41
In Woerden werd de absentieboete door Adam van der Craenleyde als niet-
residerend pastoor dus betaald over de jaren 1469/1470 t/m 1475/1476. Vanaf
1471 had hij daar steeds Gerardus Elye als vervanger. Craenleyde had ook hoge
kerkelijke functies in Bergen op Zoom, en dat verklaart wel zijn absentie.
Maar dan gebeurt er iets merkwaardigs. In 1474/1475 vinden we hem tegelijk ook
als vicecureit (die officiatio moest betalen) in Gouda, een stad die vele malen be-
langrijker was dan Woerden en die ook veel meer opleverde. Dan valt een jaarge
geven uit, maar in 1476/1477 betaalt Craenleyde het institutiegeld voor Gouda. Nu
is hij daar de echte pastoor. Hij geniet het gehele pastoorsinkomen en is alleen ver
plicht om een vervanger in te huren. En die vervanger is weer Gerardus Elye. Die
heeft hij dus blijkbaar van Woerden naar Gouda op sleeptouw genomen.
Met deze nieuwe feiten komen we terecht in de wereld van rangen en standen die
de geestelijkheid van de Late Middeleeuwen was. Vooral in een grote stad als Gou
da kun je dat goed zien. De onvolprezen Johannes Taal, de vroegere archivaris van
Gouda, heeft hierover een schat aan gegevens verzameld, maar daar is nog weinig
mee gedaan. Overigens: Gerardus Elye ben ik in de Collectie-Taal nu juist niét
tegengekomen, vermoedelijk omdat hij maar kort in Gouda is geweest. Hij stond
zeker niet bovenaan in de clericale hiërarchie, maar is kortstondig toch wel de be
langrijkste zielzorger van de stad geweest.
Een belangrijke bron voor het leven van Erasmus is het Compendium Vitae \ian zijn
hand. In het verleden is dat wel voor onecht gehouden, maar daarvan is men intus
sen teruggekomen. Maar dat het werkelijk van Erasmus is, betekent nog niet dat
alles wat erin staat klopt. Erasmus verzwijgt zijn broer en vermijdt elke hint naar
een gezinsleven in zijn priesterlijke ouderlijk huis. Maar die broer heeft echt be
staan, en Erasmus spreekt ook over de affectie van zijn vader voor zijn moeder:
toen zij aan de pest overleed, kwijnde hij snel weg. Ik houd het ervoor dat Erasmus
is opgegroeid in het liefderijke gezin van zijn vader Gerardus Elye en zijn moeder
Margaretha.
Op enkele episoden werpen de zojuist getoonde gegevens nieuw licht. Volgens
Erasmus was zijn vader, nadat hij hém, Erasmus, had verwekt, uit wanhoop naar
Italië gereisd, omdat hij niet met zijn Margaretha mocht trouwen. Daar hield hij zich
bezig met humanistische en juridische studiën en met het afschrijven van codices,
in een tijd dat er nog geen drukpers was. Uiteindelijk liet hij zich tot priester wijden.
In 1983 vond de Italiaan Avarucci twee handschriften die waren vervaardigd door
Gerardus Elye de Rotterdammis, maar die droegen het jaartal 1457. We hadden dus
al kunnen constateren dat Erasmus - geboren in 1469, of misschien in 1466 - de
chronologie manipuleert. Dat Italiaanse verblijf had plaatsgevonden lang voor zijn
geboorte. Trouwens, sinds 1465 was er in Subiaco bij Rome al een drukpers, en
sinds 1467 in Rome zelf. Maar nu zien we Gerardus Elye als vicepastoor in Woerden
al vanaf 1471. Dat maakt een Italiaans verblijf na Erasmus' verwekking nog on
waarschijnlijker dan het toch al was.
Dan is er een feit met betrekking tot Jan de Backer uit Woerden, de eerste protes
tantse martelaar in Holland (opgetekend door zijn kerkergenoot Willem Gnapheus).
Het feit is wel eerder gesignaleerd, maar kon tot nu toe moeilijk worden geplaatst.