5
Een onderstreping van het gewicht van de geheimhouding werd nog eens gegeven met de
volgende bepaling: dat de comparanten ter andere zijde (d.w.z. de werknemers-aut.), nadat
men begint met het stellen der machines tot de drukkerij spetterende, niemand hoegenaamd op
de drukkerij zal of zullen mogen toelaten dan de twee directeuren in den tijd en degenen die door
dezelve directeuren tot het werk aldaar te verrichten, nodig geoordeeld worden, die in dat geval
almede eerst onder de verplichting tot geheimhouding zullen moeten worden gebracht..
een team vormden, dat in deze tijd, waarin de ene na de andere katoendrukkerij moest sluiten,
her en der in het land trachtte aan de slag te komen. Engelberts en Seidel werden als drukkers
aangenomen, van Sillevoldt als graveur. Engelberts zou tevens opzichter zijn over de twee anderen,
terwijl van Sillevoldt bij afwezigheid van Engelberts, Seidel, of van andere drukkers die eventueel
nog aangenomen zouden worden, als drukker zou fungeren.
In de katoendrukkerij mocht niet worden gedrukt, mochten geen patronen gegraveerd noch
verfstoffen bereid worden dan ten behoeve van het compagnonschap, tegen betaling, en na voor
afgaande goedkeuring door de directeuren, op straffe van ƒ1000 boete, ten goede komende aan de
associatie.
Heel aardig is de bepaling, dat de drie werknemers in elk contractjaar zich voor de tijd van 14
dagen van huis mochten begeven met doorbetaling van hun loon, op voorwaarde evenwel dat de
directeuren die dagen zouden aanwijzen. De werknemers moesten voorts beloven de fabriek niet
te verlaten noch door een andere daad het contract te verbreken, behalve met goedkeuring van
de directeuren, maar ook dan bleef de geheimhouding weer verplicht Er was echter één uitzonde
ring: bij opheffing van de fabriek of bij het verlaten ervan met goedkeuring der directie zou
"Hendrik Engelberts, als aanbrenger van het geheim, ook dan alleen, vrij zijn van de boven bepaal
de verplichting tot de geheimhouding en daarmee mogen handelen als voor het aangaan van dit
contract".
Over de werktijden werd vastgesteld: "Dat de tijd van t dagelijks werk, te weten wanneer
hetzelve telkens aanvang en een einde nemen zal, gelijk mede de bepalingen der hoeveelheid van
te drukken stukken katoen, door directeuren meergemeld, nevens de opzichter naar de omstan
digheden zal worden geregeld, waaraan een ieder zich zal moeten onderwerpen, zonder enig
tegenzeggen. Dat zulks dan ook even zowel plaats zal moeten hebben, bij aldien directeuren
mochten goedvinden enig winterwerk te ondernemenWas iemand door ziekte niet in staat te
werken, dan stond het al of niet betalen van het loon ter keuze van de directeuren.
Vervolgens kwam de geheimhouding van alles met betrekking tot de "constructie en werk
tuigkunde dezer fabriek" weer ter sprake, waaronder speciaal ook begrepen werd het prepareren
der verfstoffen. De drie werknemers moesten plechtig beloven ("onder presentatie van ede is 't
nood") "aan niemand hoegenaamd het voorschreven geheim door woorden, geschriften, tekening
of andere middelen te zullen ontdekkenop straffe van inhouding van een jaar tractement én een
boete van ƒ16.000, te voldoen binnen zes weken na het begaan van de overtreding. Mochten de
directeuren besluiten het bedrijf op te heffen of van werknemers te veranderen, dan zouden van
Sillevoldt, Seidel en Engelberts ontslagen worden, maar ook daarna tot de geheimhouding verplicht
zijn. Ze konden, behalve op besluit der directie, ook ontslagen worden "om wangedrag of uithoofde
van t niet naarkomen der ordres van directeuren"blijvende alsdan niet alleen tot de te voren
bepaalde geheimhouding verplicht, maar zal bovendien de zodanige zich nimmer onder wat be
naming ook, in dienst van een dergeüjke fabriek mogen begeven, of daarin, al was het voor eigen
rekening, mogen werken, al mede op verbeurte van 16.000guldens als voren".