dp*
Gemeenteraden
Schoonhoven.
Sir Austin Chamberlain, bekend Engelsch
staatsman, Is Dinsdag op 73-jarigen
leeftijd overleden
De commissaris der Koningin in Noord-Brabant, jhr. mr. dr. Van Rijekevorsel (rechts), die Dinsdag de groote Paaschvee-
tentoonstelling te 's-Hertogenbosch opende, in gezelschap van burgemeester Van lanschot en diens echtgenoote op de
tentoonstelling
Op de jaarlijksche groote Paaschvee-tentoonstelling,
die Dinsdag te Rotterdam werd gehouden
'«diMjaWon Malabar (bovan), dal da varbinding tuuchan India an Nadarland
onderhoudt, k dezer dagen aan verwoeHIng ontsnapt - Ean ongekend hevige
bandjir ging op enkele meten afstand voorbij. Tien personen werden gedood
Minister mr. dr. L N. Deckers bracht
Dinsdag een bezoek aan de Paasch
vee-tentoonstelling te Rotterdam, waar
hij de verschillende inzendingen be
wonderde
Professor Debye, wlnnaer van den Nobelprijs voor Chemie, vertoeft voor eenige dagen In zijn geboorte!
stad Maastricht Professor Debye in huiselijken lering met zijn ouders
Het bezoek ven Mussolini aan Lybië De triomphaie ontvangst
van den Duce, die staande in zijn auto de toejuichingen der
menigte beantwoordt
Een geheimzinnig schip liep dezer dagen wegens machine-averij de
haven van Duinkerken binnen. Het kwam van Odynia, voerde ee vlag
ven Panama, doch behoorde waarschijnlijk tot een andere nationaliteit
Het was geladen met oorlogsmateriaal
De aankomst van den Koning en de
Koningin van Denemarken te Berlijn,
waar zij verwelkomd werden door den
chef van het Protocol, VonBülow-
Schwandte (links)
DERDE BLAD.
NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT. Schoonfiovtnsche CoaratU
WOEHSDAG 17 MAART 1937
Gemeenteraadsvergadering op Maandag
15 Maart, onder voorzitterschap van bur
gemeester A. M "Nieuwenhuisen.
Afwezig met kennisgeving de1 heerett
De Groot en Woudenberg, de eerste we
gens ziekte.
De notulen worden na opening onge
wijzigd vastgesteld.
Besloten wordt conform bot voorstel
van B. en W., om het salaris van den
heer J- Dubbeldam, schuonhouder van de
rijkskweekschool, m verband met zgn
vermeerderde werkzaamheden met I 57-
per jaar te verhoogen.
De heer t. <L HEK merkt in dit ver
band op. dat. hoewel hij geen voorstan
der van salarisverhoogmg in dezen tijd
ia, hg met dit voorstel accoord gaat, ge
nen hot feit, dat de werkzaamheden van
adressant aanzienlijk m omvang zijn toe-
in aake het adres van den lieer A. van
Dam, grafgraver, omtrent de huuraltrek
voor zijn woning, stellen B en W. voor,
de huur met ingang van 1 Januari ji.
op f 260 per jaar te brengen, waarmede
de raad accoord gaat.
Aan de orde is dan het voorstel van IJ
M W. tol het toestaan van oen erudiet
how had. Spr.
Het betreft hier den B-steun en B en W
stellen voor, hiervoor f 2 per werklooze
beschikbaar te stellen, terwijl dap f 3.30
ten laste van het rijk komt, zoodat de ge-
beele aanvullende steun op f 5-30 per
«rerklooze komt.
De heer v. d .HEK meent u*t de des
betreffende stukken te hebben mogen op
maken. dat die f 5.30. voor schoeisel be
stemd ia en dat de gemeente in totaal een
bedrag van f 500 voor 250 werkloozeu
beschikbaar kan stellen. Daar er echter
niet zooveel werkloozen in de gemeente
zijn, vraagt spr. of het niet mogelijk Wj
dat ook andere armlastigen van genoemd
bedrag profiteered want onder hen, die
ondersteuning van het B. A. genieten zijn
-r er zeer slecht aan boe zgn. Zelfs
U dagen geleden iemand, die des
geen voeteei m
vraagt, of B. en W. een
»r oogen willen zien,
WPÜ. DEERENBERG antwoordt,
dat hetgeen de heer Van der Hek hier
aanroert, nieto met de desbetreffende c»r-
ealai#e van den minister te maken heeft.
Het departement heeft geïnformeerd naar
het aantal ingeschrevenen bg de arbeids
bemiddeling over 1036 en dit aantal bleek
234 be zijn, wat 'dus voor de gemeente
een bedrag van f 468 maakt. In totaal
wordt de ondersteuning 234 maal f 5B0.
Spr. geeft boe. dat er menschen kunnen
*jn, die het nog slechter hebben dan de
ondersteunde werkloozen, maar daarover
handek de circulaire met en men heeft
neb be houden aan de voorschriften om
trent de bestemming van dezen steun.
Voor zijn verdere opmerkingen moet de
heer Van der Hek bij het B. A. zgn. Ver
der deek spr. desgevraagd nog mee, dat het
bedrag van den B-steun ongeveer f 130
per werklooae hooger is dan het vorige
jaar. Toen werd evenwel weer meer aan
vullende steun in goederen, zooals de
kens. uitgekeerd.
Weth. v. d. O V E R zegt nog als voor
zitter van het B. An dat er de laatste
weken niemand is geweest, die kwam
klagen, dat hg op een Zondag geen eten
in huis had gehad .Misschien weet spr.,
wien de heer v. d. Hek bedoelt, maar
dan ban hg 'mededeelen, dat bedoelde
persoon iu het genot is van een pensioen
van f 10
D® heer v. d. HEK had de mededee-
fcng omtrent de 234 ingeschreven werk
loozen niet gelezen; hg is thans tot de
conclusie gekomen, dat bedoeld bedrag
noodig is. Den beer t. d. Oever zal hg
na shilling der openbare raadsvergadee
ntig nader inlichten, daar de persoon,
dien deze op het oog heeft, met degene
is, dien spr. bedoelt.
Het voorstel van B. en W. wordt daar
na z. h st. aangenomen.
Verder deelt de VOORZITTER mee
dat Ged Staten een opmerking hebben
gemaakt betreffende een af- en overschrij
ving op de begrooting 1836.
Aan den wensch van dat college zal
worden voldaan.
De koninklgxe goedkeuring is verkregen
op de legesverordening, terwijl de begroo-
tingen van veer-, waterleiding-, gas-, wo
ning- en electriciteitsbedrijf eveneens zgn
goedgekeurd, evenals de gemeente-begroo
ting 1936
Betreffende het in de vorige vergade
ring vastgestelde kalk- en plakverbod, ma
ken Ged. Staten eenige opmerkingen van
redactxmeelen aard.
De ge wensch te wijzigingen zullen wor
den aangebracht.
Het kohier van de hondenbelasting, dat
êen bedrag van f 867 aangeeft, wordt ver
volgens vastgesteld.
De ondernemers van hot radiodistnbu-
tiebedrgf verzoeken enkele woorden u het
contract te wijzigen.
Dit punt wordt aangehouden tot de vol
gende vergadering, omdat het verzoek niet
laag genoeg ter inzage heeft gelegen.
Enkele wijzigingen van de bedrijfebe-
grootmgen worden vastgesteld.
De commissie voor de bedrgven dient
twe« voorstellen in, welke zg verzoekt, in
deze vergadenng te willen behandelen,
ïen eerste verzoekt zg voor de zomei-
maanden de invoering van een speciaal
gastarieUen voorts wenscht zg opnieuw een
verstrekking van gratis s oofcopiforen.
Weth. DEERE.N BERG Ucht een
en ander nader toe. Öpr. zegt, dat het er
om gaat voor de zomermaanden weer het
meerverbruik-tanef vast te stellen, dat het
vorig jaar tot zoo goede resultaten heeft
geleid. De zaak i$ vrgwel gelgk aan die
van toen Als men de concurrentie met
de olie niet aangaat, loopt het gasverbruik
terug. Voor deze tariefsverlaging stelt de
commissie voor een bedrag van f 275 be
schikbaar te stellen Hiervoor behoeft de
begroofing niet gewijzigd te worden, daar
men hoopt het verlies door het ruimer
verbruik te dekken.
Ten aanzien van hen, die reeds goede
verbruikers zgn, heeft de heer Adnaens
indortgd opgemerkt, dat dezen nu moei
lijk nog meer kunnen gaan afnemen. Voor
hen houdt daarom dit voorstel een. reduc
tie van IX) püt. in.
Van de gratisverstrekking van stoof -
oomforen bg wijze van reclame, hebben
verleden jaar 307 personen gebruik ge
maakt. Aan de afname van het daartoe
vereischte aantal kub. meters hebben toen
echter 1 personen niet kunnen, voldoen
Deze afnemers kunnen nu alsnog in aan
merking komen.
De beide voorstellen van de bedrijven-
oommissi^ worden h. st. aangenomen.
De heer A. Stekelenburg, die de buiton
waard gehuurd heeft tot 1 Mei 1039, wil
dezo nog drie gaar langer huren. B en
W meenon evenwel, dat men ad
voldoende tegemoet komt, door b
land tot 1 Januari 1941 te ver
Aldus begoten.
Ho
idressant
Ter tafel komt dan het sohrgven van den
heer Kok, waarin deze inlichtingen ver
zoekt, aangaande de door den heer Wou
denberg in de Öchoonhovensche Gourant
van 1 Maart gepubliceerde mededeeliugeii
inzake den toestand der sluisdeuren. Het
is ongetwgfeld om deze kwestie, dat de
publieke tribune geheel gevuld is met be
langstellenden
De heer v. d. H J»K vraagt, of het met
mogelijk is, dit punt van de agenda al te
voeren, tot de heer Woudenberg, dae
thans wegens drukke werkzaamheden te
Vreeewgk verhinderd is, aanwezig kan
zijn. daar spr. er prgs op stelt, dat de
heer Woudenberg mede aan de bespre
kingen kan deelnemen
De VOORZITTER zegt. dit ver
zoek niet te kunnen inwilligen Vanmor
gen ontving spr. ais raadsvoorzitter van
den heer Woudenberg een schrijven,
waarin deze meedeelt, de raadsvergade
ring niet te zullen bgwonen. Öpr. leest de
zen brief voor. De heer Woudenberg
schrijft daarin; „Het is mij onmogelijk
om, overeenkomstig de door mij afgeleg
de belofte, de belangen van onze gemeen
te in- den raad en ev. daarbuiten te be
hartigen onder uwe bedreiging met ,,het
nemen van afdoende maatregelen" tegen
mg, in die gevallen, waarin ik niet over
eenkomstig bw meening of naar uw wel
gevallen zou spreken of handelen.
„U gaf mij de verzekering, dat u daar
toe zou overgaan door de tussclienkomst
van mijn Hooge Werkgevers, den minister
van waterstaat en den Hoofd-ingenieur-di-
recteur van den rijkswaterstaat in de Di
rectie Bovenrivieren te Arnhem in te roe
pen, oen maatregel, die mi. ongeoorloofd
en fnuikond voor uw prestige is.
„Indien u deze bedreiging niet openlijk
zoudt wenschen terug te nemen, zal ik
genoodzaakt zgn voor het lidmaatschap
van den gemeenteraad te bedanken, tenzg
een hoogore autoriteit, aan wie deze aan
gelegenheid ev. zal worden voorgelegd, mij
de zekerheid verschaft, van het vrije
woord binnen de perken der orde."
De VOORZITTER stelt voor deze
zaak, die B eu W. al 14 dagen lang extra
werk heeft bezorgd, en die zooveel onrust
in en buiten de gemeente lieeft gewekt,
rustig en zakelijk te behandelen en per
soonlijke kwesties buiten geding te la
ten.
De heer PEERB0LTE moet het
voorstel van den heer Van der Hek steu
nen. Men moet niet uit het oog verliezen,
dat het hier een zaak van groot belang
is. Spr. acht het niet gewenscht, dat de
gene. die met de aanklacht gekomen is,
bij behandeling van de materie, niet aan
wezig is. Wel schrijft de heer Wouden
berg, dat bij niet komen wil, om bepaalde
redenen, maar deze houding acht spr.
verkeerd. Als de heer Woudenberg buiten
den raad iets zegt, is dat een ander ge
val dan wanneer hg dat in de raadsver
gadering doet. Hier kan hg bg wgze
van spreken zeggen, wat bij wil, om
dat hij onschendbaar te. Hg behoeft ook
niet bang te zijn, dat B. en W. zgn hooge
werkgevers van hetgeen hg in den raad
zegt, m kennis zullen stellen. Ate de heer
Woudenberg hiervoor bevreesd te, dan
berust dat op een misverstand. Spr. stekt
er prijs op. dat de beer Woudenberg bij
de besprekingen tegenwoordig te.
Het B«zag van B. M W. «n
't geding.
De VOORZITTER zegt, dat het
niet uitsluitend een zaak tusschen den
heer Woudenberg en het ooilege van B
en W ie Toen eerstgenoemde zgn aaé3 B
W. genoht aohruven («de voorzitter
leest dit ten overvloede voor) tegelijk liet
publiceeren in de courant, meende spr
dat het prestige van B. en W. eischte, dat
aangetoond zou worden, dat de door het
ooilege aan den heer Woudenberg ver
strekte inlichtingen juist waren. De raad,
de gemeentenaren en de polderbewoners
hebben hier recht op. Aan de hand van
amblseedige rapporten zal spr. een en an
der aantoonen, omdat hg meent, dat het
gezag van B. en W. is aangetast. Daar-
oet de zaak thans behandeld wor
den. De discussies kan men desgewensc&t
uitstellen tot de volgende vergadering.
De heer t. d H E K legt er den nadruk
op. dat hg van te voren gpen ruggespraak
met den heer Woudenberg heeft gehou
den, maar toch stelt hg er prgs op, dat
deze bij de behandeling aanwezig zal zgn,
om zich te kunnen verdedigen.
De heer BRON meent, dat de heer
Woudenberg niet verhinderd is, doch dat
hij niet wil komen; hij heeft dan ook zich
zelf den pas afgesneden, door zgn schrij
ven aan den voorzitter.
De VOORZITTER merkt in ver
band met ""dit schrijven nog op, dat hij den
heer Woudenberg niet gedreigd heeftfl Hij
heeft hem alleen gezegd, dat de heer
Woudenberg zgn positie van rijksambte
naar niet moet verwarren met het raads
lidmaatschap. Als raadslid heeft hg liet
vrije woord en spr. heeft zelfs nog nooit
art. 20 van hel reglement,, volgens het
welk- lig een Ud liet woord kan ontnemen,
toegepast. Ev. opmerkingen had de heer
W. binnenkamers met B en W. kunnen
bespreken. Öpr. heelt den heer Wouden
berg herhaaldelijk gewaarschuwd. Toen
bedoeld stuk nog niet gepuhliceerd was
eu spr. had vernomen, dat het aan de
couranten aangeboden zou worden, heelt
spr. den heer Woudenberg gezegd, dat
bg in dat geval aan den minister zou
schrijven.
De heer VANHAR MELEN conclu
deert, dal de laalste brief van den beer
Woudenberg onjuist te. Daarin schrgft
hg, de vergadering nieb te zulLen bgwo
nen, omdat hij bang is, niet vrijuit te
kunnen spreken. Spr. leest echter tusschen
de regels door. dat de heer Woudenberg
bevreesd is, dat men zgn chefs van zijn
uitlatingen iü kennis zal stellen én dat
die aanmerkingen zullen maken. Dat wil
dus zeggen, dal de heer Woudenberg bang
is, verkeerde dingen in den raad te zullen
zeggen, zoodat zgn wegblijven uitgelegd
moet worden ate een verzwakking van zgn
positie. f
Een overzicht
De VOORZITTER geeft daarna
een overzicht van de gebeurtenissen der
laatste weken. Voor de publicatie van zgn
schrijven aan B. en W., had de heer Wou
denberg in een raadsvergadering ver
klaard, met de door het college verstrek
te inlichtingen tevreden te zijn, omdat de
zaak de aandacht van B. en W. had.
Niettemin vond spr. Zaterdagavond 27
Februari het bewuste stuk in zgn brieven
bus. Aangezien spr. wist, dat de laatste
schouw goed afgeloopen was, is hg dien
nacht rustig gaan slapen, heeft ook den
Zondag kalm laten passeeren, en eerst
Maandagmorgen de wethouders er van
in kennis gesteld. ®De heer Woudenberg
weigerde eon onderhadu met spreker, om
dat hij B. en W. wenschte in te Hchten.
Dien middag werd hij daartoe in de ver
gadering van dat college genoodigd Daar
evenwel de heeren Hubregtse, fabriek-
landmeter van het hoogheemraadschap de
Krimpenerwaard, en Visser, gemeente-ar
chitect, in het gezelschap van B. en W.
waren, stond de heer Woudenberg -erop.
dat deze heeren zouden vertrekken, omdat
zgn inlichtingen alleen voor het college
waren. Om hem de volle maat te geven,
heeft spr voornoemde deskundigen eeni-
gen tijd laten antichambreeren. Spr heeft
den heer Woudenberg toen gevraagd, wat
hij te zeggen had en met welk doel hij
onrust en paniek onder de bevolking wil
de brengen, hetgeen «pr met kon toela
ten. Als bedoeld stuk zou worden gepu
bliceerd, zou spr. een schrijven richten tot
den minister van waterstaat en den
hoofdingenieur-directeur van den rijks
waterstaat te Arnhem. De heer Wouden
berg heeft daarop geantwoord, dat dat
voor hem overplaatsing kon beteekenen,
of dat hij wellicht zou bedanken als raads
lid.
De hoeren Hubregtse en Visser
hebben spr. verklaard, dat de heer Wou
denberg B. en W. ten onrechte van het
geven van onjuiste inlichtingen beschul
digd heeft, daar «de keersluis in orde was.
Spr. leest daarna verschillende over
deze kwestie uitgebrachte rapporten voor,
namelijk van den heer D. Visser, gemeen
te-architect den heer H. Hakkeeteegt,
voorzitter van het waterschap Den Hoo-
gen Boezem, den hoer C. van der Vbst,
sluiswachter te Jaarsveld, van het me
teorologisch instituut te De Bildt, dat den
regenval over de laatst» belit van Febru
ari vermeldt, zooals die te 6root-Ajnmem
ie waargenomen, voorts van den heer
Hartman waterbouwkundige, die met de
beeren Hubregtse en Visser de keer
sluis onderzocht heelt en in goeden staat
bevonden, zoodat er absoluut geen gevaar
bestaai van den heer Boogaerdt, (Begraaf
Ie Ouderkerk a d. Ussel Deze bevestigt,
dat bet schrijven van den heer Wouden
berg onrust verwekt had. Biï de laatste
schouw is evenwel niets gebleken, dat die
onrust sou wettigen. De sluizen verkee-
ren in goeden staat en vertoonen geen al-
wgktng. Uit deze rappor*» Wij*
om_ dat de echtgoooote van den heer v.
d. Vlist op 22. 27 Februari en 5 Maart
schepen geschut beeft, terwijl de heer v.
d. Vliat verklaard heeft, de laatste vier
weken nimmer te hebben geweigerd, een
schip te schutten.
De sluis gesloten.
Het te maar éénmaal gebeurd, aldus
de burgemeester, dat de voonritter der
betrokken polderoommissie, de heer Hak-
kesteegt, me verzocht heeft iets te doen
Dat was op 24 Februari. Aangezien toen
bleek, dat inderdaad de waterstand in de
wetering ingrgpen noodig maakte, heb ik
nog dien morgen de sluis doen sluiten.
Intuflschep is ook door den sterken regen-
\al van den laatsten tijd het polderpeil
hoog opgeloopen. Uit deze inlichtingen
blijkt, aldus spr.. dat de mededeelingen,
welke B en W. indertijd gedaan hebben,
volkomen gegrond en betrouwbaar wa
ren.
De heer ADRIAENS vraagt, of het
schrijven, dat B. en W. ov4r den het-r
Woudenberg naar den minister van wa
terstaat gezonden hebben, voorgelezen kan
Worden.
De VOORZITTER heeft hiertegen
geen bezwaar en voldoet aan het verzoek.
Spr. staat op het s'andpunt. dat, als de
heer Woudenberg in zijn kwaliteit van
ambtenaar van den rijkswaterstaat iets
weet, hij dit aan B en W. of aan zijn su
perieuren moet mededeelen. Verder merkt
hij op, dat, ate er iets aan de schutslui
zen zou mankeeren, B. en W er niet aan
zouden denken, om verbetering tegen te
werken, maar vanwege de noodlijdendheid
moet alles vooraf met den minister be
sproken worden. Bg het jongste bezoek
van de rgksacoountants, heeft spr. er nog
eens op gewezen, dat de Haven ter plaat
se drooggelegd moet worden, om de zaak
nader te onderzoeken en zij antwoordden
hem toen, dat het zeer te bezien zou zijn
of de minister voor dat doel gelden zou
willen voteeren. Dit wordt echter be
proefd.
De heer VAN HARMELEN merkt
op, dat in een uitvoerig exposé, dat de
heer Woudenberg aan de raadsleden heeft
gezonden, gesproken wordt over een over
eenkomst van 1812 tusschen Schoonhoven
en de polders langs de Wetering. Volgens
het standaardwerk van jhr. L. F. Teixfira
De Mattos, getiteld: „De waterkeeringen,
waterschappen en polders van Zuid-Hol
land". deel III, bestaan echter slechts
overeenkomsten van 1806, 1809 en 1824
Het zou toch wel gewenscht zijn geweest,
dat de heer Woudenberg, voor hij met
beschuldigingen kwam. deze»overeenkom-
sten bestudeerd had Zoo is het van be
lang, te weten dat Schoonhoven dagee
lijks mag schutten
Weth. DEERENBERG meent,
dat er aan de zaak
een politiek kantje
is. Spr. leest het schrijven voor, dat hij
aan den heer Woudenberg, als antwoord
op diens laa -ten brief gericht heeft
In dit an woord schrgft de heer Dee-
renberg, dat hij met verwondering kennis
nam van het besluit van den heer Wou
denberg, om in deze raadszitting niet aan
wezig te willen zijn.
„Wij tezamen vormen den raad en U is
daar een deel van. De raad heeft U nim
mer onrecht aangedaan, dus U behoort in
ons midden", zoo vfervolgt de wethouder
zgn scbrijven.
„Indien de raadsvoorzitter Uw vrijheid
zou bekorten als raadslid, dan tast hij te
vens onze rechten aan en U kunt er ver
zekerd van zijn, dat wij dit niet toe zullen
slaan De voorzitter heeft echter nimufer
een poging daartoe gedaan en vrees be
hoeft U dus daarvoor niet te hebben. Bo
vendien hebben wy dan het voorrecht door
iemand ingelicht te kunnen worden, „die
met een vergelijkend staatsexamen in epn
keurkorps van ambtenaren is opgeno
men.' (Deze woordkeus nam ik over uit
Uw brief). Maar wat mg toch wel riets
zegt is (ik lees dit alweer uit Uw brief)
een hoogstaand mensch, volkomen be
trouwbaar, met een goed begrip van de
réchten en plichten van een raadslid; juist
zulke raadsleden moeten aanwezig zijn en
niet wegblijven en ik kan dat gerust neer
schrijven, want voor zelfingenomenheid of
ijdelheid bestaat bij U geen vrees.
Meermalen waren wij reeds in de gele
genheid Uw niet te onderschatten adviezen
te ontvangen; over het havenplan, toen
het ontdaan was van de door U opgelegde
geheimzinnigheid, hebben alle raadsleden
verbaasd gestaan. U stelde daarbij o.m-
zqo ongeveer voor den dijk tusschen Lek
en Noodhaven te doen wegnemen, nu ik
Uw brief lees, begrijp ik pas, dat U zulks
deedt, uit bezorgdheid voor buiten-
sluis En dan Uw advies om buitendijks
de opstal van het zwembad 's winters niet
meer ai te breken, met de pompinstalla-
tie is dat, dank zij Uw advies, gebeurd. U
zult goed doen het resultaat nader te on-
dérzoeken.
Dat U volkomen eerlijk en betrouwbaar
alles weergeeft, is mij duidelijk, te meer,
daar U schrijft, dat het bezoek van den
héér Hubregtse, U zoo welkom was. Toen
wij U echter in de gelegenheid stelden om
in onze vergadering met genoemden heer
in ons midden Uw klacht te bespreken,
toen wat U het, die zelfs dreigde met heen'
te"zullen gaan. indien ook déze heer aan
wezig zou blijven
In het slot van Uw brief heeft U het
ovpr een hoogere autoriteit dan den voor-
atter, wehw, émi is in dit geval de zaad
zelf. U kunt toch de medewerking daar»
van inroepen
Rest mij te zeggen, dat ik menschen,
die ten onrechte het martelaarskleed wil
len dragen of voor de verdrukte onschuld
gaan spelen, niet kan uitstaan. Dringend
oet'ik U dus verzoeken: kom hedenmid
dag en vermijdt den schijn, dat U bij al
Uw eigenschappen een lafaard genoemd
zou kunnen worden
iichoonhoien staat in relatie met de
omliggende polders, waarvan de .voorzit
ters tezamen een commissie voor de Lopi-
kerwetering vormen. Daarin is alleen met
de polder Bonrepas vertegenwoordigd,
öpr. is gaan vragen, waar de dgk bot
zwakst was Dat was het geval bg den
poldervoorzitter, den heer Kuil. wiens ka
de niet oj> hoogte was. Inplaats dat cte
heer Woudenberg dien ingeland op zgn
nalatigheid gewezen heeft, vroeg hg of
Schoonhoven voor een eventueeie door
braak aansprakelijk gesteld zou kunnen
worden. „Natuurlgk., was hot antwoord
en dit was voor den heer Woudenberg
genoeg, om een catosirophe voor Öcboon-
hoven te profeleereu.
De heer Woudenberg was bang, dal
de keersluis le -Schóónhoven niet gesloten
zou kunnen worden, maar toen hg dien
bewusten Zaterdag zijn brief schreef, was
de sluis al sinds den Woensdag daarvóór
dicht. Spr. vraagt zich verder af, welk
recht de beer Woudenberg heeft om van
deze vergadering weg te blijven, die toch
hoofdzakelijk om zijn brief is uitgeschre
ven. Uit zgn schrijven maakt spr. op, dat
de heer Woudenberg het voornemen hoeft,
nooit weer terug te komen, aangezien de
voorzitter nimmer zgn tot den heer Wou
denberg gerichte woorHen kan terugnemen
daar het hier een besluit van B. en W.
betreft. De wethouders dragen mede de
volle verantwoording voor de brieven,
naar den minister en naar den hoofd-
ingenieur-directeur zijn gegaan. Van
dreigementen is geen sprake geweest: als
B en W. zeggen iets te zullen doen, ge
beurt dat ook. Van harte hoopt spr., dat de
lieer Woudenberg over deze zaak zal dur
ven debat tee ren. öpr. zal dan niet weg-
büjven, waar hij zich ook bevindt. Ten
slotte merkt spr. nog op, dat hg degenen,
die met een bepaald raadslid een fractie
vormen, mede aansprakelijk acht voor de
daden van dat lid.
W"cjlh. v. d. OEVER kan ter aanvul
ling van Üe rapporten nog meedeelen, dat
blijkens de verklaringen van de polderbe
sturen in een nacht, dat de sluisdeuren
dicht waren, het waten%3 c.M. gevallen te.
De heer Woudenberg
zwamt maar een beetje.
Volgens hem was ook het puntstuk
van de sluis slecht, maar hg onderzoek
bleek dit volkomen in orde te zgn. W el
is de stootbalk eemgszins beschadigd,
maar dat komt, doordat de schippers in
de sluis hun schroef laten draaien. De
schutsluizen doen niets terzake, die zgn
van öchoenhoven en dienen alleen om te
échulten.
De VOORZITTER deelt nog mee>
dat de groote sluis niet opengaat, voor er
bericht van den heer Hakkesteegt is, dat
het kan.
De heer KOK dankt voor de uitvoeri
ge inlichtingen. Met eenige verwondering
heeft spr. het schrijven van den heei
Woudenberg in de courant gelezen en by
kan niet anders zeggen, dan dat de heer
Woudenberg fceer voorbarig geweest ia
door op zoo senaationeele wijze te work te
gaan. Was de toestand werkelijk zoo pe
nibel, dan teas het nog wat anders, maar
dat is spr. ook door liet schrijven van don
heer Woudenberg niet duidelijk geworden.
De keersluizen zijn in goeden staat on
verder beeft Schoonhoven niets te maken
met nalatigheid, welke te Loptk of elders
heeft plaats gehad. De schuld van den
hoogen watejetand lijft niet alleen aan
sluizen, maar ook de aanzienlijke neerslag
is een belangrijke, factor. Over de sluis
liehoeft men zich met bezorgd te maken,
daar van ernstig lekken- geen sprake te.
Wel is het misschien van belang, dat t.z t
op dit M<iit voorzieningen worden getrof
fen.
De heer VAN HARMELEN vestigt
dé aandacht op een zinsnede uit het
schrijven van den. beer Woudenberg, over
het „vormen van een eigen oordeel Spr.
meent, dat het aan een eigen oordeel den
heer Woudenberg juist ontbroken heeft.
Ter ontlas'ing merkt spr. echter op, dat
hot wel frappeert, dat tegenover den heer
Wouden!>crg verklaard is, dat in de sluis
Lopik met geschut is, terwijl later
'k, dat er wel geschut is. Op deze en
andere onjöiste inlichtingen is de heer
Woudenberg doorgedraafd als een hol
lend paard Hg had zich niet moeten
laten voorlichten door polderbestuurders,
zonder na te gaan, of dezen op de hoogte
waren van de desbetreffende overeenkom
sten met Bchoonhoven Het is gebleken,-
dat de polderbesturen sinds 1883 hun ver
plichtingen met zgn nagekomen. Had de
heer Woudenberg zich van die overeen
komsten goed op de hoogte gesteld, dan
zou bij ervaren hebben, dat dozfe eigenlijk
niet zoozeer ten doel hadden, hooge wa
terstanden te voorkpuwn, al» wol om juisl
water in de we'eriug ie houden ten be
hoeve van de scheepvaart tusschen
Ufrecht en Schoonhoven. Men kon toen
namelijk niet hij Vreeswijk in de Leb ko
men. Spr vindt het jammer, dat de heer
Woudenberg er niet is, wan' dan had hij
(Hen zi/n eigen woorden over het vormen