56
Nu we dit allemaal weten, moeten we ons beeld van de Erasmusreceptie in het late
16de-eeuwse Gouda bijstellen. Het was een Goudse Amsterdammer (of een Amster
damse Gouwenaar) met wortels in Oudewater en monnik uit klooster Stein, die zijn
- deels humanistisch getinte - bibliotheek aan de ex-monniken van Stein naliet, in
afwachting van het herstel van de katholieke godsdienst. Maar de nadruk ligt hier
wel op Amsterdams en niet op Gouds....
Dat betekent ook dat de preek op de zesde zondag na Pasen niet in Gouda, maar in
Amsterdam gehouden zal zijn, wellicht bij de Agnieten.
J.F.M. Sterck vermoedde al dat het memorieboek van het Agnietenklooster in Am
sterdam deels door pater Willibrord was ingevuld.23 Dat kunnen we nu bevestigen:
pater Willibrord heeft inderdaad inschrijvingen in het Amsterdamse memorieboek
gemaakt. Zijn hand is bijvoorbeeld te zien op fol. 49r, laatste inschrijving.24
Tot mijn grote verrassing is pater Willibrord niet de enige bekende Gouwenaar die
aan dit Amsterdamse memorieboek gewerkt heeft. We komen namelijk ook de hand
van broeder Wouter Jacobsz Maas tegen, de laatste prior van Stein. We weten uit
het dagboek dat Wouter Maas bijhield, dat hij in 1572 uit Gouda naar Amsterdam
gevlucht is, waar hij onderdak vond bij de Agnieten, bij pater Willibrord.25 Maar een
jaar later al trok hij in bij de Nieuwe Nonnen aan de huidige Oude Turfmarkt. Na de
alteratie van Amsterdam in 1578 vluchtte pater Wouter Jacobsz opnieuw, nu naar
het nog katholieke Montfoort. Hier breekt het dagboek plotseling af op 19 juli 1579.
Van zijn verdere levensloop weten we weinig. Hij is op een gegeven moment terug
gekeerd in Gouda: hij ontvangt daar al in 1578 alimentatie. In 1595 overlijdt hij te
Gouda en wordt in de St. Janskerk begraven - die toen aan de protestanten be
hoorde!
Maar toch moet broeder Wouter tussen het overlijden van pater Willibrord in 1592
en zijn eigen dood in 1595 teruggeweest zijn in Amsterdam, want hij is het die de
dood van Willibrord inschrijft in het memorieboek van de Agnieten. Het schrift sluit
alle andere mogelijkheden uit. Het kan zijn dat Maas na de dood van Willibrord naar
Amsterdam moest in zijn functie van (oud-)prior van Stein voor de afhandeling van
de erfenis: klooster Stein was immers een grote begunstigde. Hoe het ook zij, in
1592 schrijft hij de memorietekst voor pater Willibrord en in 1593 schrijft hij ook
een memorie voor medezuster 'Catharina ians dochter donata ende haer ouders'.26
Hij is dus nog zeker een jaar in het Amsterdamse Agnesklooster gebleven. Toen hij
zijn laatste terugreis naar Gouda maakte, zal hij de boeken van pater Willibrord
meegevoerd hebben om ze in de bibliotheek van klooster Stein op te nemen.
23 Sterck, o.c., p. 238. Het Memorieboek wordt bewaard op de Universiteitsbibliotheek Am
sterdam, signatuur XXV C 77.
24 Met dank aan prof. dr. Jos. A.A.M. Biemans, die mij enkele foto's uit het handschrift ge
stuurd heeft.
25 Dit en het volgende over Wouter Maas uit: I.H. van Eeghen, Dagboek van Broeder Wouter
Jacobsz (Guaiterius Jacobi Masius) prior van Stein. Amsterdam 1752-1578 en Montfoort 1578-
1579, Groningen 1959, 2 dln., dl. 1, p. IX
26 Respectievelijk op fol. 158v en op fol. 79r