Brengt Kerstmuziek In huls! sum' F lm. COMPLETE MASSIEF EIKEN HUISKAMER A. DuDDeiflam. Hauen 80. Sflioonlweii OPENING 2ZSSK? Duitsche Dot Dakpannen 5 Voor de a.s. Kerstdagen 4 Hisr is dB nisuuiB sioiuiilltscltB Runt- en nnssiaoaril A.s. Dinsdag 23 Dec. Nieuwe Model Paarden- Vleeschhouwerij van L. VAN VLIET Mzn. ORGEL voor RECLAME VAN VOORl 0lOrf TK HUUR, BOERENWONINO, 19 H.A. uitmuntand Wt|. •n Hooiland, Benedenheul te Stolwijk. Te koop: Te koop; N.V. REEDERIJ OP DE LEK lenen2en Kerstdag en Nieuwjaarsdag ■■I Gewone Dienst WêêM WATAWATATAWATATAWAT is verkrijgbaar: Gevulde Kerstkransen Letterbanket Spritsietter Appel- bollen Saucijzen - Chocolade- en Fondantkransjes Weinachtstollen Kersttimpen Slagroomwafels Slag- roomgebakj^- enz. enz. enz. enz. oudejaar» ■avond Kersimis= Qescnenken Koopt een Philips Radiotoestel „Nieuwe Goudsche Muziekhandel" dale fe me/c/e J/êr^sldagen een bus Srvste in buis (xebir^ Al/ijd we(ko m. p I eecCs te r C a c a o f 15.000 becshlkbaar op Land (fsfe Hypotheek). KALKOENEN. Viert 't Kerstfeest met Kerstbobmen TulpenHulst etc. Firma J. Doesburg HALLO!! HALLO!! Van Rondom FEUILLETON. De Broeders des verderfs. -J. Mengelwerk. Kampioen opsnijer. Spierpijn*** Kloosterbalsem EERSTE BLAD. NIEUWSBLADVOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT. SclmonhovanMl» Courant. VRIJDAG 18 DECEMBER 103 gehe, met JAM BROUWER'* RADIO of ORAMMAFOONS. Voor wisselstroom Philips-toestel, geen aoou, noon battspljon enz., oleoliio I .tekkerl, ■topcontaot. - Grammafoona, prachtkast, f 48. Orammafuonplatan Bu, 80 |9n 800 ot. Reparaties, ombouwen van oude Radiotoeatallen, ons. enz.'enz' JAN BROUWER HAVER 83 6 O HOOW HOVER - TELEFOON 113 ven de Korte Tiencjeweg 24 G O U D A Nieuw Tel. no. 2150. Een zeer goed onderhouden AANGEBODEN met 122 echt koperen tongen, 11 reg. dubb. koppeling, 2 kniezwellen enz. voor lagen p r ij s. Koestraat 70, Schoonhoven WAT VRIJZINNIGE CHRISTENEN GELOOVEN Wie dasrover boeken wil lezen kan ze GRATIS en FRANCO ter leen ontvangen bij: Mevr. LANDSTRA, N H Pastorie HaastrechtMevr. LOMAN, Loman- Itraat 77, AmsterdamG CADEE, SBalkbrug; Dl. BARNOUW. Zterikzee LEVEREN WJ TEGEN /NLCVERINff' VAN DEZEAPVENTENT/S AAN DEN t HANDEL WORDT NIET VERKOCHT OOK AFZONDERLIK VEfLNAUGBAAR. GROOTST SPECIAAL TANDT: BEDDEN- CV MEI/BEL HU/S HOOGSTRAAT 204 212- BEUERLANDSCHEL'AAN 72 76 ROTTERDAM met gunetlg gelegen In, De Landerijen direct on de Oe. bouwen 1 Met. 1031 te een veer- den. Inlichtingen bij den Huurder H PAUL en bij N. H. v. SCHELVEN te Gouda. Drla peroaalan Oelegen binnen- en buitendijk» te Qdkenes. Qroot Ammers. 1 e bevr.: A. DE WAARD, Oroot-Ammmer». Een partij Te zien bij Schoonhoven. AMILKP N. V. 71 £eneSen z'in bij te dragen in het aan den WelEcfclZeergel. Heer Dr. T. BEEKENK AMP te Oouderak aan te bieden Huldeblijk, ter gelegenheid van diens 40-jarig Jubileum als Gemeente-arts, worden beleefd verzocht hiervan ten spoedigste mede- deeling te doen aan één van onderstaande ComitéMeden en hunne bijdrage te willen storten op Postrekening Nr. 171088 ten name van J. J. BOER te Gouderak. Daar het niet mogelijk is alle belangstellenden persoonlijk te bereiken wordt deze uitnoodiging geplaatst. Het uitvoerend Comité, Mw. E. J. J. VAN IPEREN— H. BEROMAN, Voorzitter. BARNEVELD. L. VLEOOEERT, Mw. W. C. DE BRU1JNSecretaris. TANS. J.J.BOER, A. KOOL B.J.Jzn. Penningmeester. T. VERKA1K. Hoofdkantoor Slikkerveer Telefoon Ridderkerk 201 MT Autobusdienst Krimpen a.d. IJssel—Schoonhoven v.v. dienst als op Zondag met extradienst n.m. 12 uur van Krimpen a.d. IJssel naar Lekkerkerk (dorp) DE DIRECTIE. k Beleefd aanbevelend ft Maakt het U gezellig met de Feestdagen de nieuwste vinding, prijs f 125.- Haast U, wanneer U hef nog ge plaatst wil hebben voor de Feestdagen. Ook op gemakkelijke betalingsvoorwaarden Tevens hebben we nog een prachtoollectie KERST-GRAMOPHONE PLATEN mmnmmm Zie onze speciale Kerst-Etalage Lange Tiendeweg II, Gouda Aanbevelend, C. S. BOUTER w Brieven, onder No. 2990, aan het Bureau van dit Blad. IETS FIJNS VOOR DE KERST DAGEN M TE KOOP: T> bevragen bij G. VERKERK t« Ammerstol. wij hebben 'n reuze sorteering voor iedere beurs Ttlef. 65 - Schoonhoven VOOR DE KERSTDAOEN WORDT OENOTEERD: RUNDVLEESCH Lappen 85 en 70 I Rib en Rosbief 70 Poulet en gehakt 65 Rollade BS en 70 Biefstuk en haas 80 VARKENSVLEESCH Bladreuzel 40 Doorregen lappen 40 Magere lappen BO en 63 Mager rookspek 50 Carbonade Fricandeau Rollade Vet rookspek 55 63 65 30 Versche Worst en Saucijzen 85 Spaoialiteit in fijne Vlaesohwaren en in het opmaken van fijne Vleesschotels voor feesten en partijen. Aanbevelend, P. J. VERDEER, voorh. P. Natzijl Dorp A 88 Stolwijk. TWEEDE BLAD. NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT, Schoonhov«n«ch« Courant VRIJDAG IC DECEMBER 18M door JAN KUKUIT. Jod wil ««n tooneelstuk ichrljvtn ov»r Benschop. „Wat tmonkeert hem toch?" vroeg taiite op Jod wijzend, die mompelend de kamer had verlaten. Ik wees naar mijn voorhoofd, haalde mijn Behouders op en zei: ,,'t Is nu geloof ik echt mil met nem." Jod deed einde eenige .dagen erg vreemd. Hij liep in diep gepeins heen en weer, mompelend onsamenhangenden klanken en schreef dan plotseling wild in een zakboek geheele bladzijden na elkaar. „fjpor eens hier," sprak tante Bet kordaat, „dat moet uit zijn. Als hij ze nuwziek is mogen we Jod zoo niet lalen loopen. Hij moet maar eens hier komen.'' Zij ging naar de deur en riep haar rechtsgeleerden neef, die weldra met een afwezigen blik binnentrad. „Jod," jei tante, kort en scherp, „ik wil weten wat jou mankeert. Als je niet V heelemaal snik bent, zooals Jan ver onderstelt, moet je het zeggen." „Ik heb niet gezegd dat Jod niet hee lemaal snik is, tante," merkte ik op, „ik heb aangegeven dat bij mesjogge ia Stapel, om zoo te zeggen." Jod keek me goedaardig aan en ant woordde gelaten: „Ik zal het jullie zeggen. Ik ben met mesjogge, zooals mijn lieve neef ver onderstelt en ik ben wel heelemaal snik „Sinds wanneer?" vroeg ik> maar Jod ging verder: „Ik ben echter aan een groot werk bezig, dat al mijn werken in beslag neemt en dat misschien mijn naan iu eens zal vestigen." Tante en ik vielen allebei met een door dringende zucht in een stoel. Jod zwaaide met zijn hand, dat wij hem niet )n de rede moesten vallen en sprak voort: „AU jullie het dan willen weten: ik ben bezig aan het schrijven van een 'ee neels tuk! f Mijn mond viel van verbazing open en tante keek ongerust naar Jod. „Ik wil een stuk schrijven," zei Jod, „over een gebeurtenis in Benschop „Een klucht of een drama?" vroeg ik. „Een klucht J9 het voor de toeichon- wers. een drama voor de betrokkenen. Ik zal jullie vertellen hoever ik ben. Het stuk spoelt in den tegenwoordigeo 'ijd in Benschop op den Noordzijdschen weg. Eerste bedrijf. Schipper Versluis lieoft een huis en een schip. Van het gemeen tebestuur heeft hij het recht verkregen om de berm voor zijn huis te gebruiken v* als laad- en losplaats op voorwaarde, dat hij de beschoeiing onderhoudt en een hek plaatst langs die losplaats en den wqg. Versluis leeft vreedzaam en doet zijn werk. Tweede bedrijf. Het huis naaït Ver sluis, gescnoiden door een open lerrrin, dat bij des buurmans huis behoort, wordt verkocht en daarin ktjmt te wonen Ver- bree, koopman. Tusschen deze twee hu ren ontstaat twist en regelmatige nui», die'vlijtig onderhouden wordt. Op ge noemd open terrein van Verbree ligt de beerput van Verslui» en als Verums den tijd gekomen acht om dien ynt van zijn inhoud te ontdoen, verzet Verbrae zich hevig daartegen, zocdat de geheele ge meentelijke, politioneel# en rechterlijkt macht van Benschop er bij te pai moei komen om te zorgen dat Versluie ruimt# krijgt voor aanvoer van nieuwe b(-«r. Als echter de put eindelijk geledigd is, herschijnt Vei%fee met 2 zoons, lodigV de put nog verder en vult die verbolgens met steenen. Dan volgt proces -verbaal tegen Verbree en zijn beide zoons, ^jdie veroordeeld w orden elk tot f 10 boete wegens het onrechtmatig toe-eigenen van een anders eigendom I door WILLIAM KOLT. 41 „Een moord dus," zei hij, „zooiets is hier, zoolang ik aan het hoofd van deze gemeente sta, niet voorgekomen, wat moet ik doen?" „Wat hebt u gedaan?" „Ik heb den veldwachter naak den dokter gestuurd, zij zullen straks hier zijn." „Goed, de -dokter kan het lijk voor- loopig onderzoeken, hoewel doktershulp hier natuurlijk niet meqr baten kan. Verder zult u goed doen, den veiuwachter last te geven, hier dezen nacht te bly- ven* opdat geen onbevoegde hier binnen komt om iets aan alles te Veranderen. En dan dient u te zorgen, dat de jus- titieele ambtenaren zou spoedig doenlijk gewaarschuwd worden." „Daar zal ik voor zorgen," zei de burgemeester, dankbaar Voor de aanwip zingen. Hij wilde/maar niets liever dan dat de heeren van de rechtbank al aan wezig waren, dan was hij van de ver antwoordelijkheid af. De Linar nam nu den detectivé ter zijde: „Hoor eens," zei hij, „onze vriend de Tournel is heel boos op u en naar het schijnt, niet zonder reden." „Mijn waarde baron," antwoordde Turner kalm, „ik kan mij dat goed voor stellen, maar het is toch wel een beetje onbillijk van hem. Hij is nu eenmaal hoogelijk ingenomen met signora Chiarina en hij verlangt, dat bij bat beoordeel» Tante en ik begonnen te lachen en ik riep: „Tot zoover is het toch zeker een klucht." „Luister verdoi," hernam Jod ernstig. „In het huis van Versluis is ook een raampje dat uitziet op het terrein van Verbree. Als dat raampje schoongemaakt moet worden kan dat alleen als degene, die het reinigen wil, het terrein van Verbree komt. Dat kan de buurman niet hebben en hy verzet zich daartegen. Versluis roept dan de hulp der politie in en onder het strenge toezicht van den veldwachter verschijnt op Verbree's ter rein een dienstmaagd met water en zeem en reinigt het raam, waarbij de vijand door de politie op een afstand gehouden wordt. Derde bedrijf. Verbree heeft behalve een schip ook een vrachtauto. Als het schip voor zijn woning ligt komt een stuk daarvan voor de woning van Ver bree en de auto staat en rijdt ook nogal eens voor Kot verblijf van' Verbree. Dat kon deze laatste niet langer verdragen on hij vraagt aan den raad om het stuk berm voor zijn woning in huur te mogen hebben. Eerst weigert de raad dat en heft alleen van Versluis een gulden re tributie per jaar voor het gebruik van gemeentegrond, maar in een volgende raadsvergadering deelt de voorzitter mede, dat hij tot het inzicht gekomen is, dat de raad onrecht heeft gedaan aan Verbree en hij beweegt den raad om ook Verbree een stuk berm te verhuren. Daaraan zijn echter zulke voorwaarden verbonden, dat Verbree eigenlijk er slech ter in plaats van beter op wordt. Ten eerste moet Verbree de helft betalen van het hek dat Versluis langs zijn losplaats heeft gezet en dat ook langs het ter rein loopt dat Verbree nu in huur krijgt, ook de helft van de beschoeiing en de kosten voor het verharden van het stuk weg voor de woning van Verbree. Maar dat is nog niet het ergste. Het ergste komt in het volgende bedrijf. Vierde bedrijf. Versluis heeft dus zijn losplaats, maar zou die niet kunnen ge bruiken, omdat de helft er van terrein i» dat Verbree heeft gehuurd. De geheele losplaats is echter afgezet door een hek dat loopt voor het huis van Versluis en voor dat vin zijn buurman. Kijk eens hier, ik zal 't u even teekenen, anders kunt u het niet begrijpen. Teekening. Hek Wei Versluis Verbree U ziet hethek, dat het terrein, het welk Verbree gehuurd heeft, afsluit. Verbree heeft dus wel gemeentelijken grond gepacht, maar kan er niet op ko men, tenzij door den ingang van Ver sluis, die dat natuurlijk niet toelaat. Ver der ziet u drie sterren, dat zijn de paal tjes, die de gemeente onder politietoe zicht heeft laten slaan om de terrein- scheiding aan te geven. Maar nu komt er nog wat, De dunne lijn langs de we tering op het terrein van Verbree is een pad van 75 c.M. breed, dat de gemeente aan Versluis heeft gelaten om zijn schip te kunnen bereiken. De toestand is dus dat Verbree een terrein heeft waar hij niet op kan komen en dat Versluis evenals voorheen zijn schip kan lossen op dezelfde ligplaats als voorheen. Hierover zijn in werking geweest: de burgemeester, de veldwachter, de raad, de notaris, advocaten, de rechtbank, ter wijl de geheele gemeente levendig belang van de vreemde voorvallen, die wij ons nog niet kunnen verklaren, ik voorop stellen zal, dat zij in ieder geval aan misdaden geen deel heeft en totaal on schuldig is." IrHm, daarvan ben ik ook overtuigd." „Goed, ik wil die overtuiging volstrekt niet bestrijden, want ik heb geen bewijzen voor haar schuld. Maar ik herhaal wat ik vroeger gezegd heb, haar houdig komt mij zeer verdacht voor. En ik ben heele maal niet van plan mijn onderzoek te laten beinvloeden door mijn sympathie voor die alleszins merkwaardige vrouw." „Maar u zult toch toegeven u vergist te hebben. Wij meenden dat signora Chiarina hier verbleef en nu blijkt bet deze ongelukkige vrouw geweest te zijn." Mijnheer de Linar, ik ben nog over tuigd, dat werkelijk signora Chiarina hier verbleef. De inlichtingen va& mijn helper waren van dien aard, dat ik niet anders gelooven kan. De vrouw, die wij hier dood vonden is, geloof ik, niemand anders dan de huishoudster of meid. Dit was niet haar kamer, zij had een kamer hierboven." „Wat? O neen, dat valt toch moeilijk te gelooven.^ „Nu, wij zullen zien," antwoordde Turner. „En ik hoop ook spoedig iets van mijn helper te vernemen, want hij is zoo plotseling verdwenen, dat ik niet anders aannemën kan, dan dat hij den man die hier -vertoefde en die met de signora weder vertrokken is, achterna is gegaan. Hij zou anders het landhuis ze ker zijn blijven bewaken, zooals hem ge zegd is." Eenigen tijd later kwam de genees heer van het dorp, door den veldwach ter gewaarschuwd. Hij constateerde da delijk dat de vrouw was overleden, zij moest al eenige uren dood zijn. Ja, hij achtte het waarschijnlijk, dat sij reeds vroeg in 4» n?ond wm gestown, stelt in het verloop van dezen burën- twist." ,Jk ben nu," sprak Jod vermoeid, „on geveer gereed met deze vier bedrijven, maar ik weet geen goed slot te vinden voor het vijfde bedrijf." Ik sprong op en sprak aldus: „Tante en Jod, hoor beiden goed toe. Ik weet een prachtig slot. Schrijf op Jod: Vijfde bedrijf. Ik noodig Versluis en Verbree op een avondje bij ons. Wij schenken hun een kopje thee en een glaasje wijn en geven ze goede sigaren, zoodat ze in een weeke stemming ko4 men. Dan houd ik een toespraak over het streven van de geheele wereld naar vrede, over de Kerstdagen, den volken bond en het hof van arbitrage, ik houd hun voor dat ze allebei om beurten gelijk hebben gehad, maar dat zij nu hun werk kracht vermorsen aan hun getwist en dat, als ze beiden alles vergeten, ze voor de rest van hun legen een aange naam bestaan kunnen -bezprgen aan zich zelf. Dat kan ik zoo goed doen omdat ik buiten de partijen sta en niet voor of tegen den eei\ of den ander kan zijn. omdat ik.hen geen van beiden ken. Ik schenk d,an nog een extra «las wijn en leg de handen der twee bestrijders in elkaar. Dan zet u de radio of de gramo- foon aan, die een vredeslied speelt en het scherm zakt. Wat zegt u daarvan?" „Nou," bromde Teun, „als je dat ge daan krijgt, dan wil ik er bij zingen van „Vrede op ardel" „Nou," bromde Teun, „dan weet ik een goeden titel voor het tooneelstuk: „De burentwist in Benschop" of „De ge ledigde beerput", blij eindigend tooneel- spel in 5 bedrijven. Zoo haette de club niet, maar zoo behoorde zij eigenlyk wel te heeten. Zij bestond uit een achttal -oude heeren met schaarsch begroeide sche dels en krijgshaftige, witte snorren, die eenige malen per jaar bijeenkwa men, om gezellig samen te dineereij. en oude herinneringen op te halen. Zij allpn hadden de eene of andere eervolle loopbaan achter den rug. maar dat was niet de band, die hen samenbond. Die werd gevormd door de belangwekkende omstandigheid, dat zij allen in hun goede jaren op grof wild hadden gejaagd, zij het dan ook in verschillende werelddeelen en uit verschillende beweegredenen. De avonturen van den een waren nog wonderlijker dan die van den an der, hoewel heldenmoed, koelbloedig heid en geluk vrijwel gelijk onder hen verdeeld geweest schenen te zijn. Langzamerhand wnren zij hun ver halen wat sterker gaan kleuren en zij vonden er telkens weer nieuwe versierinkjes voor uit maar zij deden daarmede niemand kwaad en hielaen alleen maar de traditie der jachtavon turen hoog. Hun grootste genoegen was een Duitenstaander tot gast te hebben, want dan kon alles, wat als reeds te dikwijls verteld in den doof pot was gedaan weder worden op gerakeld tot nut en stichting van den ongelukkige, die zijn uitgezochten maaltijd op die manier' duur/, heel duur moest betalen. Het oudste lid had zich op een guren winterdag^ weten meester te maken van een niels kwaads vermoe dend familielid van buiten, dat hij meenam naar zijn club. Aanvankelijk vielen de dingen nog al mee. Doch 't oudste lid zag zich ge noodzaakt spreekbeurten te geven; daarvan werd een zoo voordeelig ge bruik gemaakt, dat de ongelukkige gast er duizelig van werd. Hij zag een gewirwar van leeu wen, tijgers, beren, olifanten, nylr „Vergiftigd, volgens u?" vroeg db bur gemeester. „Vergiftigd P Dat zou ik zoo dadelijk niet durven beweren," antwoordde de man van de wetenschap, „ik heb haar slechts vluchtig onderzocht, maar het lijkt mij even goed mogelijk, dat hier van een hartverlamming sprake is. Om hierop echter met zekerheid te ant woorden, zal een lijkopening moeteh plaats vinden. De justitie zal, als ze meent, dat hiervoor termen aanwezig zijn, daartoe morgenvroeg wel last ge ven. Er vallen geen uiterlijke teekenen. waar te nemen, dat zij een gewelddadi- gen dood zou gestorven zijn. Dit weet r» wel, als de bewoners van dit huis zelf mij gewaarschuwd hadden en verteld dat deze vrouw plotseling was ineenge zakt, dan zou ik den dood door hartver lamming hebben geconstateerd. Maar de verdachte omstandigheid, dat zij alleen hier gevonden werd, terwijl de andere bewoners gevlucht schijnen, doet natuur lijk vermoeden koesteren, dat hier mis daad in het spel is." Men doorliep nog eens het geheele huis, waarbij niets bijzonders ontdekt werd en kon toen niet beter besluiten dan heen te gaan, want er was werkelijk voor de dag aanbrak, niets te doen. De veldwachter zou het huis bewaken. De heeren besloten gezamenlijk terug te wandelen en onderweg bespraken zij, wat er toch wel gebeurd zou zijn. Allen wa ren het er over eens, dat ovèr deze ge schiedenis een geheimzinnig waas hing. Toen de burgemeester en de dokter van de anderen afscheid genomen had den, begaven dezen zich naar hun logies. Turner zeide dat hij slapen ging, want ongetwijfeld zou hen morgen een drukke dag wachten en hij gaf aan dat voor nemen gevolg. Maar de drie edellieden I wilt», dat atj toch den alaap nist «ou- paarden, haaien, krokodillen en der gelijke voor zjjn oogen, die tot een kudde gedrochtelijke, nog nooit ver toonde monsters schenen samen te smelten. Hij wendde een noodzakelijk tele foongesprek voor, om zich voor een oogenblik aan zijn tot beulen gewor den gastheeren te kunnen onttrekken. Als een herboren mensch keerde hij vanuit de rustige hall in hun mid den terug. Zijn gelaat droeg een uit drukking van vastberadenheid* zelfs zweefde er een glimlach om zijn lip pen. Hij scheen volkomen bereid, om de rest van den avond met mannen moed te doorstaan. „O, daar is onze waarde gast weer" sprak een verheugde stem. „Hij moet bepaald eens hooren. hoe het mij bij een wreeden*. gevaarlijken neger stam is vergaan. Nimmer ben ik dich ter bij een gruwelijken dood geweest dan toen ik in hun handen was ge vallen. Ik was jong, overmoedig, roe keloos. Ik dwaalde af van mijn gezel schap. Ik /ette in de wildernis van Afrika een aangeschoten olifant na Geheel alleen. Vrees kende ik niet en ik zag niet gauw gevaar. Verder en verder raakte ik van jagers en dragers af. Koppig hield ik vol. Eens klaps werd ik in mijn vaart gestuit tk voelde een stekende pijn om mijn hals, wetd op den grond getrokken en verloor het bewustzijn De lasso van een neger. Toen jk mijn oogen weer opsloeg, bevond ik mij in een negerdorp. aan de kust gelegen. Ik was een gevangene Ik smeekte, dreig de beloofde, bezwoer, maar niemand verstond mij en ik begreep, dat mijn einde nabij was". „Kannibalen?" vroeg de gast „Neen, geen kannibalen" antwoord d,e de verteller met iets spijtigs in zijn toon. „Ik zou liegen, als ik zei. dat het kannibalen waren. Maar ge- meene, bloeddorstige schurken waren het wel en zij haatten de blanken met een demoniseren haat Wie be schrijft u echter mijn verbazing, toen ik bemerkte, dat ik niet de eenige ge vangene was? Een Engelschman, die de taal van den stam vrij aardig ver stond ,was reeds drie dagen in de macht van de inboorlingen. Wij be groetten elkander als broeders inden nood. „Wat gaan ze met ons doen?" vroeg ik hem. Niet uit angst, maar iji wilde het toch wel eens weten. „O, ze hebben mij bewaard, tot zij eén tweeden blanke te pakken kre- jen. Nu kunnen zij een aardig" spel- et je Spelen. Ziet U dat gebouwtje daar, dat op een groot schuitenhuis gelijkt? Daarin wordt een reusachtige haai bewaard, die zoó nu en dan eens bp menschenvleesch wordt ge- tracteerd" Ik rilde, ik beken eerlijk, dat ik rilde van ontzetting. „Maar waarom moeten er twee slachtoffers tegelijk zijn?" vroeg ik. „Wel het is, van oudsher een gebruik van dezen stam, om. met hun gevangenen een aardig grapje uit te halen. Als zij er twee hebben wordt de eene inge smeerd met een soort olie, waarop haaien dol zijn, de andere met een olie, die zelfs den hongierigsten haai op de vlucht jaagt". Deij volgen den morgen zou de feestelijkheid plaats hebben. „Er is nog een flauw kansje voor ons", sprak mijn kame raad in het lijden. „Mijn vrienden, wier jacht ik dwaas genoeg verliet, om op avontupr te gaan, zijn in de buurt. Misschien zijn zij op tijd hier. om ons te helpen Bij het aanbre ken van den dag was er nog niets van het jacht te zien. Wij werden ontkleed en met smerigen rommel ingesmeerd. Wij wisten niet, wie den prijs en wie dien niet had getrokken. De* wilden gingen met hun kano's in zee ,een halven cirkel vórmend, met hun lange lansen- moesten zij den haai, die na verzadiging handelbaar der zou zijn. terugdrijven in zijn ge vangenis. Zij wilden hem niet mis- INGEZONDEN MEPEDEELIN6 den kunnen vatten na de emotioneele ontdekking, die er gedaan was en zij ble ven bijeen, ondanks den raad van den detective, rust te nemen. Toen zij met hun drieën nog bijeen wa ren, stak de graaf de Tournel zijn mis noegen niet onder stoelen en banken, maar zei duidelijk, dat hij Turner abso luut niet vertrouwde. „Hij mag dan duizendmaal een be kwaam detective heeten," riep hij uit, „ik wilde dat wij nooit besloten hadden met hem samen te werken. Ik begrijp niet, hoe de man nog niet toegeven wil, dat hij geheel op een dwaalspoor geweest is. Waarom zijn wij hierheen gegaan? Het was, omdat hij meende, dat signora Chiarina hier gevangen gehouden werd. En nu blijkt, dat hier van een geheel vreemde vrouw sprake is geweest." „Wel," antwoordde de Linar bedacht zaam, „ge moet hem niet te spoedig ver- oordeelen. Ik geloof, dat hij toch wel zijn redenen heeft om hardnekkig vast te hou den aan zijn eerste veronderstelling. Hij schijnt groot vertrouwen te stellen in zijn helper. Die is verdwenen, tegelijk met de ander» bewoners van het landhuis. En het ligt dus voor de hand te gelooven, dat die jonge man de vluchtelingen ge volgd is. Hij zal zeker zoo spoedig hij daartoe kans ziet, van zich doen hooren. Wij moeten dus in ieder «eval wachten, wat hij te melden heeft." Nibblington knikte, maar de Tournel haalde de schouders op. „Het zal wel niet veel zijn," riep hij. „Het lijkt mü niet veel bijzonders wat Turner tot nu toe geleverd heeft te zamen met dien jongen man." „Ge zijt onbillijk tegenover hem," meen de de Linar, „maat laten we er niet over spreken, we worden het hierover toch niet eens De stemming tusschen ds drie vrien den wm niet bijionder opgewekt, Zij stijve spieren dadelijk wrijven met het eenige middel dat tot diep in Uw spieren doordringt en U snel weer lenig msakti Akkers „Geen goud too goed" sen, hij was een soort mascotte van den stam. Wij werden in het water gegooid, hel schuitenhuis werd opgetrokken en het monster kwam op ons af. Wij zwommen als razenden. Weldra bemerkte ik, dat de haai het op mij had gemunt. Op hetzelfde oogenblik gaf mijn maat een schreeuw. Het jacht was in zicht gekomen. Hij was zoo goed als gered, maar ik? Ik was verloren. Het monster was vlak ach ter mij. Ik keerde mij om, om niet van achteren gegrepen te worden. De haai schoot toe, ik dook onder hem door en kwam op zijn rug te zitten. Als een razende ging hij te keer, hij geeselde het water rpet zijn staart en rolde zich om en om. Ik werkte mij naar den staart toe, liet op een ge geven oogenblik los, vloog over dpn kring van kano's heen en kw%m in de vrije zee terecht Onmiddellijk be gon ik te zwemmen. Volkomen üitge- put werd ik door de mannen, die mijn kameraad al hadden opgepikt aan boorti geheschen. Het was op hel kantje ar geweest". Een opgewonden debat volgde. Nier mand was zoo onbeleefd, om open lijk twijfel te toonen aan het ver haal, dht.voor allen nieuw scheen te zijn, maar men wilde toch gaarne zijn meening erover zeggen. Alleen de gast zweeg. Hij luisterde vervolgelns naar de wederwaardigheden van een achtens waardig lid, dat door zijn sluwheid en lenigheid aan een dreigend doods gevaar wist te ontsnappen, wat ge- ïVking en zijn zien zijn gelaatsuitdrukking en zijn tegenwoordige afmetingen al even weinig geloofwaardig was als de „als wip gebruikte'haai"-geschiedenisl De gast was de eenige, die geen vragen stelde. Een slangenavontuur deed daarop de aanwelzigen huiveren. De gast toonde maar juist genoeg belangstel ling, om niet voor onbeleefd te wor den gehouden. Een verschrikkelijk gevecht met een koningstijger volgde. De gast scheen hej. heel gewoon te vinden. „Voor iemand, die nooit zoo iets heeft meegemaakt, is het bijna, Diet te f;elooven, nietwaar?" wendde einde- ijk één der leden zich rechtstreeks tot hem. „Maar ik heb zelf ook op grof wild gejaagd", luidde het op bedaarden loon gegeven antwoord. „Jij?" riep het oudste lid uit met de roerende ongeloovigheid, die al leen een famielia of een vriend durft uiten. „Wist u dat hiet?" „Neen, daar heb ik nooit van ge hoord". „Wij Jiebben elkaar ook in. ver scheidene jaren niet ontmoet". „Dat is zpo", gaf de oude heer. wiens twijfel nog volstrekt niet weg- feblazen scheen, toe. „Maar waarop eb je dan gejaagd? Óp katten? Op eekhobrntjes?" „Op leeuwen". „Op opgezette leeuwen dan toch zeker". Dat geestigheidje oogstte een wel verdiend succes; toen het gelach be daard was, keken acht vrienden on willekeurig naar den gast. voelden zich niet zoo vol komend eensge zind als het bij vorige gelegenheden was geweest. De Tournel begreep niet; hoe de Linar toch wel groote waarde scheen te hechten aan het werk van den detective, dien hij van het bggin af had gewan- troüwd. Maar misschien was hij juist om dat hij zelf voelde eenigszins onbillijk te zijn hierover erg ontstemd. Men ging ten slotte toch maar slapen, begrijpend, dat het beter was het voor beeld van den - detective te volgen. De drie, die zoo laat opgebleven wa ren, sliepen een gat in den dag. Wel was hun voornemen geweest weer vroeg uit de veeren te zijn, doch de natuur heeft ook haar rechten en zij waren doodver moeid geweest. - Turner, die vroeger was opgestaan, zei den waard hen maar te laten sla pen. Trouwens, zij konden niet beter doen, men moest immers toch wachten tot de heeren van de rechtbank kwamen. En zoo heel vroeg konden die er ni9t zijn. Turner zelf wachtte ongeduldig op eenig teeken van zijn helper, hij had de vaste overtuiging, dat deze van zich zou laten hooren. Maar midden op dfcn dag was er van den jongen man nog niets' te bemerken geweest en toen om ongeveer twaalf uur de onderzoeksrechter in het landhuis zelf zijn ondervraginjgen begon, moest hij zich tevreden stellen met de onvolledige in lichtingen, welke degenen hem konden verstrekken, die het lijk gevonden hadden. Allereerst werd de detective verhoord. Hij vertelde, dat hij hel eerst het lijk op den grond had zien liggen. „WAarom drong u naar binnen?" werd hem gevraagd. „Omdat de gTaaf de Tournel tevergeefs getracht had de dame, die wij meenden dat hier verblijf hield, voor het raam te doen verschijnen." „Verwonderde u d&t *oo?"

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1930 | | pagina 3