46
Erasmus verhaalt daarin hoe zijn ouders Gerard en Margaretha elkaar hun jawoord
hadden gegeven. De familie lag echter dwars bij het sluiten van het huwelijk. Zijn
ouders en broers hadden hem namelijk voorbestemd voor het priesterschap. Be
droefd en teleurgesteld trok Gerard daarop naar Italië, waar hij zijn brood verdiende
met het kopiëren van manuscripten. Zijn familie schreef hem dat zijn 'verloofde' in
middels was gestorven. In werkelijkheid was dat niet het geval, ze was zelfs zwan
ger van hun zoon Erasmus. Gerard besloot daarop ten einde raad toch maar pries
ter te worden. Pas toen hij uit Italië terugkwam, ontdekte hij wat er werkelijk was
gebeurd. Omdat hij nu eenmaal priester was en een huwelijk daardoor onmogelijk
was geworden, raakte hij Margaretha niet meer aan, maar zorgde wel voor haar en
de jonge spruit. Avarucci concludeerde uit dit schrijnende verhaal dat Erasmus in
1456 was geboren, want de handschriften van zijn vader dragen de datering 1457
en 1458. Hij zat er echter tien jaar of meer naast.
Een tweede reden is dat ook allerlei andere zaken in de korte levensbeschrijving
niet kloppen met wat wij inmiddels uit Erasmus' brieven en andere bronnen menen
te weten. Dat bracht sommige Erasmuskenners (bijvoorbeeld Kan, Crahay, Post,
Augustijn) aan het twijfelen. Was het cv wel van Erasmus' hand? Hun antwoord
luidde ontkennend. Het zou om een vervalsing gaan. Om te beginnen wekte de her
komst al argwaan. In 1607 werd het cv voor het eerst uitgegeven door de Leidse
hoogleraar Paul Merula op basis van een handschrift waarvan hij meende dat het
een autograaf was. Dit handschrift is voor het laatst in 1649 gezien en daarna
spoorloos verdwenen. Wantrouwen wekte ook de soms hortende stijl van het do
cument. Kan dacht nog dat Metula de boosdoener was, maar Crahay en Post meen
den dat het document geschreven is door iemand in Holland tegen het midden van
de 16de eeuw. Deze kon profiteren van Erasmus' brief aan Grunnius (brief 447),
maar was ook goed op de hoogte van allerlei bijkomende zaken. Hoe kun je anders
verklaren dat de schrijver weet had van betrekkelijk onbekende figuren als Pieter
Winckel in Gouda en Romboldus in Den Bosch?
Veel anderen (bijvoorbeeld Fruin, Allen, Van der Blom, Tracy, Schoeck, Rummel)
waren en zijn echter van mening dat de korte levensbeschrijving wel degelijk echt
is. Goudriaan sluit zich hierbij aan. Dat het cv pas in het begin van de 17de eeuw
opdook, is niet zo verwonderlijk. Dat gebeurt vaker. De weinig vloeiende stijl zou
ermee te maken kunnen hebben dat Erasmus het cv vooral voor zichzelf en zijn
executeur testamentair Goclenius schreef, die het dan zou kunnen gebruiken voor
een herdenkingspublicatie na zijn dood. Tijdens het schrijven was Erasmus ook
nog eens ernstig ziek en vreesde spoedig te sterven.
Deze laatste groep van geleerden erkent dus de authenticiteit, maar meent wel dat
het cv een hoogst tendentieuze weergave is van Erasmus' leven. Op details (bij
voorbeeld dat vader Gerard tijdens diens verwekking nog geen priester was, het
ontbreken van zijn oudere broer Pieter) verdient het ernstige twijfel, maar contem
poraine bronnen bevestigen in grote lijnen wel de accuraatheid van het verhaal.
Voorzichtigheid blijft echter gewenst.