Conclusie 4. 2 bazen, 2 knechts, 2 jongens. 5. - 34.ldern, inv.nr. la, 4 maart, 22 april, 26 mei en 26 juni 1829; 23 juni 1830; 14 mei 1831. 352ie ookdr. J.C. Westermann, "Gedenkboek KvK&f voor Amsterdam", deel I, blz. 146-148. 95 Gegevens over de 19e eeuwse Goudse nijverheid zijn niet alleen beschikbaar uit de periode né ongeveer 1840, maar ook - en zelfs in grote hoeveelheden, uit de tijd ervoor. Hoewel men voor zichtig moet zijn met hun interpretatie (maar dat geldt altijd voor historische bronnen), geven zij wél duidelijk weer, waarmee de Gouwenaars hun brood trachtten te verdienen, en waarom hen dat over het algemeen veel moeite kostte. Hiermee is hun werken en streven meer recht gedaan, dan tot nu toe in de literatuur gebeurde. 1. Zaagmolens. 2. Zie houtzaagmolens. 1. Zeemtouwerijen. 2. Zie perkament. 6. Plaatselijk en binnenlands. 7. Matig. 8. - 9. - 10. - 1. Witwerkerijen. 2. - 3.1. 4.1 baas, 1 knecht, 2 jongens. 5. - 6. Plaatselijk en binnenlands. 7. Kwijnend. 8. - 9. - 10. - 1. Zeilmakerijen. 2. - 6. Plaatselijk en binnenlands. 7. Kwijnend. 8. - 9. Algemeen verval der binnenlandse scheepvaart. 10. - 1. Zadelmakerijen. 2. - 4. 3 bazen, 6 knechts, 2 jongens. 5. - 1. Wagenmakerijen. 2. - 4. 5 bazen, 5 knechts, 2 jongens. 5. - 6. Plaatselijk. 7. Matig. 8. - 9. - 10. - 1. Zeepziederijen. 2. - 4.1 baas, 10 knechts. 5. - 6. Plaatselijk en binnenlands. 7. Bloeiend. 8. - 9. - 10. - Uit de notulen van de Kamer van Koophandel valt nog op te maken dat er ook na 1826 regelmatig opgaven van de toestand van handel en nijverheid werden gedaan, op verzoek van hogere over heden, zoals in 1829, 1830 en 183134. Wel betreft het hier in veel gevallen een beperkte vraagstel ling en dus beknopte antwoorden (die nogal eens te laat ontvangen werden om verwerkt te wor den). Uiteindelijk ging men over op jaarlijkse opgaven, die later ook gedrukt werden35.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1996 | | pagina 53