38
Opbrengsten aan hout en vogels
De rekeningen bevatten de administratie van de zogenaamde geannoteerde en
geconfisceerde goederen in het ambacht Zevenhuizen, waar de heer van Sommers-
dijk jonkheer Karei van Bourgondië, gehuwd met jonkvrouw Johanna van Cuy-
lenburch) ambachtsheer was. De Van der Duyns hadden met het uitbreken van de
Opstand de zijde van de Spanjaarden gekozen en hun goederen, waaronder het
bos, werden vervolgens geconfisqueerd. De hofstede van de Van der Duyns is op de
kaart te zien tussen het dorp en het bos in. Volgens Hoek (1994) werd begin
zeventiende eeuw een nieuw huis gebouwd, dat op een andere plaats kwam te staan.
Tot heden was de ligging van het oude huis nog niet op een kaart aangetoond;
afbeeldingen van huis en bos gingen tot nu toe niet verder terug dan de zeventiende
eeuw.5 Erg ver van elkaar hebben ze echter volgens mij niet gestaan.
Gegevens uit het archief van de leenkamer van Holland (Kort 1997) spreken sinds
1348 van 10 morgen (1 morgen 0.85 hectare) land, in 1430 met 66 morgen
daarbij, wat in 1521 meest uitgedolven veen is (als gevolg van turfwinning, zie
hierna) waar een bosschage op staat. In 1521 wordt het bos, waarin dan kwakken
en lepelaars huizen, in de aanslag op de lenen op 50 pond geschat. Het tiende
penning- kohier uit 1557 noemt 100 pond aan inkomsten van voegelgelt uit het bos
en aan schaerhout (hakhout) 20 pond. Bij de verponding van 1629 wordt onder
Zevenhuizen aangebracht de vogellerije in het bos voor 10 gulden. De 14 morgen
van het bos zijn in de oppervlakte inbegrepen, zo wordt hier vermeld. Het bos
beslaat dan nog een areaal van bijna 12 hectare.
In de rekening van 1573 wordt eerst de verkoop van hout uit het bos geadmini
streerd. Vermeldenswaard is de verkoop van twee percelen aan een scheeps
timmerman te Rotterdam. Totaal werd ontvangen uit de houtverkoop 24 pond 15
stuivers (er gaan 20 stuivers in een pond, ofwel gulden): iets meer dan in 1557. De
soort hout wordt niet vermeld; het weergegeven gedicht spreekt van eiken en elzen.
Op de aangehaalde kaart is het bos te zien als zeer ordelijk aangeplant en met aparte
percelen voor de diverse boomtypen. Dat geeft een heel ander beeld dan het te
verwachten natuurlijke moerasbos. Uit het gedicht van een eeuw later blijkt wel dat
een zo omvangrijk bos een grote uitzondering was in het Hollandse veenlandschap.
In 1573 ontvingen drie schippers elk 11 pond en een ander 8 pond, omdat zij met
hun damlopers (type binnenvaartschip) hout uit het bos naar Haarlem hadden
vervoerd voor de fortificatie van deze stad. Zoals ik reeds schreef in het artikel over
het Goudse bos werd in 1573 en 1575 ook aan Gouda toestemming gegeven om
hout uit het Zevenhuizense bos en dat te Nieuwerkerk te halen om de stadsmuren
en de sluis te herstellen die door de Opstand tegen Spanje beschadigd waren. In
deze rekeningen wordt daar vreemd genoeg geen melding van gemaakt.
5 Een fraaie gekleurde afbeelding is te vinden in het handschrift van Jacob Lois over het
hoogheemraadschap Schieland p. 87 d.d. 1672 (gedigitaliseerd op de site van het Hoogheem
raadschap van Schieland en de Krimpenerwaard).