Vanaf 1 maart van dat jaar werd Frederick aangesteld als eerste Nederlandse gou verneur van het eiland Ambon.63 Ook hier is Frederick niet voor moeilijkheden gespaard gebleven. Hoewel admiraal Van der Haegen middels een seguro (vrijbrief) toestemming had verleend, kwam van godsdienstvrijheid voor de achtergebleven rooms-katholieken niet veel terecht. Toen Van der Haegen met zijn vloot was vertrokken, gingen de achter gebleven soldaten en matrozen over tot vernieling van "paapse beelden". Gouverneur Frederick de Houtman, meer diplomaat dan ijzervreter, zag niet voldoende kans dit wangedrag te beteugelen. Eerst toen in augustus van dat jaar Van der Haegen terug keerde, kon de orde worden hersteld. Naar aanleiding van zijn gouverneurschap heeft Frederick de Houtman een schilderij laten vervaardigen van Ambon in vogelvlucht (nu in het Rijksmuseum te Amsterdam), waarop tevens in een cartouche zijn eigen portret (zie illustratie op pag. 66). Dit schilderij schonk hij aan de bewindhebbers van de VOC, die het een ereplaats gaven in de grote vergaderzaal in Amsterdam. Toen de niet minder eerzuchtige Steven van der Haegen hier lucht van kreeg, protesteerde hij en verzocht het te laten verwijderen en te vervangen door een dergelijk schilderij met een portret van hem, de veroveraar van Ambon. Volgens Pieter van Dam, eind 17e eeuw archivaris van de VOC, heeft de verwisseling echter niet plaats gevonden. Hij stelt dat "het voorgaende of oude portret daarin is gebleven en alsnogh te sien." Wel blijkt het bijschrift naast het portret te zijn weggewit. Tijdens het gouverneurschap van Frederick werden ook de jaarlijkse hongi-tochten ingevoerd. Deze statige tochten, waarbij een vloot van Nederlandse en Ambonese vaartui gen, de onder melodieus gezang geroeide kom kora's, de Molukse eilanden afzeildc, dienden als militaire inspectietochten. De gouverneur en zijn gevolg van orang kaja's65 - controleerden of het specerijenmonopolie werd gehandhaafd; tevens werden rechts zittingen gehouden, geschillen bijgelegd en vreemdelingen geweerd.66 Tot 18 februari '’'Pieter van Dam, Beschrijvinghe van de Oost-Indische Compagnie. Uitgegeven door F. Stapel, Rijksgeschiedkundige Publicatiën, nr. 63. 's-Gravenhage 1927. Eerste Band, deel 1, p.311. Mollema meende abusievelijk dat het schilderij van Frederick de Houtman door de VOC was verwijderd. Zie Mollema, op.cit. (n.24), p.51 63In het Algemeen Rijksarchief, Den Haag, bevindt zich correspondentie tussen Frederick de Houtman en Paulus van Caerden, gedateerd 18, 19 en 20 maart 1608. ARA, Catalogus Archieven VOC 1602-1795, 1.04.02, samengesteld door M.A.P. Meilink-Roelofsz. 1992. Index Houtman, Frederick de, nrs. 485 en 503. Eveneens bevinden zich in het ARA akten waarin de beëdiging is vastgelegd van VOC-dicnaren te Ambon ten overstaan van Frederick de Houtman. Ibidem nr. 529. '"’Alleen op de door Nederlanders aangewezen eilanden mochten specerijen worden geteeld. Zie 11J. de Graaf, De Geschiedenis van Ambon en de Zuid-Mohikken. Franeker, 1977. 85 65 Leden van de Molukse raad. 64

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1998 | | pagina 23