In dat zelfde jaar trouwde hij diens dochter, de in 1566 geboren Vrouwtje (of
Vroutgen) Comelisdr., tevens dochter van Griet Matthijs.70 Frederick was toen dus
nauwelijks twintig jaar oud. Mollema noemt deze verbintenis "het nuchtere zakenhuwelijk
van den Hollandschen zeeman-koopman uit de Gouden Eeuw".71 Voor deze typering is
inderdaad iets te zeggen. Zij trouwden op huwelijkse voorwaarden en, hoewel Frederick
zijn echtgenote wel voor 2/3 als erfgename in zijn testament had bedacht, kwam hij in het
hare niet als begunstigde voor. Bovendien was zij vier jaar ouder in leeftijd en bleef haar
gehele leven rooms-katholiek. Tijdens de 37 jaren van hun huwelijk was Frederick vele
jaren afwezig, ter zee of in Oost-Indië. Hoe hun onderlinge verhouding werkelijk geweest
is, laat zich moeilijk raden uit notariële acten. Toch kunnen we misschien - in positieve
zin - iets afleiden uit de volgende zinsnede in Vroutgens testament: uit lieffde ende af
fectie die sij [Vroutgen Comelisdr. de Houtman] tot hem [Frederik Rietveld, over wie
straks meer] dragende is als wesende dselve naer haer man genoempt Hoewel hun
huwelijk kinderloos bleef, zou voor dit echtpaar toch het tegenovergestelde kunnen gelden
van hetgeen van de Engelse schrijver Charles Dickens wordt beweerd: He had an
unhappy marriage, in spite of nine children.
Hoewel hij dus een groot deel van zijn huwelijksjaren buiten Alkmaar doorbracht,
heeft Frederick de Houtman ook als poorter van deze stad belangrijke posities bekleed. In
de jaren 1614 en 1615, 1617 en 1618, 1625 en 1626 was hij in de schepenbank opgeno
men. Tijdens de roerige dagen van de godsdiensttwisten der remonstranten en contra
remonstranten werd hij als aanhanger der laatstgenoemden, op 17 oktober 1618, door
prins Maurits benoemd tot lid van de Alkmaarse Vroedschap. Tot aan zijn dood
bekleedde hij het ambt van hoofdingeland van de Nieuwe Zijpe of Wieringerwaard.72 In
zijn laatste levensjaar was hij kapitein bij het groene vendel der schutterij.71
Financieel ging het Frederick de Houtman in Alkmaar ook voor de wind. Hij bezat
aanzienlijke stukken grond, namelijk 50 morgen in de Wieringerwaard, in het Ravcns-
bosch en "die Groote Goudaert"in de Bergermeer.74 In Alkmaar bewoonde hij het huis
genaamd "Drie Schabellen", met daarbij een grote tuin, gelegen in een straat naast de
71 Mollema, op.cit. (n.24), p.47. Mollema noemt het jaar 1592.
72Belonje, art.cit. (n.70), p. 31.
87
”C.W. Bruinvis, "De zeevaarder Frederik Houtman en zijne naamgenooten", in De Navorscher, 63e
jaargang, 1914, p.417. Bruinvis voegt het jaar 1617 nog toe aan de jaren waarin F.d.H. als schepen
was aangewezen.
70 J. Belonje, "Frederik Houtman de zeevaarder", in Alkmaarse Volksalmanak, 2/1979, p. 29.
71 Een Amsterdamse morgen is 0,8129 ha.