De Sint-Janskerk
101
De hiervóór, door Huibert Griffioen van Waardor, gemaakte opmerking dat de kerk
bestuurders min of meer onder curatele van de stadsbestuurders stonden is juist.
huizen en andere gebouwen, alsmede van alle koetsen, jachten en andere rij- en vaar
tuigen de wapenschilden en heraldische ornamenten door de eigenaren waren wegge
nomen of uitgehouwen blijft in het ongewisse.
De Goudse burgers zullen wel hebben opgekeken toen, ongeveer tien jaar
later, bij het bordes van het stadhuis het wapen van Holland op het schild van de
meest westelijke binnenpilaar, werd vervangen door het wapen van de toenmalige
Koning van Holland, Lodewijk Napoleon. Het gevierendeelde en gekroonde wapen,
dat door Napoleon op 24 mei 1805 vanuit Parijs werd voorgeschreven, bleef slechts
tot de zomer van 1810 van kracht. Als de Goudse stadsbestuurders niet zo haastig
waren geweest, dan zou deze operatie niet nodig zijn geweest. Het wapenschild, met
de twee gekroonde oude Statenleeuwen en de twee Franse adelaars, werd na het her
stel van de onafhankelijkheid van Nederland en de terugkeer van het huis van Oranje
in 1813 niet vervangen. Het zit nog steeds op dezelfde plaats.
Strikt genomen bestaat een wapen uit het schild met zijn figuren. Alles wat
zich boven, achter, opzij of onder het schild bevindt is slechts bijzaak. Als het schild
leeg is zal men een dergelijke verzameling voorwerpen geen wapen meer noemen.58
Die mening waren de fabriekmeesters ook toegedaan, want zij volstonden met het
laten verwijderen van de wapens van de schilden. De namen en de bijstukken of ac
cessoires lieten zij intact. De handen van waarschijnlijk dezelfde steenhouwer(s)
hebben in 1795 ook de wapens en kwartieren van Hieronymus van Beverningh en
zijn echtgenote Johanna le Gillon van hun kapel in de Sint-Janskerk verwijderd. Een
tijdgenoot schreef hierover in zijn memoires: “Het werd met bedaardheid en overleg
ten uitvoer gebragt, door experts in het steenhouwen, en het schijnt niet anders
dan op stellige order, althans met goedkeuring en gedogen van degenen, die des
tijds het bestuur over het kerkgebouw uitoefenden, te zijn geweest, dat deze schen
nis heeft plaats gehad. ”59 Ook het schild van het wapen van mr. Floris Cant boven
zijn kapel onder glas 8 - de tegenwoordige Meurskapel - werd glad gemaakt.
van Gouda. ‘s-Gravenhage
achting van hun tegenstanders, in augustus 1795 in de Grote Kerk alles wat herinnerde aan het ver
leden. De graftombe van de Friese stadhouders werd vernietigd, dertien lijkkisten werden openge
broken en de beenderen werden door de kerk gesmeten.
58 Rietstap, op.cit. (n.2) p.267
59 [Huibert Griffioen van Waarder], Nalezing myner Herinneringen
1822, pp.22 f