Dit is evenwel niet iets om verbaasd over te zijn, want dit was al het geval sinds
Gouda in de zestiende eeuw de kant van Willem van Oranje koos00 en de nieuwe
stadsbestuurders trokken die lijn door. Zowel de provisionele municipaliteit, als de
daarna gekozen municipaliteit bemoeiden zich op velerlei gebied met het gebeuren in
de Nederduits gereformeerde gemeente de tegenwoordige Nederlandse Hervormde
Kerk), totdat de staatsregeling van 1798 de scheiding van kerk en staat invoerde. Al
in de derde vergadering van de voorlopige municipaliteit, op 27 januari 1795, werd
het besluit genomen om de koster van de Sint-Janskerk aan te zeggen dat niemand
tot de zogenaamde vijf regeringsbanken in de kerk mocht worden toegelaten, behalve
de leden van de vorige stadsregering èn de leden van de municipaliteit.61 De luifels
van de herenbanken, waarvan één met het stadswapen, waren toen al verwijderd.62
Twee dagen later, op 29 januari 1795, deed het stadsbestuur een oproep om de be
vestiging van de kerkenraad, die op de zondag ema was vastgesteld, uit te stellen.63
Het gevolg was dat op 24 maart een lijst met namen van kerkenraadsleden - zes ou
derlingen en zes diakenen - werd overhandigd aan de municipaliteit en dat pas daar
na een nieuwe kerkenraad tot stand kwam.64 Ook werd door de kerkenraad toestem
ming gevraagd en verkregen om de kerkdiensten op zondagochtend om half tien tc
laten beginnen en op 29 oktober ging de municipaliteit accoord met het beroepen van
twee dominees, zodat ...de beroepen Praedicanten als burgers binnen deze Stad
zullen worden geadmitteerd. ”6i
In de kerk bevonden zich, zoals bij de kapel van Van Beverningh al ter
sprake kwam, talloze familiewapens en andere “versierselen van adeldom”, waaraan
de patriotten een hekel hadden. Wat opvalt is dat het verwijderen van de vele familie
wapens uit de gebrandschilderde glazen nooit aan de orde is geweest, voor zover dit
valt na te gaan. Deze wapens zullen niet zijn gespaard uit grote aandacht voor het
behoud van cultuurgoed, want omstreeks die tijd werd er aan de glazen weinig zorg
besteed.66 Kleine en grote reparaties werden door de “verwer en glasenmaker van de
64
65
102
60 Paul H.A.M. Abels, Vensters des hemels en vensters op de wereld. De ‘protestantse glazen’ als
politiek manifest. Lezing Goudse Glazendag. Gouda 1999, pp.6 ff: “De religiepolitiek van het stads
bestuur vertaalde zich in de praktijk ook in een sterke bemoeienis met het reilen en zeilen binnen de
protestantse gemeente.”
61 Gouda, SAHM, op.cit. (n.47) fol. 10r
62 Van Dolder-de Wit, op.cit. (n.27) p.80. De luifels werden in 1807 weer aangebracht, inclusief het
stadswapen boven de burgemeestersbank.
63 Gouda, SAHM, op.cit. (n.47) fol. 16v
Gouda, SAHM, op.cit. (n.47) fols.88v ff
Gouda, SAHM, op.cit. (n.47) fols.256v en 259'
66 A.A. Rijksen, Gespiegeld in kerkeglas. Hollands leed en vreugd in de glasschilderingen van de
St. Janskerk te Gouda. Lochem, 1943, p.282