John Davies, die als opperpiloot (een soort navigatie-officier), de reis meemaakte, laat in zijn reisverhaal onverhuld merken, dat hij een afkeer van de Nederlanders heeft en dat zij hem evenmin mogen. Ook Comelis de Houtman komt er bij John Davies slecht af. Laatstgenoemde suggereert dat de "Baasse"52 zich bij aankomst in Madagascar misdroeg tegen de inlanders en dat hij zich bij de Malediven nogal lomp opstelde tegenover een inlandse vrouw, door haar kist met sieraden te openen. Of De Houtman er ook iets uit had weggenomen, kon hij niet vaststellen.53 Ook uit het feit dat Comelis zijn Engelse opper piloot bij aankomst in Atjeh trachtte weg tc houden van de koning, illustreert de slechte verhouding tussen de beide mannen. Bij dit alles moet men echter bedenken, dat de bron van deze informatie, John Davies, door historici als een spion van de Engelsen wordt bestempeld.54 Frederick rept in zijn Cort Verhael niet van gevechten met de inlanders van Madagascar en stelt slechts vast dat er "nauwelycx volck" was. Wel vermeldt hij de vrouw bij de Malediven. Doch in plaats van het vermeende onbehoorlijke gedrag van zijn broer stelt hij: "Hebben haer onbeschadicht laten varen, gaven die vrouw een fyn paternoster doch en was int schip niet..."55 Aanvankelijk waren de contacten tussen de Nederlanders en de koning van Atjeh hoopvol. Er werden afspraken gemaakt over de aankoop van peper. Deze transactie was echter gekoppeld aan de militaire ondersteuning van de Nederlanders in de strijd die de Atjehers voerden tegen de koning van Djohor.56 De geschiedenis zoals die zich tijdens de Eerste Schipvaart voordeed in Bantam herhaalde zich. Ook nu verslechterden door toedoen van de aanwezige Portugezen de onderlinge verhoudingen. Op 11 september 1599 werden Comelis en enige andere Nederlanders in de kajuit van de Leeuw door Atjehers, na met ketjoeboengbonen te zijn bedwelmd, van achteren met krissen doorstoken. Door toedoen van John Davies, die zich eveneens in de kajuit bevond, en anderen wisten de Nederlanders de aanval af te 54De Jonge, op.cit. (n.34), p.211; Rouffaer en Ijzerman, op.cit. (n.37), LV deel 25, p.94. 81 52Volgens Davies verwezen de schepelingen naar Comelis de Houtman als "de Baasse". Dit woord is later in het Amerikaans Engels ingeburgerd als "boss". Tegenwoordig zouden de opvarenden spreken over "de Ouwe". 56Ibidem, p. 10. Djohor (door Frederick "Joor" genoemd) is een gebied op het schiereiland Malakka. 55Frederick de Houtman, op.cit. (n.50) p. 2 en 3. 53 "The voyage of captaine John Davies to the Easteme India" etc., in Unger, op.cit. (n.51), p. 44/46

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1998 | | pagina 19