41
Crijna van Eijk is in de tussentijd weer naar het huis van Blanket op de Gouwe ge
gaan. Daar is Frans inmiddels ook weer aanbeland. Zij prest hem om in aanwezig
heid van zijn vrouw Pietertje van der Starre3 te bekennen dat hij haar dochter heeft
bevoeld en betast. Pietertje lijkt er geen eens zo hard van te schrikken, ze kent
Frans kennelijk door en door. "Foei, jij schelm", zegt ze, "had je de kans gehad, dan
had je had je nog wel meer uitgespookt bij dat kind". En tegen Crijna: "Vraag maar
zoveel als je hiervoor hebben wil, hij kan het wel betalen." Crijna wijst dit aanbod
verontwaardigd van de hand, maar Pietertje blijft aandringen op een financiële eis,
om de zaak daarmee de wereld uit te helpen. Crijna houdt echter voet bij stuk.
Frans Blanket druipt af. De enige aan wie hij om raad durft te vragen is zijn schoon
zuster Jannigje Verhuist2, die buiten de Potterspoort woont. "Hoe kan je nou zo
stom zijn", zegt Jannigje, "er zijn toch wel andere vrouwen die je kan krijgen dan
zo'n onnozel meisje?" "Dat kan wel wezen, maar ik zit nu wel goed in de moeilijk
heden. Ik verdwijn voor een tijdje naar het moffenland. Zo erg is het ook niet wat ik
gedaan heb, want een kind kan er niet van komen. Als jij nu die ouders bepraat en
stil houdt, dan zal ik ze flink wat geld betalen als ik weer terugkom."
Uiteindelijk is haar getuigenis en dat van haar dochter Marietje op 12 mei 1752
(ruim drie maanden na het gebeuren op maandag 24 januari 1752) opgenomen
door de baljuw van Gouda in aanwezigheid van twee schepenen.
Een veroordeling van Frans Blanket4 heb ik niet gevonden. Als hij - zoals hij van
plan was - de benen heeft genomen naar Duitsland, dan zal hij toch betrekkelijk
snel weer naar Gouda zijn teruggekeerd. In de hierna volgende jaren is Frans Blan
ket meermalen koper en verkoper van onroerend goed in Gouda.
Bron
Verklaringen van Crijna van Eijk en haar dochter Marijtje van de Noot, opgetekend
d.d. 12 mei 1752 in het Informatieboek Baljuw (SAMH inv. nr. 159, blz. 206 t/m
210).5
2 Jannigje Verhuist is de zuster van zijn overleden eerste vrouw Marrigje Verhuist.
3 Ten tijde van dit gebeuren was Pietertje van der Starre ca 3 maanden in verwachting van
haar zevende kind.
4 Frans was afkomstig uit Soetwolde in Hannover en was op 4 maart 1735 poorter van Gouda
geworden. Hij trouwde op 24 oktober 1734 met Marrigje Verhuist, weduwe van Engel Wil-
lemsz Peuselaar, en hertrouwde op 1 juli 1738 met Pietertje Willems van der Starre uit Rot
terdam. Zij lieten in de daarop volgende jaren zeven kinderen dopen in de Lutherse Kerk van
Gouda. Het overlijden van Frans Blanket werd aangegeven op 11 juni 1785 (hij woonde toen
op de Groeneweg); het overlijden van zijn weduwe werd aangegeven op 15 april 1788.
5 De verklaringen werd afgelegd ten overstaan van de baljuw mr Frederik van der Hoeve en in
aanwezigheid van de schepenen mr Engelbert van Heuven en mr Bartholomeus de Moor van
Immerzeel.