesproken bad. Waiir is dat beklaagde belang had bij den dood van haar vader, maar ze zou dan gaan trouwen en dan was zij onder dak, zoodat het overige haar weinig meer aan trok. Ik begrijp njet, als het gebeprd zou zijn zooals hier verklaard werd, dan alleen deze beklaagde hier zit de heele familie Groen. Alle getuigen hebben niets ten nadeele van deze beklaagde kunnen zeggen, dan alleen Brussee, die de praatjes van den dijk opschreef. Ze beeft gelogen, maar ook waarheid gesproken. Beklaagde heeft verteld dat Dr. Boom haar een copie van een brief gegeven heeft, na den dood van baar vader, om die aan 1. Luchtpij pont- steking. J 2. Cbron. bron chitis, hoest. 3. LongvliesoDt- steking. 4. Asthma, nauwdhed Hevige bron chitis, zw benauwd. Tering. Longontste king. 8. Hartziekt - 9. Malaria. RECHTSZAKEN. Tergiftiging en valschheid in •ebrifte 4e Nieuw>Lekkerlan< (Vervolg van no. 3390.) Hun conclusie is door de .-~ chemici verworpen. Door dat onu» en door de verkeerde conclusie, 1 getrokken, zit beklaagde bier nog verdenking van vergiftiging. Mét hel port van die beeren heeft de Rec)iter-( missaris gezegd, dat er vergift is gevonden. Was de conclusie van het rapport goed ge weest, dan was reeds gebleken dat er geen phosphorus in het lyk was gevonden. Hier is dan ook verklaard geworden, dat die heeren tot een andere conclusie hadden moeten komen. Wat de professoren wei wisten, was, dat men hier met geen phos- phor-vergifliging te doen had. Het phos- phor-vlammetje, dat die heeren kregen, kan volgens deskundigen niet beschouwd worden als ook maar eemg bewys. Ook toen is er geen sprake van phosphor geweest. Dat vlammetje had net zoo goed door een andere stof kunnen zijn ontstaan. Ook is er arse nicum in bet lyk gevonden, doch de hoe veelheid, die gevonden is, is volgens Dr. Van Eek normaal. Ik heb hier een Ijjstje van voedingsmiddelen, in welke min of r arsenicum voorkomt. Ik zal dit alles opnoemen, het publiek mocht er eens schrikken. Waar is, dat de lykdeelen nog meer arsenicum bevatten dan de phos- phorbry. In 10.7 gram bry zit 146 m.G. arsenicum. Men heeft ook f arsenicum was ge, gevonden wat er n wijzing ^alt dus o< Wat nu den koop b phospborhry: om ratti men het dik op L.. toch niet denkbaar, van beklaagde telke bry zou hebben toeged aauwyzing gevolgd, welkt gegeven, namelyk brood smeren, dan was Groen i legerig geweest. Punt heeft hier verklaard, dat hy in 1911 meer rattenvergif verkocht heeft dan in andere jaren. De Punten waren ook onzeker met hun verklaring aan wie de fleschjes phosphorbry verkocht waren. In 1910 of 1911 is er ook rattenvergif bjj T. Blom gekocht. Later, na het over lijden van Groen, heet het dat er geen fleschjes meer gekocht zyn, doch in 1912 is er op myn verzoek nog een flesebje ge kocht om het te doen onderzoeken. Vast staat dat Groen en ook de broers phos- phorbrn by de Punten gekocht hebben, en niet alleen deze beklaagde. Ik zie niet in, waarom daarin tegen deze 'beklaagde een aanwijzing zou zitten. Hier komt nog by dat Arie Groen zelf phosphorbry heeft mee genomen naar het land, wat bier door Arie Visser is verklaard. Zoo kom ik dan tot de conclusie, dat er absoluut geen eukel bewys is, dat Groen phosphor is toegediend, laat staan een ander vergif. Men mag aatfnemen dat Groen vergiftigd is, maar waarom heeft dan juist deze beklaagde het gedaan? Dan moesten er toch aanwyzingen wezen. Ik heb de heilige overtuiging, dat zij het niet gedaan heeft. Het zijn alle praatjes van langs den Lekdyk. Er rust op beklaagde een verdenking, opgebouwd uit verschillende feiten, welke oogenschynlyk verdacht zyn, dat wil ik niet ontkennen, en die door de praatjes van langs den Lekdyk zyn aangedikt. Nu hoop ik uwB Rechtbank er van te overtuigen, dat deze verdenking ten onrechte is. Ik il dit trachten aan te toonen door een- oudig feiten tot u te laten spreken. Een kleine herinnering daarby. Ik wys op een novelle van Cremer, „Het krie kende Kriekske", waarin een meisje door laster van haar geluk beroofd wordt. Ik meen inderdaad dat hier sprake is van laster, van dat „kriekende Kriekske”, van allerlei praatjes, welke langs den Lekdyk uit den volksmond kwameu en ten slotte gretig werden opgevangen door den veld wachter Brussee. Beklaagde werd belasterd, en daardoor zit ze nu hier. Beklaagde was een type, dat iets afweek van de andere meisjes langs den dyk. In Rotterdam het modistevak geleerd hebbende, vestigde ze zich by haar ouders als naaister. Dat wekte al lasterpraatjes. Ze was veel in de zaak en deze werd door haar werken verbeterd. Beklaagde was wat luidruchtig, wat los, wat wild, doch niet slecht. De menschen aan den Lekdyk begrepen baar eenvoudig niet. Ze ging net gekleed en reed fiets, en dan is men daar niet gewenscht. Dit alles wekte lasterpraatjes, die ten slotte alle on waar bleken Ae zyn. (De Officier van Justitie lacht bij deze woorden.) Het is zoo juist wat getuige Van Namen zegt: praatjes van den dyk, waar niets van waar bleek, maar die door één man, Brussee, opgevangen werden. Door den burgemeester van Nieuw-Lek- kerland werd hier gezegd, dat de zaken bij Groen niet best gingen, maar Brussee teerde zich niet den Rechter-Commissaris op te wyzen, dat beklaagde ook met de irdenverzekering geknoeid moest hebben. veeartsenhier gehoordwisten verzekeringen af. Brussee zeide hier dat het algemeen be- was, dat Groen thuis voor een voet- ibruikt werd. Zoo zyn de praatjes begonnen. Groen had aan Brussee gezegd maar dat was 10 jaren geleden dat hy het thuis slecht had, dat hij kon merken, dat hy er te veel was. Mjjndert van Namen verklaarde hier, dat - ?!"eens niet best voor Groen an beklaagde wist hy niets, rens ook door niets hier ter ting gebleken, srd hier gezegd, dat haar vader te zeggen had; beklaagde Hoe kwam men daartoe? igeningeu hier gezegd heeft, by hem een muziekinstru- betaald had en dat hij gekregen had? Dus niets dan en bewyzen. getuigen, als Hendrikse en Hoo- irklaarden dat Groen best wist leed en Hendrikse, desgevraagd, verklaarde hier dat Groen geen sukkel was. Ook notaris Van den Brink verklaarde hier, dal Groen best wist wat hy deed, toen hij ten voordeele van deze beklaagde een testament maakte; terwyl de candidaat- notaris Van Buuren verklaarde, dat Groen uit eigen beweging kwam. De Officier van Justitie heeft gezegd, dat beklaagde geld op de polissen leende. Neen, Edelachtbare heeren, dat is niet waar; dat deed Groen. De beklaagde leende alleen geen geld, daar immers hier verklaard is, dat Groen zelf bij Bastiaan de Lange f 350 leende. Dus zoo’n sukkel bleek Groen toch niet. Wéér is dat deze beklaagde een steun was voor haar vader en deze veel van haar hield. Dit bewyst het testament ten haren voordeele. Hy liet zich ook steeds gunstig over beklaagde uit. Groen was waarschynltfk thuis wat ineti noemt een grommer, een man, niet prettig tegenover iemand, niet aardig. sukkel was hy niet, dat zijn weer praatjes van langs den Lekdyk, zooals Arie van Vliet hier ook getuigde. De Officier van Justitie merkte op, dat de familie Groen als niet eerlijk bekend stond. Dat heeft hier getuige Bastiaan de Lange verklaard, en toch leende hij geld aan Arie Groen. Brussee heeft hier gesproken „over het inslaan van den bliksem in de woning vau beklaagde, als zou daar niets van waar wezen. Andere menschenhier gehoord wisten er wel degelyk van. Als een bewys voor de eerlykheid der familie kan aange voerd worden, dat de oude heer Smit en ook de heer Jan Smit geld leenden, dat zij geregeld terug kregen. Dat doet men niet aan menschen, die ongunstig bekend staan. Ook de agenten van levensverzekering maatschappijen en leveranciers kregen steeds 'gunstige informaties. Later kwamen die praatjes pas op, die gretig aan den dijk verteld werden. Leendert de Graaf heeft hier verklaard gehoord te hebben, dat bij een ruzie tus- schen beklaagde's moeder en haar zwager Van Dam laatstgenoemde zeide: in de kast brengen als ik wil.” I’” er eigenlijk niets mee; het waren in een booze bui, ma: praatjes van den dyk w Ook - J- Groen is er echter van waar gebleken, daar in het begin van 1911 nog de beste informaties werden gegeven. Er werd slechts geleend uit gebrek aan contanten. Met de f 1100 van den heer Smit is Versloot betaald. Vast staat dat door Arie Groen aan be klaagde f 1000 was gelegateerd, en dat doet men jiiet als er niet is. fn Mei 1910 is de zuster van beklaagde met Vaa Dam getrouwd. Al de kosten van de bruiloft en van de inrichting van het huishouden zjjn door Groen betaald. Dat bedroeg, pl.m. f 500; ik heb hier verschil lende kwitanties bij my. Zoo iels doet men niet als men aan het eind van zyn geld is. Men is overgegaan tot het sluiten van verzekeringen, want de moeder en de vader van beklaagde wisten het ook. De vrjje verzekeringen, die in ons land bestaan, zjjn een ramp voor beklaagde ge worden. Laten wjj veronderstellen dat hier de „Nationale" te schryven. Getuige Boom kan zich dat niet herinneren. Hier overleg ik u den dio gevradeu is, ee» bewijs dus dat klaagde niet alles liegt. Gunstig voor beklaagde is, dat zij tydens de ziekte van haar vader driemaal om den dokter is geweest. Dat doet niet iemand, die vergif toedient. Aangetoond is dat beklaagde haar vader, tydens zyn ziekte, goed verzorgde. Ten slotte is ze nog midden in een October-nacht naar den dokter ge fietst, toen haar vader het zoo benauwd had. Er is tegen haar ingebracht, dat ze er zoo lang over deed om zich te kleeden; maar zoo iets doet toch niet iemand, die den dood van haar vader wil of er schuldig aan is. Bij de begrafenis ging alles rustig toe. Er bleek niets van haast en dat zou toch wel het geval zijn geweest, indien ze zich schuldig voelde. Ik heb geaarzeld het naar voren te bren gen, doch de beklaagde heeft haar kind naar haar vader genoemd. Zou ze zóó iets gedaan hebben, indien ze schuldig tegen over haar vader was geweest? „Ook alweer een truc!” zou men kunnen zeggen. Ik heb beklaagde te dezer zake op de proef gesteld, en bet bleek dat ze abso luut niet begreep, dat dit in haar voordeel kon zijn. Trouwens, zoo iets onmenschelyks kan ik mij in bet slechtste mensch niet denken. Haar houding was raadselachtig, zei de president. Ze is rustig gebleven, omdat ze onschul dig was. Had ze gehuild, dan had men gezegd: het is maar aanstellerij. Heden avond heeft ze me nog verklaard:- ik zal niet veroordeeld worden, want ik ben onschuldig. Ze wist zich onschuldig en daarom heeft ze het een jaar in hechtenis kunnen uithouden. Ik hoop uwe Rechtbank overtuigd te hebben, dat ze aan vergiftiging onschuldig is. Uwe Rechtbank zal haar vryspreken. Ik acht veroordeeling wegens vergiftiging absoluut buitengesloten. Uwe Rechtbank zal tot baar zeggen: gij gaat vry uit. Oók ten aanzien van valschheid in ge schrifte, een ander deel der zaak. Wy moeten nagaan of het formulier, waarop de handteekening is geplaatst, een geschrift is bedoeld in art. 225 van het Wetboek van Strafrecht. Stond ik hier nog versch, ik zou ook in deze breedvoerig het onhoudbare van de zaak aantoonen, hetwelk ik nu in ’t kort hoop te doen. Uit het geschrift moet eenige verbintenis kunnen ontstaan. Nu, dat is vrywel uit gesloten. Alleen verbond men zich op dit formulier tol bet betalen eener premie, daar de keuring later moest geschieden. Het was zelfs geen voorwaardelijke ver bintenis. Er werd later op het stuk veel veranderd. Formeel had het stuk bestemming, materieel echter niet. Hét stuk had bestemming niet om tot eenig feit te dienen. Wat is geschied? Beklaagde heeft het formulier met „A. Groen” geteekend. Niet om een valsche handteekening te zetten, maar eenvoudig als gemachtigde van haar vader. Ze heeft zelfs niet getracht, de handteekening van haar vader na te bootsen. Ze teekende meer voor haar vader, dat is hier gebleken. De Hooge Raad zegt wel dat geen verandering zonder machtiging inag gemaakt worden, maar dat is hier toch geschied en die opvatting is voor ver andering vatbaar. Iets anders is, of uit het formulier nadeel kon ontstaan. En nu zeg ik: geen enkel. Vóór er nadeel kon ontstaan, keuring plaats gehad hebben. Ni drie inogelykheden: lo. Groen gaat niet naar den dokter. 2o. Groen gaat wel naar den dokter, doch wordt afgekeurd, eu dan is er natuurlyk van nadeel geen sprake. 3o. Hy wordt goedgekeurd, maar nadeel onstaan niet door die handtet maar wel door de de risico dan eei premie is betaald, voort uit het get Wanneer er di staan, staat dat I Een enkel woord over getuige Schudde- boom. Ik trek geenszins zijn getuigenis in twyfel, doch men kan aannemen dat hij zich vergist heeft. De houding van dezen getuige komt mij raadselachtig voor. Hoe kon Schuddebooin aannemen, dat. Groen niét meer met agenten van verze keringen te maken wilde hebben? Dat be grijp ik niet! Groen zou 3 1 uren beneden gezeten hebben, en men hoort of ziet hem niet. Dat is my een raadsel. Schuddeboom heeft deze zaak niet met groote aandacht béhandeld. Ieder oogenblik had Groen toch thuis kun nen komen, als hij niet thuis was, en dan bad beklaagde voor leugenaarster gestaan. Beklaagde is slim, heeft de Officier gezegd, maar dat is zoo slim niet. De Officier van Justitie: Nou, of ze slim is! De verdediger: Beklaagde heeft Dr. Boom zelf binnen geroepen en die was bij de besprekingen tegenwoordig. Toen reeds had toch de keuring kunnen ges Getuige Schuddeboom is de tegenover deze beklaagde staat. In 1908 teekende ze reeds voor haar vader, en onder het volk wordt het niet zoo zwaar opgenomen, den naam Van een ander te zetten. Wat gebeurd is bij de „Nationale”, had ook kunnen gebeuren bij de „Utrecht" en de „Nederlanden”. Zij teekendealtijd; Groen was een boerenman, die slecht schreef. Vóór haar pleit, dat ze het stuk terug had kunnen krjjgen. Ze beeft het niet ge< wild. Had ze begrepen dat ze iets straf baars had gedaan, dan had ze het wel terug genomen. Speelt hier nu de „Nationale” zoo’n mooie rol? Als deze alles goed had nagegaan, was den t.weeden dag reeds uitgekomen, dat Groen niet zelf had geteekend. De president: Mijnheer de verdediger, u mag de Maatschappij geen verwyt maken. De verdediger: Jawel, mynheer de resident, maar er blijkt hieruit, dat zij had uimen zien en dan was het in *t oog ge lopen. En nu? De Officier van Justitie vraagt 5 jaren gevangenisstraf, rekening houdende met de voorloopige hechtenis, voor een feit, dat dagelyks voorkomt en toch niets mis dadigs is. Wilt u een bewijs? In ’t „Handelsblad” van Dinsdag schryft iemand dat een adres, den raad van Zaandam aangeboden door eenige lieden, ter zjjde werd gelegd, omdat bekniet op zegel was. Die handteekeningen werden door den heer Duijs, toch een hoogst ontwikkeld, man, op zegel overgeschreven en toen werd het adres door den raad aangenomen. Zou nu iemand durven zeggen: dat zijn valsche handteekeningen? Nu de strafmaat. Er zal zeker een be langrijk lagere straf opgelegd moeten worden dan de heer Officier eischt. De Officier heeft tegen een verzekerings agent, die een valsche handteekening ge plaatst had, 14 dagen geëischt. Of brengt de Officier dezen eisch in verband met de vergiftiging en denkt hy: daarvoor heb ik je niet kunnen krygen, nu zal ik je hier nemen Ik wist niet wat ik hoorde: 5 jaren. In alle omstandigheden is de eisch veel te hoog tegenover deze beklaagde, die een jaar in hechtenis heeft gezeten. Op den gedenkwaardigen dag, dat deze beklaagde naar den Rechter-Commissaris wilde gaan, is ze niet teruggekeerd. In de gevangenis «is ze gehuwd. Die man heeft zijn trouw in den meest abnormalen toestand getoond. In de gevangenis heeft ze gesmaakt haar bljjdste uren, doch ze heeft er ook doorgemaakt haar zwaarste uren. Zeker, ze is goed geholpen: ze is uitstekend behandeld, en heeft mij verzocht, deze plaats daarvoor een woord van >k te spraken. Doch haar kind is ge in de gevangenis, en dat zegt veel. wil er nog op wijzen, dat de vader zyn kind nog niet gezien heeft. Hij wil zyn kind niet door de tralies zien. Ook de grootmoeder heeft haar kind nog niet ge zien. Niemand nog. O ja, ik heb het gezien en ze heeft mu’ verzocht den vader te wil len zeggen, hoe het er er uitfag. Ze heeft in geen jaar één der haren ge sproken. Ik wil niets van de hardheid der bepalingen zeggen, die het verboden. Maar het géval is tragisch. Ik hoop dan op uw vrijspraak van ver giftiging. En dan, mocht ze onschuldig zijn, onmogelyk iso hel niet, niemand twyfelt er meer aan,' dan zeg ik.... heeft ze een jaar doorgebraebt in het huis van bewaring, een jaar, dat in haar verdere leven een droeve herinnering zal nalaten. Gy zult misschien straffen wegens valsch heid in geschrifte, doch dan zeer zeker een lichte straf opleggen en in mindering gen den tyd, dien zij in voorarrest doorgebracht. Gij zult zeggendie valschheid in geschrifte is strafbaar; doch ze is niet misdadig, zóó misdadig, dat een gevangenisstraf 5 jaren gewettigd is. Dat nooit.... Daarom, omdat ik voel, dat ze onschuldig is, vraag ik uwe Rechtbank hare onmid- dellijke invrijheidstelling. Ik meen dat, nadat zij een jaar onschuldig in verdenking gezeten heeft, deze eisch rechtvaardig is, en dat het uw plicht is aan myn verzoek te voldoen. De Officier van Justitie ziet om des tijds wille van de repliek af. De verdedi ger had hem gezegd twee uren te zullen pleiten, doch hij heeft er drie van gemaakt. Spreker wil dus de Rechtbank niet langer vermoeien. Met klem verzoekt hij de Rechtbank op êt verzoek van den verdediger niet in i gaan. Tegen half twaalf gaat de Rechtbank in Raadkamer, en keert om kwart voor twaal ven terug. De president (tot beklaagde): Als w(J nu onmiddellijk in vrijheid stellen, weet dan waar u heen moet? De beklaagde: Neen mynheer. De president: Dan bepaglt de bank dat u morgenochtend om 10 uur in vryheid zal worden gesteld. (Geweldig ap plaus op de tribune.) De president (hamerend): niet stil is, zal ik onraiddellyk doen ontruimen. De Rechtbank, heeft de uitspraak in deze zaak bepaald op 1 November des morgens te 10 uur. Den volgenden morgen besteeg i J Groen onder gejuich van het pub! rijtuig, haar kind op de armen draf vergezeld van haar man. Zootils wij reeds mededeelden is zij 1 November van vergiftiging vrijgesproken, als zijnde deze niet bewezen, en wegens valsch heid in geschrifte veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf. er jaai van het

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1912 | | pagina 1