62 In genoemd rekruteringsveld hebben Gouda, Woerden en Waddinxveen ieder meer dan 1000 leerlingen op protestants-christelijke basisscholen, namelijk respectievelijk 1.596, 1.175 en 1.028 leerlingen. Het bestuur verzoekt om rijksbijdrage voor de te openen school. Uit intern briefverkeer tussen gemeentelijke afdelingen (afdeling onderwijs en volksontwikkeling aan B&W, archiefnummer 9171, 16-10-1968) wordt duidelijk hoe er tegen de stichting van een christelijke I.o.m.-school wordt aangeke ken. Er worden een aantal kanttekeningen bij geplaatst. Allereerst zal de onderwijs-minister, vóór hij verklaart rijksbijdrage te verlenen, let ten op de bestaande protestants-christelijke I.o.m.-scholen in de regio's van de pro vincie Zuid-Holland. Verder zal als uitgangspunt voor stichting gelden het rayon zo als dat bij stichting van de openbare I.o.m.-school in Gouda ook het geval is ge weest. Dit rayon bevatte toen niet de plaatsen Benschop, Bleiswijk, Langerak en Polsbroekerdam, wat ongeveer 470 leerlingen scheelt. Tot slot is uit een enkele steekproef in het gebied Gouda-Woerden-Waddinxveen gebleken dat de opgegeven aantallen leerlingen aan de hoge kant zijn. De reële cijfers moeten op 100 leer lingen lager gesteld worden (dat is 3%). Gelet op het voorgaande, moet het rayon waarnaar het ministerie zal gaan kijken, gesteld worden op 9.465 leerlingen. Voor stichting van een school geldt als vuistregel, dat 1% van het leerlingenaantal op ba sisscholen in aanmerking komt voor plaatsing op een I.o.m.-school; voor protes tants-christelijke scholen ligt het landelijk cijfer op 0,6%. Dat wil zeggen, dat voor een protestants-christelijke I.o.m.-school in Gouda minimaal 57 en maximaal 114 leerlingen verwacht mogen worden; daarmee wordt voldaan aan het wettelijke cri terium. Nog niet bekend is of het bestuur van de Vereniging voor christelijk b.l.o. het oog heeft laten vallen op een bestaand gebouw of dat te zijner tijd een aanvraag inge diend wordt voor een geheel nieuwe school. In het laatste geval zal, in verband met financieringsmogelijkheden, het realiseren van nieuwbouw een langdurige zaak worden. B&W melden het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen in Den Haag op 30 oktober 1968 officieel het potentiële leerlingenaantal waaruit gerekruteerd kan worden voor een protestants-christelijke I.o.m.-school, namelijk 9.500. Stichting van een protestants-christelijke I.o.m.-school is dus mogelijk! Het schoolbestuur laat B&W op 30 november 1968 weten, dat de l.o.m.-school op 1 april 1969 zal worden geopend. Een halve maand later vraagt het schoolbestuur om het beschikbaar stellen van vijf lokalen én een lokaliteit die te gebruiken is als hoofden-, personeels-, onderzoek- en ontvangstkamer. Afdeling onderwijs en volks ontwikkeling laat op 22 januari 1969 weten, dat de gevraagde lokalen niet beschik baar zijn. Men wijst het schoolbestuur op de mogelijkheid van het huren van lokalen. Boven dien raadt men hen aan bij de dienst openbare werken te informeren waar ruimte is om dergelijke lokalen te plaatsen. Vijf dagen later deelt het schoolbestuur de raad van de gemeente Gouda mee, dat het besloten heeft de protestants-christelijke l.o.m.-school te stichten naast het b.l.o.-complex bij het Van Bergen IJzendoorn- park. Voor 46 leerlingen heeft het vier lokalen nodig.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2017 | | pagina 28