Wat het wapen van Sterre betreft koos hij bij zijn eigen werk voor een acht-
puntige gouden ster op een blauw veld en bij de Waag voor een gouden ster met zes
stralen in blauw. Het laatste zou kunnen berusten op voortschrijdend inzicht, omdat
in het Amorial Général van J.B. Rietstap het gedeelde wapen van Sterre voorkomt
met op de rechterhelft van het wapen een zespuntige gouden ster, maar dan op een
zwart veld.98 Of zou burgemeester James bij beide wapens om artistieke of techni
sche redenen het aantal blaadjes van de rozen en stralen van de ster hebben geredu
ceerd? De wapens bevinden zich per slot van rekening ruim negen meter boven de
begane grond.
Burgemeester Jaes was, zoals gezegd, nauw betrokken bij de uitvoering van de
werkzaamheden. Op 8 mei 1958 bracht hij weer een werkbezoek aan het waagge
bouw. Toen werden onder andere de kleuren voor de wapens vastgcsteld, werd het
hakken van de wapens accoord bevonden en werd besloten tot het bijwerken van de
namen onder de wapens. Later was hij ook betrokken bij het vaststellen van de ma
nier waarop de wapenkleuren moesten worden aangebracht. Er was bij die gelegen
heid verschil van mening tussen hem en de heer Slinger. Het ging over de vraag, of
voor de kleur wit gebruik moest worden gemaakt van bladzilver, zoals laatstgenoem
de wilde, óf van aluminiumverf, wat James voorstond. Ook op dit punt kreeg de
burgemeester zijn zin, omdat, zoals werd vastgelegd, bladzilver even gauw zwart
zou worden als aluminiumverf. Schilder Van de Bey van Gemeentewerken had de
wapens toen al met een gebroken witte chloorrubber grondverf behandeld. De werk
zaamheden die werden verricht aan de wapens en het reliëf van het kaaswegen gre
pen in elkaar. Het bijhakken van de namen onder de wapens, tot ze leesbaar waren,
werd door G. Graff uitgevoerd. Op 14 mei werd er een flink stuk uit het reliëf
gezaagd om plaats te maken voor een nieuwe haak van de balans. A. Roodbol repa
reerde twee dagen later een van de wapenschilden en zette een stukje Oberkichener
zandsteen in het marmerreliëf." Eind mei hakte Graff de nieuwe haak voor het reliëf,
waarvoor hij eerst prijsopgave had moeten doen. Volgens het Rcstauraticdagboek
was besloten dat de reparaties aan het reliëf in Oberkichener zandsteen zouden wor
den uitgevoerd. Bij de demontage van het reliëf in verband met het maken van een
replica, veertig jaar later, bleek dat er voor het gedeelte met de haak een B2-blok
was gebruikt.100
De afwerking
98 Ten Bruggencate, op.cit. (n.93) p.6
99 Gouda, SAHM, op.cit. (n.87)
100 B2-blokken ontleenden hun naam aan de firmanaam Bredero, het Utrechtse bedrijf dat deze
blokken, die voor het optrekken van binnenmuren werden gebruikt, produceerde.
115