Bij een Ouderkerks nieuwjaarsgedicht uit 1910
Adri den Boer
58
'Kleppermanspoëzie' was volgens een woordenboek slechts 'rijmelarij, gelijk eertijds
de nachtwachts met Nieuwjaar aan de burgerij aanboden'. Dat gebeurde zo'n 200
jaar lang (ca. 1725-1925) in veelvoud op grote papierformaten in alle plaatsen van
ook het domein van het streekarchief Midden-Holland (SAMH). Naast nachtwachten
oftewel kleppermannen deden ook anderen in soortgelijke publieke functies dat in
dezelfde jaren nog, maar geen van hen liet ter zake een archiefje na. (In De Schat
kamer 1991-1 is bericht dat de gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel opnieuw zo'n
wens van asman Marinus Vreijenhoek voor 1861 kreeg, maar nu uit andere han
den.)
Op het SAMH bevindt zich maar weinig neerslag van het fenomeen, een voorbeeld
is wel die voor 1829 van de Moordrechtse boodschaploper op Gouda, gedrukt bij
Van Bentum daar. Van de Nieuwerkerske lantaarnopsteker A. van den Berg voor
1915 is er slechts een fotokopie van het drukwerk. De gedrukte en breed verspreide
wensen bleven deels wel elders bewaard. Het streekmuseum Krimpenerwaard heeft
er wel elf van nachtwakers, merendeels van Krimpen aan den IJssel. (Overigens
schreef Cees Loeve in december 2009 in het voorlichtingsblad De Klinker dat er van
die gemeente wel 18 bewaard en bekend zijn.) De oudst bekende vanuit een dorp
uit de regio lijkt de wens van klepperman Jacob van Leeuwen uit Zevenhuizen voor
1727, gedrukt bij Joannes van Geemert in Rotterdam en nu daar aanwezig in de bi
bliotheek van het Gemeentearchief. Van een Nieuwerkerkse nachtwacht bevindt
zich een wens uit 1760, gedrukt in Rotterdam, bij de VU in Amsterdam.
Nachtwaker Pieter Kreuk Bruinstroop
In april 2012 kocht de Vriendenstichting voor het SAMH bij een handelaar in Oos-
terbeek het plano nieuwjaarsgedicht voor 1910 van de Ouderkerkse nachtwaker
Pieter Kreuk Bruinstroop (1839-1917). Het streekmuseum Krimpenerwaard bezat
van hem al een gelijksoortige van 1916. Waarom gaf de nachtwaker zelf die dubbe
le familienaam op? De ongehuwde Pietertje Kreuk (1811-1870) beviel op 31 de
cember 1839 in Ouderkerk aan den IJssel van deze zoon Pieter. In 1846 trouwde zij
met Jan Bruinstroop (1824-1902). Pieter heeft dus de naam van zijn 'stiefvader'
achter zijn eigen achternaam (die van zijn moeder) gevoegd. Pieter trouwde op 27
december 1867, 27 jaar oud, in Ouderkerk aan den IJssel met Cornelia Verhoek, 20
jaar oud, uit Nieuwerkerk aan den IJssel en overleed in Ouderkerk op 13 februari
1917. Zowel in zijn huwelijks- als in zijn overlijdensakte heet hij alleen Kreuk en is
zijn vader aangegeven als N.N.
Een van de kinderen van Pieter Kreuk en Cornelia Verhoek was Huig Kreuk (1869-
1943). Ook hij werd nachtwaker (klepperman) van Ouderkerk aan den IJssel. Hij
staat als zodanig beschreven in: Cees Buijs, De klepperman en de laatsten in de
Krimpenerwaard, streekmuseum Crimpenerhof, 1976. Dat zijn vader ook nachtwa
ker was werd niet vermeld.