48.NA, inv. nr. 1197 A, 1818, nr. 180.
49.ldem, nr. 187.
5O.ldem, nr 188.
11
grond, mitsgaders vijf bleekvelden, zo nevens als dwars achter den anderen gelegen, zijnde een en
ander bevorens gebruikt geweest voor een klereblekerij en alsnog daartoe zeer geschikt,- strek
kende het getimmerde of de huizingen met de drie voorste bleekvelden, voor van de Kromme
Gouwe tot achter in de dwarssloot, belend ten oosten Hendrik Jaspers en ten westen voor een
gedeelte het volgende perceel en de erven Maarten de Jong, en voorts Brouwer en zoon, wijders
de twee achterste bleekvelden in de lengte van de eigen van Arnoldus van Asten, tot voornoemde
Brouwer en zoon, belend ten zuiden de dwarssloot en ten noorden de Bloemendaalse Wetering,
belast met twee gulden zestig cent 's jaars erfpacht, edoch welke bij de tegenwoordige posses-
seurs nimmer is betaald geworden, en voorts met 11 cent 's jaars hofstedegeld, zonder meer.
nr. 2. Een woonhuis en erve met een paardenstal daaraan annex, mitsgaders een stukje grond
daarachter, zodanig dit vóór of op de dag der verkoop zal zijn afgebakend, staande en gelegen als
voren, strekkende insgelijks voor van de Kromme Gouwe tot achter tegen het voorgaande perceel,
belend ten oosten nr. 1 en ten westen de erven Maarten de Jong meergemeld, vrij zonder iets
opstaande.
Een deel van deze percelen was privé-eigendom van van Bergen, de rest was gemeenschap
pelijk eigendom van de participanten in de drukkerij. Nr. 1 werd gekocht door Isaac Ijsselsteyn,
(schepen-jjager, wonende aan het Jaagpad, voor ƒ1300, nr. 2 door de klerenbleker Arnoldus van
Asten, wonende op de Kattensingel, voor ƒ350, en nr. 3 door de kleingarenfabrikeur Cornelis de
Koster, die ook aan het jaagpad woonde, voor ƒ117548. De inboedel, bestaande uit koperen ketels,
palen, "rommeling", een "burrie", kruiwagens, slijpsteen, pomp, ijzeren schoorsteen, hespels, dek
sels, kuipen, schaafbank, vijftig ponden, schalen en balans, glazekast, okshoofden, sleden, vijzels en
stampers, bedsteden, kachels, werd verkocht voor ƒ231,5049.
nr. 3. Een stuk wei- of hooiland aan drie percelen, na gissing groot 800 roeden, doch bij de koop
zonder maat, gelegen aan het Jaagpad, belend ten oosten vóór Jan van Hofwegen, en achter meer
genoemde Brouwer en zoon, ten westen Cornelis de Koster, ten zuiden de erven Maarten de Jong
en de weduwe Jan de Bruyn en ten noorden de wetering met de poort of gang tussen de erven
Maarten de jong en Cornelis de Koster, voorzover die aan dit perceel behoort, mits opstaande vier
gulden zevenenzeventig en een halve cent, aankomende de gravin van Moens, zijnde deze rente
bij de tegenwoordige eigenaars mede nimmer betaald, zonder meer, zijnde dit perceel vrij van
polder- en molengeld".
Een notariële acte, opgemaakt op 5 juni, vermeldt dat "...Hendrik Engelberts, catoendrukker,
en Gerrit van Sillevoldt, graveur, beiden thans nog woonachtig even buiten deze stad, de eerste op
het Jaagpad en de tweede op de Kattensingel, doch staande op deszells vertrek naar Rotterdam,...,
erkenden ontvangen te hebben uit handen van de...heer Adnanus van Bergen, burgemeester dezer
stad, wonende op de Gouwe alhier, ...een som van honderd guldens... '60.