van de Zuidelijke Nederlanden als afzetgebied, ten gevolge van de oorlog tegen Spanje, versnelde dit proces, zodat er in 1616 nog maar 14 in bedrijf zouden zijn.12 Hoewel enerzijds de beroeringen van de Tachtigjarige Oorlog dus nadelig waren voor de nering van Pieter de Houtman, leverde het hem anderzijds ook geldelijk voordeel op. Op 21 juni 1572 ging Gouda, praktisch zonder slag of stoot, over naar de Prins van Oranje. Eén der gevolgen van deze "alteratie" was de onteigening van goederen die behoorden aan kloosters en rooms-katholieke uitgewekenen.13 Niet alleen was Pieter de Houtman volledig de nieuwe gereformeerde, religie toegedaan, hij behoorde bovendien tot degenen die de harde lijn voorstonden ten opzichte van stadgenoten die rooms-katholiek waren gebleven. De 25e juli 1572 vond namens prins Willem van Oranje de beëdiging plaats van veertig nieuwe leden van de vroedschap, onder wie Pieter Comclis de Houtman.14 Op 19 februari 1573 werd hij benoemd tot beheerder van de goederen der conventen en van uitgewekenen. Hierbij trad hij volgens het stadsbestuur, dat ondanks doorgevoerde zuiveringen bekend stond om zijn gematigd beleid, te streng op, wat hem de bijnaam bezorgde van "Pieter Onclaer". De aanstelling van een beheerder der geconfis- cecrdc goederen was een voortdurend geschilpunt tussen het Goudse stadsbestuur en de militaire gouverneur, jonker Jacob van Wijngaerden, die beiden het recht van benoeming voor zich opeisten. De Houtman werd door het stadsbestuur ervan verdacht te veel samen te spannen met Van Wijngaerden. Op 6 januari 1574 werd Pieter de Houtman als be heerder der geconfisceerde goederen vervangen.15 Wc komen de naam van deze De Houtman ook tegen in het Poortersboek van Gouda dat de jaren 1561-1652 omvat. Bij de "index poorters cn borgen" staat hij vermeld op 2 november 1576 als borg voor Aert Claesz Schijff, komende van De Vlist.16 l3Hibben, op.cit. (n.ll), pp.29-35. 69 15 Wouter Jacobsz, prior van Stein, Dagboek, uitgegeven door I.II, van Eeghen, Groningen 1959, pp. xvii-xix. C.C. Hibben, op.cit. (n il), pp.81-82. Over de opvolging van Pieter de Houtman zijn er verschillen bij Van Eeghen en Hibben. Eerstgenoemde schrijft dat De Houtman zijn functie her kreeg op 22 april 1574, wat door laatstgenoemde niet wordt vermeld. I2C.J. de Lange van Wijngaerden, Geschiedenis der Heeren en Beschrijving der stad van Der Goude. deel 2, Gouda 1817, p. 384. J. Schouten, Gouda vroeger en nu. Bussum 1969, pp. 67-68. 16Gouda, SAHM, O.A., inv.nrs. 506 en 507, index op het poortersboek 1561-1652, p.23. Lieden die van buiten Gouda kwamen, konden Goudse ingezetenen (poorters) worden, indien iemand borg voor hen stond (dus financieel cn anderszins garant stond). 11 Walvis, op.cit. (n. 9), p. 115.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1998 | | pagina 7