48 Mr. L. van Toulon, president-kerkvoogd en van 1815-1831 burgemeester van Gouda. Tekening van mr.dr. K.F.O. James Het bedrag van 14.400 gulden was gebaseerd op een bouwtechnisch rapport uit 1818, opgesteld door A. Blanken, 'inspecteur bij de Water Staat'. De subsidiegever toonde begrip voor '...het verlies van rechten en vermindering van inkomsten, waardoor de kerk diep in de schulden is gewikkeld, waarom, zonder onderstand de eredienst zou worden belemmerd daar zij geen ander gebouw bezit... terwijl daar en boven de St.-Janskerk als een gedenkstuk van voorvaderlijke kunst verdient in stand gehouden te worden. Om te voorzien in de bouwvallige staat van het kerkge bouw is de subsidie toegekend'. Niet alleen de religieuze functie van het gebouw, maar ook de culturele status sprak hier in het voordeel. In een brief aan de 'Heer Staatsraad Directeur Generaal voor de Zaken der Her vormde kerk enz. 'van 3 juli 1820 bedankten de kerkvoogden voor de steun, met de belofte '...alles in het werk te stellen om aan de aanbevelingen te voldoen'. Het Col lege van Toezicht op de Kerkelijke Administratie der Hervormde kerk in Zuid-Holland controleerde de besteding van het geld, onder verantwoordelijkheid van het depar tement voor de Zaken der Hervormde Kerk. De periodieke verkiezing van nieuwe kerkvoogden stelde men twee jaar uit. De kennis en ervaring van het zittende colle ge zou in de komende tijd maar al te goed van pas komen.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2012 | | pagina 14