w- „jtf 76 Helaas is het reisjournaal van Comelis de Houtman zelf verloren gegaan. Waarschijnlijk heeft hij het bij zijn opdrachtgevers ingeleverd en het daarna niet meer teruggezien. In de loop der zeventiende eeuw werden deze reisverslagen opnieuw in druk uitgegeven en in andere talen overgezet. Het opvallende hierbij is dat boekuitgevers in die tijd hun produkten op de markt brachten zonder zich te bekommeren om bronnen en auteurschap. Zo verscheen in 1648 bij Joost Hartgers in Amsterdam het boekje Eerste Schipvaert der Hollanders naer Oost-Indien, met vier schepen onder 't beleydt van Comelis Houtman, anno 1595. Het werd in 1662 heruitgegeven bij Gilles Joosten Saegman, eveneens in Amsterdam. Het opvallende van deze publicatie is dat voor het overgrote deel gebruik is gemaakt - zij het onvermeld - van Lodewycksz' dagboek. Bepaalde stukken zijn over geslagen, op andere plaatsen zijn tekstdelen toegevoegd, dit alles zonder enige verwijzing of toelichting. Doordat andere journalen van de Eerste Schipvaart eerst in de twintigste eeuw werden gepubliceerd door Rouffaer en Ijzerman, zijn de opvattingen over bepaalde gebeurtenissen rond Comelis de Houtman tot dan toe in belangrijke mate gekleurd door het "Verhael" van Frank van der Does, die een afkeer had van de expeditieleider. De schepen Hollandia en Mauritius voor Amsterdam op het K Detail van een schilderij van H.C. Vroom (coll. Nederlands Scheepvaartmuseum, Amsterdam).

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1998 | | pagina 14