19
Tevens besluit men om op de volgende begroting een post uit te trekken voor de stich
ting van een brandspuithuis. Raadslid Holsteijn is bereid om een deel van zijn grond het vol
gend jaar in erfpacht te geven voor de bouw van een brandspuithuis.
"Men schrijft uit Cape!ie op den Ysei, van 11 april:
Hedenochtend ten half twaalf ure is in de naburige gemeente Nieuwerkerk de dijk bij de
achterkerklaan doorgebroken, zoodat het water uit de ringvaart van den Zuidplaspolder in de
droogmakerij stroomde. De oorzaak van dit ongeval is, dat de mindere drang, die tengevolge
van de uitmaling der plassen aan de eene zijde van den dijk ontstaat, aan de andere zijde
het evenwicht ais 't ware verbreekt, en een meerder drang uit de ringvaart van den Zuid
plaspolder tengevolge heeft. De heeren Dijkgraaf en Heemraden van Schieiand waren spoedig
op de plaats des onheils tegenwoordig; en door goede maatregelen, die dadelijk in 't werk
gesteld werden, is men het kwaad nu ai in zoover te boven, dat waarschijnlijk geen grooter
onheil van deze plotselinge inundatie te vreezen is.
Als eene bijzonderheid kan nog vermeid worden, dat, toen er zoo spoedig mogelijk
kistingen in de ringvaart gemaakt werden, eene schuit met potten en pannen geladen in
eens op 't droge geraakte, en tusschen de kistingen in, voorbij de brug in het dorp aan den
grond is blijven zitten.
Over de toestand van de Kerklaan brengt de Goudsche Courant helderheid. De Kerklaan
fungeert eigenlijk als een soort dijk tussen de Zuidplaspolder en de latere Prins Alexanderpol-
der, die op dat moment wordt drooggelegd. Op donderdag 22 november 1866 leest men in
de Goudsche Courant het volgende:
“Men schrijft ons uit N’kerk a/d Yssel:
In den nacht van zaterdag op zondag ontstond er, onder deze gemeente, eene verzakking
aan den ringdijk van den Zuidplaspolder. Door den ijver van het bestuur, van de opzigters en
van de verdere beambten des polders en de medewerking der in de nabijheid wonende
landlieden, heeft men het gevaar, dat de noodlottigste gevolgen had kunnen na zich slepen,
gelukkig afgewend.
ongetwijfeld zal iemand toen wel gedacht hebben, dat zoiets ook met de Kerklaan zelf
zou kunnen gebeuren, en die is niet in zo'n beste staat. Misschien is dokter en raadslid Hol
steijn wel diegene als hij eind januari 1870 zijn voorstel in de raad brengt. Hij zal echter ook
niet hebben kunnen vermoeden wat er luttele maanden later zou gebeuren. Pakken we de
Goudsche Courant van 13 april 1870 erbij, dan kunnen we het volgende, wederom voor
Nieuwerkerks nieuws bijzonder groot, bericht lezen:
Het gevolg van deze doorbraak is dat de Kerklaan gesloten moet worden voor rijtuigen.
Ook de scheepvaart langs de Ringvaart van de Zuidplaspolder raakt gestremd. Angstige tijden
voor mensen die aan een eventuele brand aan de kant van de 's-Gravenweg denken. Hoe
moet er bij een brand versterking vanaf Dorp komen? Tot overmaat van ramp krijgen deze
pessimisten nog een bericht te horen via mondelinge bronnen of schriftelijke, zoals de Goud
sche Courant van 3 juni 18705. Hierin staat het bericht dat in Bodegraven door een brand
ongeveer tachtig woningen in de as zijn gelegd en ruim zeshonderd mensen geen dak meer
boven hun hoofd hebben. Twee personen zijn waarschijnlijk omgekomen.
5 Notulen gr, 3-6-1870