22
De opvolgers van Swarthof
Organist Johan Willem Swarthof verbleef slechts een jaar in Gouda, hij ontving een
benoeming als stadsorganist-beiaardier te Hoorn tegen een jaarsalaris van ƒ500. Hij
vervulde deze functie tot aan zijn dood. Per 1 juli 1773 volgde Johan (Jan) van Eegen,
voormalig organist van de Lutherse kerk in Delft, hem op. In 1805 was deze gedwon
gen om gezondheidsredenen ontslag te nemen. Vanaf 19 november verbleef hij in
het Catharina Gasthuis, vlak naast de kerk waar hij 32 jaar lang het orgel bespeelde,
in 1806 is hij daar overleden.
De Waalse gemeente kreeg van het stadsbestuur toestemming om in de kranten de
vacature van een organist bekend te maken '...en daar bij een uitnodiging te doen
voor alle degeene welke tot vervulling van dezelve hunne capaciteiten zullen willen
laten horen'. De jury bestond uit J. Tours, organist van de Grote kerk te Rotterdam,
en J. Coster, organist-beiaardier te Leiden. Tours verzocht diaken J. Smaasen per
brief om de sollicitanten op een bepaalde dag op te roepen en ervoor te zorgen dat
de tongwerken goed gestemd waren. In een P.S. deelde hij mee: 'Waarschijnlijkkomt
mijn zoontje mee, die met zijn viool de vrienden mogelijk wei eenig plezier zal doen.
Beide heren spraken hun voorkeur uit voor Jan van Trigt, die toen met ingang van 24
mei 1806 het orgel bespeelde. Het wekelijkse concert was inmiddels verzet naar de
donderdag van 12.00 tot 13.00 uur. In 1808 ontving Van Trigt een aanstelling als
organist te Deventer en plaatste de kerkenraad opnieuw advertenties om in de vaca
ture te voorzien. Er reageerden vier personen:
De vader van Gerret Cretier schreef dat zijn zoon beslist op tijd aanwezig zou zijn bij
het proefspelen voor de jury. Hij behoorde echter niet tot de uitverkorenen; in 1815
miste hij ook een aanstelling als organist van de Martinikerk in Groningen. Maar toen
keerden zijn kansen en werd hij benoemd tot organist van het beroemde Schnitger-
orgel in de Der AA-kerk aldaar, dat hij tot aan zijn dood in 1826 bespeelde.
Een getuigschrift over antecedenten van de musicus L. Hageman was ondertekend
door ds Sal(omon) ten Bokkel Huinink te Winterswijk. In zijn sollicitatiebrief presen
teerde Hageman zich als organist, pianist, violist, tekenaar, 'pourtraiteur' en kunst
schilder, gehuwd en vader van twee kleine kinderen. Het ging hem niet om het geld,
zo beweerde hij, maar omdat een stad als Gouda de mogelijkheid bood om meer
leerlingen in de muziek en tekenkunst op te leiden. De jury, die tijdens het proefspel
niet bekend was met de namen van de sollicitanten, gaf de voorkeur 'aan de tweede
speler bij de vacature'. Dat bleek Petrus Jacobus Neunabel.
Hij kreeg de vermaning zich 'braaf' te gedragen '...op straffe dat hij bij het overtreden
van enig punt uitzijn instructie door de HH burgemeesters na onderzoek zai worden
gecorrigeerd'. Van Es overleed in 1802 en werd opgevolgd door Adriaan Voordewind
op dezelfde voorwaarden en hetzelfde traktement als zijn voorganger.
- C. Reinhold, muziekmeester te Amersfoort
- L. Hageman, organist te Winterswijk
- P.J. Neunabel, organist van de Waalse kerk te 's-Hertogenbosch
- G. Cretier, een organist uit Amsterdam