94 1. Stovenmakerijen. 2. Zie witwerkerijen. 1. Touwslagerijen. 2. Tegelijk zogenaamde garenfabrieken. 3. Geen. 1. Trasmolens. 2. Zie kunstcement. 3. 4. 4. 4 bazen, 2 knechts, 2 jongens. 5. - 6. Plaatselijk en binnenlands. 7. Kwijnend. 8. - 9. - 10. - 1. Siroopkokerijen. 2. van aardappelen. 3. 1. 4.1 baas, 3 knechts, 8 meisjes. 5. Paarden. 6. Binnenlands. 7. Matig. 8. Veel gebruik van koffiestroop. 9. - 10. - 1. Tabaksfabrieken. 2. Kerverijen en winkels. 3. 16. 4. 16 bazen, 20 knechts, 16 jongens. 5. Zonder. 6. Plaatselijk en binnenlands. 7. Matig. 8. - 9. - 10. - 1. Timmerwmkels. 2. - 1. Vellenbloterijen. 2. - 3. 1. 4.1 baas, 2 knechts, 1 jongen. 5. Water. 6. Binnen- en buitenlands. 7. Kwijnend. 8. - 9. - 10. - 3. 9. 4. 9 bazen, 27 knechts, 20 jongens. 5. - 6. Plaatselijk. 7. Matig. 8. - 9. - 10. Herstel der gildewetten. 1. Tingieterijen. 2. - 3. 2. 4. 2 bazen, 1 knecht. 5. - 6. Plaatselijk. 7. Kwijnend. 8. - 9. - 10. - 1. Vlashekelarijen. 2. - 3. 5. 4. 5 bazen, 5 knechts, 120 vrouwen. 5. Zonder. 6. Buiten- en binnenlands. 7. Zeer kwijnend. 8. - 9. Geen buitenlandse verzendingen. 10. Hogere belasting op de uitvoer der ruwe of ongehekeide vlassen en vrije uitvoer der gehekelde vlassen, snuit en werk. 1. Strohoedenmakerijen. 2. - 4. 3 bazen, 2 knechts, 3 jongens. 5. - 6. Plaatselijk en binnenlands. 7. Kwijnend. 8. - 9. - W.Een verbod op de invoer van het buitenlands stro (bij vergelijking met het antwoord van 1824 rijst het vermoeden, dat hier het tegen gestelde bedoeld wordt-BW).

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1996 | | pagina 52