7
De mogelijke (soms kan het ook om familienamen gaan) genoemde beroepen in de
lijst zijn:
coman, tafelhouder lombard: Loys Bucio aan de - veronderstelde - Oostzijde van
de Haven), dokter (weduwe van mr. Heindric), schipper, dienstmaagd (van mr.
Claes Scaer aan de Groeneweg), vlasman (2x; familienaam?), bakker, zeepzieder
(2x), glasmaker, koekebakker (2x), apotheker (Gerrit Fransz. aan de Twystraat),
smid, droogscheerder, bostelwijf, lijndraaier, wever, schout (eertijds), burgemees
ter, bouman, kuiper (weduwe), priester (hr. Dirck die Bruijn, aan de westzijde van
de Horense brug), bierbrouwer/ster: 3, molenaar, barbier (mr. Willem), tapper/
herbergier: niet als zodanig genoemd, maar wel 4 huisnamen: 'inden boom' aan de
Twystraat, 'int harthuys' aan de Coestraat, 'inde colf' Achter de Vismarkt16 en 'inde
houttuin' aan de westzijde van de Gouwe, beginnende van Baerte Straetges steeg.
De Houtmannen en Hopkopers zijn als familienaam gerekend, niet als beroeps
aanduiding.
De top elf, zoals te verwachten vaak afkomstig uit de magistraat en woonachtig aan
de Haven, met een aanslag van 60 pond (1200 stuiver), is als volgt (met in de no
ten enkele biografische gegevens): Jan Heij Gerritsz.8, woonachtig aan de Markt,
Claes Maertsz.9 (1400 stuiver) en jonker Jacop Compier10, beide aan de oostzijde
van de Haven(?); Dirck Cornelisz. (van) Rijnegom11 en Jan Gerrit [S]Tempelsz.12,
beide aan de Nieuwe Haven, Maritgen Cornelis Gerritsz., Jan Sincq Claesz.13, Geerte
Vroesen14 en Jan Pietersz. Corver, alle aan de Noordzijde van de Haven te vinden,
Govert Wittesz. en Jan Reyniersz.15, beide aan de Peperstraat.
8 Gevluchte vroedschap tussen okt. 1572-juli 1573: C.C. Hibben, Gouda in Revolt.
Particularism and Pacifism in the Revolt of the Netherlands 1572-1578 (Utrecht 1983) App.
p.256/66. R.W. Bogtman e.a., Gians der Goudse Glazen. Conservering 1981-1989. Een ge
schiedenis van behoud en beheer (1990) 1556: glas van Jan Gerritsz. Heye en vrouw: afb. op
p.129
9 Vroedschap 1572/3, ontslagen 26 juli 1573: Hibben, App. p.255/6
10 Jacob Coppier, heer van Calslagen
11 Levensjaren 1504-34. Vroedschap 1572/3, later absent: Hibben, App. p.255/65. Was in
1546 de grootste Goudse brouwer en behoorde blijkens onderzoek van J.D. Tracy tot de 71
grootste Staten-rentenkopers in Holland in de jaren 1542-'65: Duizend jaar Gouda p.141,
schepen en kerkmeester, tollenaar van de Goudse tol (1541-72: NA, Rek.Rek. inv.nrs. 376-
407) en afgebeeld op glas nr. 59 uit 1556 in de Sint-Jan (zie: Bogtman e.a., Gians der Goudse
Glazen, afb. p. 127), zie ook mijn artikel: 'De route 'binnendunen'. De scheepvaartroute langs
de Goudse sluis en tol, de Wassenaerse Gouwesluis en de Spaarndammertol (13e-16e eeuw)',
in: Vander Rekeninghë, Bijdragen aan het symposium over onderzoek en editieproblematiek
van middeleeuws rekeningmateriaal, gehouden in Utrecht op 27 en 28 februari 1997, red.
D.E.H. de Boer, J.W. Marsilje en J.G. Smit, Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (Den
Haag 1998) p.221-255: p.245
Burgemeester in 1572 en gevluchte vroedschap naar Keulen in 1574: Hibben, App. p.261/6
Vroedschap herfst 1572: Hibben, App. p.257
Dochter van de xxx Jan Gerritsz. woonachtig aan de Noordzijde van de Gouwe
Jan Regniersz. de Swaen?: vroedschap 1572/3, ontslagen 26 juli 1573: Hibben, App.
p. 255/7
16 Gildenhuis van de kramers 'de Comanskolf', in 1495 voor het eerst genoemd
12
13
14
15