60
Het verzoek loopt vertraging op, omdat het bestuur volgens intern briefverkeer van
de gemeente (brief van afd. O.P.P., nr. 2465 aan B&W, 30-03-1951) niet veel
schijnt te begrijpen van de gang van zaken met betrekking tot de subsidieaanvraag.
Reeds eerder hebben B&W uitgelegd dat provinciale voorschriften voor de gemeen
te niet ter zake zijn en dat subsidie van de gemeente op het Besluit Buitengewoon
Lager Onderwijs 1949 berust. Dit gaat werken zodra de school geopend is en dan
kunnen de voor het aanvragen van subsidie bestemde formulieren worden inge
diend.
Verder blijkt uit dit briefverkeer dat de opening van de school misschien uitgesteld
moet worden in verband met de verbouwing van de Graaf Jan van Nassauschool,
die dan tijdelijk gehuisvest wordt in het voorste gedeelte van de voormalige open
bare lagere school, nr. 6, in de Keizerstraat. In een minuut van B&W van 7 mei
1951 wordt duidelijk wat B&W hindert in de subsidieaanvraag van het school
bestuur. Het Besluit B.L.O. 1949 kent het begrip 'bijdrage in de kosten van eerste
aanschaf van een op te richten school' niet. En het bestuur heeft om een zo
hoog mogelijke bijdrage in de kosten van eerste inrichting verzocht. Gewezen is op
het feit, dat het Besluit B.L.O. 1949 spreekt van een vergoeding van exploitatiekos
ten.
Desalniettemin achten B&W de totstandkoming van een christelijke school voor bui
tengewoon lager onderwijs, die als streekschool bedoeld is, in de gemeente Gouda
van zó'n groot belang, dat zij het verantwoord achten een bijdrage in de kosten van
eerste inrichting te verlenen. De totale kosten worden op ƒ9.000 geraamd, waarvan
een eigen bijdrage van het schoolbestuur zelf van ƒ3.000. De rest is subsidie, ver
deeld over provincie en gemeente van elk ƒ3.000.
In de raadszitting van 28 mei 1951 komt dit voorstel tot het verlenen van een bij
drage in de kosten van een eerste inrichting van een op te richten christelijke school
voor b.l.o. uitvoerig aan de orde. De politiek als 'rechts' te boek staande raadsleden
(Van Wijk c.s.) zitten met het probleem dat het schoolbestuur alsnog ƒ3.000 op ta
fel moet leggen, wat het niet kan, omdat onvoldoende gelden beschikbaar blijven
voor de salarissen van de leerkrachten. Ze doen daarom het voorstel de nieuwe
school een gemeentelijke bijdrage van ƒ6.000 in plaats van ƒ3.000 te verstrekken.
De 'linkse' raadsleden vinden dat binnen de gemeentebegroting, die toch al een te
kort van ƒ350.000 vertoont, deze extra uitgave van ƒ3.000 niet verantwoord is en
zeker niet als er onvoldoende dekking voor bestaat. B&W merken op dat zij voor de
voorstellen die geen afdoende financiële dekking hebben, persoonlijk verantwoorde
lijk gesteld worden. Zij vinden een bedrag van ƒ3.000 als gemeentelijke ondersteu
ning op dit moment voldoende.
Om uit deze gecompliceerde zaak te komen, laat de voorzitter van de vergadering
het voorstel van Van Wijk c.s. dat het verst gaat in de grootte van de subsidie, in
stemming brengen. Dit voorstel wordt met 13 tegen 10 stemmen aangenomen. Het
schoolbestuur krijgt zijn financiering rond zonder extra lastenverzwaring. De ge
meente moet meer geld verstrekken dan men aanvankelijk had gedacht, maar ge
lukkig zijn praktisch alle raadsleden ervan overtuigd, dat de stichting van de nieuwe
b.l.o.-school ook heel belangrijk is in het totale onderwijsgebeuren.