van de Republiek der Verenigde Nederlanden. De Franse generaal Ch.F. Dumouriez trok
de Republiek binnen en bezette enige gebieden in het zuiden. In maart moest hij zich, door
een nederlaag bij Neerwinden, weer terugtrekken. In december 1794 had generaal Ch.
Pichegru meer succes. Hij veroverde Noord-Brabant en Staats-Vlaanderen en stak in ja
nuari 1795 de bevroren rivieren over. Het leger van de Republiek bood nauwelijks tegen
stand. Willem V zag zich gedwongen in de nacht van 18 januari, te midden van kruiend
ijs, de overtocht naar Engeland te wagen. Overal in de Republiek braken revoluties uit.
Eindelijk waren de in 1787 verslagen patriotten in staat om aan het werk te gaan, nadat
op 20 januari 1795 de zelfstandigheid van de Bataafse Republiek door de overwinnaars
was erkend. De Fransen waren in de eerste tijd betrekkelijk tactvol, want zij lieten de
nieuwe bestuurders in principe zelf hun beslissingen nemen en legden hen de noodzakclijk
geachte hervormingen - tot de sluiting van het Haagse Verdrag - niet van bovenaf op. De
bewoners van de Noordelijke Nederlanden konden in 1795 aanvankelijk hun eigen revolu
tie doorvoeren binnen de door de Fransen bepaalde grenzen en dat betekende zonder anar
chie en zonder herstel van Oranje.34 Omdat de omwenteling in alle opzichten zeer ge
matigd verliep typeert men deze ontwikkelingen als een fluwelen revolutie.
Nog in januari 1795 had zich in geheel Holland de omwenteling voltrokken.
Overal werden de zittende regenten vervangen door patriottisch gezinden en het woord
vroedschap werd veranderd in municipaliteit. De municipaliteitcn in deze regio benoem
den uit hun midden afgevaardigden, die zich Provisionele Representanten van het volk
van Holland noemden en de plaats innamen van de Staten van Holland en Westfriesland.
Afgevaardigden van de Provisionele Representanten van de verschillende gewesten ver
vingen sinds 26 januari de oude Staten-Generaal. Korte tijd later hielden de Staten-
Generaal zelfs op te bestaan. Vanaf 1 maart 1796 werd de Bataafse Republiek bestuurd
door een, min of meer op democratische wijze35 gekozen, Nationale Vergadering. Op de
zelfde dag werd een nieuwe nationale vlag ingevoerd. De vlag bestond uit drie evenwij
dige en horizontale banden van gelijke breedte, in de kleuren rood, wit en blauw. In de
broektop van de vlag kwam een kanton met daarop het beeld van de Nederlandse Maagd.
Haar linkerhand rustte op een schild met daarop een Romeinse roedenbundel met bijl.
Aan de rechterzijde van de vrouw een zittende leeuw, die samen met haar een speer met
94
34 E. H. Kossmann, De Lage Landen 1780-1940. Anderhalve eeuw Nederland en België. Amster-
dam/Brussel 1976, pp.48 ff
35 Y.N. Ypma, De weg naar democratie, in: Geschiedenis van Friesland. Drachten 1968, p.428. De
Republiek was verdeeld in 126 districten; elk district telde 30 grondvergaderingen van 500 burgers.
De burgers kozen één kiezer en de 30 kiezers van het district één vertegenwoordiger. De prinsge-
zinden waren uitgesloten. De Nationale Vergadering die op 1 maart 1796 bijeenkwam telde onder
haar 126 leden, naast patriottische Nederduits gereformeerden, dertig rooms-katholieken en verder
doopsgezinden, luthersen en remonstranten.