DEMOLITIE
De openbare gebouwen
Op 21 maart 1795 vond de verkiezing voor de municipaliteit van Gouda plaats en de
volgende morgen om acht uur werd de uitslag bekend gemaakt.51 Jan Couperus werd
gekozen tot maire of hoofdschout, drie personen werden als secretaris gekozen en
vierentwintig anderen als leden van de municipaliteit. Acht burgers, die daarna het
hoogste aantal stemmen kregen, werden achter de hand gehouden om in voorkomen
de gevallen vacatures op te vullen.52 In de vergadering van de municipaliteit van 22
mei werd een besluit genomen met betrekking tot het verwijderen van de familie
wapens. In de notulen werd het als volgt vastgelegd: “Op de voordracht van het
Comité van Waaksaamheyd is na voorgaande deliberatie goedgevonden en ver
staan Fabriecqmeesteren dezer Stad te authoriseeren gelyk geauthoriseert worden
bij deze om de wapens van den geweezen Stadhouder van voor het boterhuys53 en
de Potters-poort5' en alle verdere gedistengueerde teekenen van dien aard binnen
deze Stad te doen wegneemen, gelyk dezelve daartoe geauthoriseert worden bij
deze”55 Hieronder vallen ook de wapens van de burgemeesters aan de Waag en er is,
in de context van het nakomen van andere door de municipaliteit afgekondigde maat
regelen, geen reden om te veronderstellen dat dit besluit niet kort daarna zou zijn uit
gevoerd.56 Dit betekent dat de wapens in Gouda op een verantwoorde manier en niet
op een destructieve wijze van de Waag en andere openbare gebouwen werden
verwijderd in mei en/of juni 1795.57 Of toen - zoals was voorgeschreven - van alle
51 P.D. Muylwijk, Een paar belangrijke eeuwen in Gouda’s historie. Gouda 1948, pp. 154 ff. be
schrijft de gang van zaken bij de verkiezing en de ceremonie van het inhalen van de nieuw gekozen
leden van de municipaliteit.
52 Gouda, SAHM, op.cit. (n.47) fol.86
53 Het boterhuis, waar de plattelandsbewoners uit de omtrek op de marktdagen hun zuivel te koop
aanboden, was van 1611 tot 1853 gevestigd aan de Markt, op de plaats waar Arti-Legi werd ge
bouwd.
54 De Potterspoort, aan het eind van de Hoge Gouwe, met een ophaalbrug naar het Bolwerk, werd in
1843 gesloopt.
55 Gouda, SAHM, op.cit. (n.47) fol. 155'
56 Gouda week niet af van wat elders gebeurde. Rietstap, op.cit. (n.2) p.60: “Deze voorschriften [van
de Provisionele Representanten van het Volk van Holland] waren dus wel radicaal, en helaas werd
er betrekkelijk goed de hand aan gehouden.”
57 Dat het ook minder gemoedelijk kon toegaan, dan in Gouda het geval was, bleek in Leeuwarden.
In deze stad, met een radicaalgezind stadsbestuur, vernielden burgers, gedreven door haat en ver-
100