59
Het liefst willen ze een school van eigen signatuur of anders afzonderlijke klassen
voor zwakzinnigen, verbonden aan de reguliere lagere scholen. Toch gaat de open
bare school, toegankelijk voor alle gezindten, op 1 mei 1928 beginnen, en wel met
35 leerlingen, onder leiding van de heer C. de Bode uit Arnhem. Deze gemeente
school wordt jarenlang gedoogd door voorstanders van bijzonder onderwijs.
De school krijgt in 1947 de naam Frans Lafeberschool, genoemd naar de toenmalige
wethouder van onderwijs, de heer F.L.J. Lafeber, die zich sterk beijverd heeft voor
het stichten van deze school. Maar als na de Tweede Wereldoorlog de verzuiling zijn
opmars doet in Nederland, grijpen de bijzondere schoolbesturen hun kans. Zo wordt
van protestants-christelijke zijde de Merajaschool voor Christelijk Individueel On
derwijs geopend op 1 april 1952, en door de Rooms-Katholieke 'Inrichting van Lief
dadigheid' de Sint-Janschool op 29 juni 1954. Meraja en Sint-Janschool worden in
1958 gehuisvest in het nieuwe B.L.O.-gebouwencomplex bij het Van Bergen IJzen-
doornpark, naast de Frans Lafeberschool.
Op 31 januari 1948 houden zij in het Blauwe Kruis aan de Westhaven een oprich
tingsvergadering, samen met vertegenwoordigers van 15 schoolbesturen. Zes be
sturen zijn afkomstig uit Gouda, twee uit Schoonhoven en verder uit Moerkapelle,
Waddinxveen, Bergambacht, Nieuwerkerk aan den IJssel, Ouderkerk aan den IJssel,
Moordrecht en Haastrecht. Op 18 februari 1948 vindt er in de christelijke landbouw
school aan de Sportlaan een buitengewone ledenvergadering plaats, waar een
schoolbestuur wordt gekozen, bestaande uit de heren A. Meter, M.C. van der Spek,
J.W. de Veer, E. de Kuiper, H. Rietveld en PJ. Koerts. Het dagelijks bestuur zal be
staan uit voorzitter A. Meter, secretaris J.W. de Veer en penningmeester P.J. Koerts.
Vrij kort na de koninklijke goedkeuring van de vereniging richt het nieuwe schoolbe
stuur zich tot B&W van Gouda met het verzoek medewerking te verlenen tot het
stichten van een school. Althans, het bestuur wil een bespreking over het beschik
baar stellen van twee a drie lokalen. Maar B&W berichten op 25 januari 1950 geen
kans te zien drie lokalen vrij te geven. Wachten dus!
In het najaar, op 19 oktober 1950, richt het schoolbestuur zich opnieuw tot B&W
met het verzoek intrek te mogen nemen in lokalen van de voormalige openbare la
gere school aan de Keizerstraat, zodra leerlingen van de Johannes Calvijnschool dit
gebouw verlaten hebben. B&W willen wèl vier lokalen reserveren op déze locatie.
Het bestuur denkt te gaan starten op 1 september 1951. Op 4 februari 1951 schrijft
secretaris J.W. de Veer een brief aan B&W waarin hij om een bijdrage in de kosten
van de eerste inrichting vraagt.
De protestants-christelijke schoolbesturen krijgen in 1948 een nieuwe vereniging
erbij. Bij Koninklijk Besluit van 6 oktober 1948, nr. 58, wordt de 'Vereniging voor
christelijk buitengewoon lager onderwijs te Gouda en omstreken' goedgekeurd, en
hiervan is in de Staatscourant van 1 december 1948, nr. 233, mededeling gedaan.
Het was het resultaat van de inspanningen van een voorbereidingscommissie,
bestaande uit de heren L. Pitlo, A. Meter, A. Verboom, J.W. de Veer, E. de Kuiper
en M.C. Bongers.