Weekblad voor Wad De Sfiiepd van de week Uit het Parlement Aïiieedafr 1951 No. 315 Vrijdag 22 Juni 1951 7e Jaargang |Adres Redactie en Administratie:! Verschijnt elke Vrijdag IBijdragen, Verslagen, etc. uiterlijk I Oranjelaan 30, Waddinxveen Abonnementsgeld per kwartaal f 0.90 bij vooruitbetaling 's Woendagsavonds inzenden. Advertentieprijs 6 ct, familieadvertenties 7 ct per m-m. 1 De grote dag voor de Noord-Oost polder is voorbij. De stemming-in- de-notedop om dertien leden der poldercommissie voor de algemene belangen te kiezen er waren on geveer 3800 stemgerechtigden heeft een eerlijke verdeling opgele verd. De P.v.d.A., K.V.P., A.R. en de C.H.U. verkregen ieder drie ze tels, terwijl de partij zonder politieke kleur, Polderbelangen, er één kreeg toegwezen. Het ging er in de polder gemoedelijk en gezellig toe. De secretaris van de S.G.P. had vergeten de candidatenlijst in te le veren. Er zijn helaas in deze tijd niet veel gebeurtenissen, die wij gemoedelijk en gezellig kunnen noemen. Dat kunnen wij zeker niet van de ge ruchtmakende zaak „Door de Eeu wen Trouw" en „Republiek der Zuid-Molukken". Nadat in tal van bladen publicaties over diverse leidinggevende figuren waren opge nomen, waarin de een nog onschul diger bleek te zijn dan de andere betrokken persoon, is thans alleen komen vast te staan, dat het een minder fris zaakje blijft. Het hoofd bestuur van de stichting „Door de Eeuwen Trouw" heeft op een grote landelijke bijeenkomst te Utrecht na stemming door de verschillende af delingen, besloten aan te blijven. Zowel Door de Eeuwen Trouw als Bureau Zuid-Molukken verwijten elkaar, dat zij van de hele affaire af wisten. Laten wij maar wachten op de processen, die hieruit naar wij hopen zullen volgen. Voorlopig heeft onze regering aan het bureau Zuid Moluken doen we len, dat, indien dit door blijft gaan met agitatievoeren, zij enkele leden er van over de grens zal laten zetten. Er is bijna geen gemoedelijkheid meer in de wereld. De spanningen op allerlei gebied nemen toe en aangezien het ook voor Nederland noodzakelijk is, dat een Atlantisch Pact werd afgesloten, moeten wij onze verplichtingen, verbonden aan zulk een verdrag, nakomen. Een van die verplichtingen is het op de been brengen van een paraat leger, dat in geallieerd verband kan optreden. Dat leger moet worden geoefend op geschikt terrein. Nederland is daar voor te klein. Het is dan ook be grijpelijk, dat de regering uitkijkt naar een andere mogelijkheid. Zij meent die te hebben gevonden in Duitsland. Onze dienstplichtigen, zullen als het plan doorgaat, gedu rende enkele maanden in Westfalen worden gelegerd, waar in groter verband kan worden geoefend en waar de mogelijkheden veel groter zijn. In de plannen voor het volgend jaar zijn herhalingsoefeningen opge nomen, welke eveneens in groot verband zullen worden gehouden. Ook over de Nationale Reserve is gesproken. Dit instituut zal niet verdwijnen, maar op een andere leest worden geschoeid. Er zal ten minste een sterkte van 16.000 man moeten worden bereikt, wil dié Na tionale Reserve aan het gestelde doel beantwoorden. Dit is tot dus verre niet het geval geweest. Ten behoeve van de luchtverdediging zal een wervingscampagne worden georganiseerd voor de luchtwacht dienst. Voorlopig zal deze dienst 3000 a 4000 vrijwilligers tellen, voor het grootste gedeelte vrouwen. Deze zullen worden ondergebracht bij het Vrouwelijk Hulp Korps (V.H. K.). De mannen zullen worden in gedeeld bij de Nationale Reserve. Bij gevechtsacties zullen deze men sen niet mogen worden ingescha keld. Er wordt in Nederland hard aan onze veiligheid gewerkt. Ook in Indonesië tracht men de veiligheid te verhogen. Helaas kunnen we niet zeggen, dat de Indonesische rege ring daar erg in slaagt. Dit onder vond ook een Noors schip, dat in Cheribon moest worden gelost. Men loste het echter niet op de gewone manier. Een bende plunderde een deel van de lading en stak het schip vervolgens in brand. Hoewel de kapitein de politie waarschuwde en om militaire hulp vroeg, werd hier aan geen gevolg gegeven. Nog steeds zijn overvallen er schering en inslag. Het Indonesische politie apparaat blijkt niet opgewassen te gen de bendes van soms 600 man. Vele Indonesiërs waren het ook niet eens met hun minister van Jus titie, Yamin, die te veel personen gratie had verleend. Het gevolg was: aftreden. Nu hebben we ten minste één overeenkomst met Indo nesië. Een nieuwe lijst is samenge steld van gedetineerden. Stuk voor stuk worden de gevallen onder de loupe genomen, of zij in aanmerking komen uit gevangenschap te worden ontslagen. Het Koninklijk Echtpaar heeft en kele dagen in Luxemburg doorge bracht, waar zij met veel hartelijk heid ontvangen werden en waar de banden tussen ons land en het klei- •ne Luxemburg nauwer werden aan gehaald. De Tweede Kamer heeft enige tijd rust gehad. Noodgedwongen, want zij had geen zaal waarin zij kon ver gaderen. Bijna vijftien maanden heeft men nodig gehad om het oude ge bouw een beter aanzien te geven en het zo voordelig mogelijk in te richten. Nu, dat is wonderwel gelukt. Nieuwe trappen, kamers, ventilatie inrichtin gen en tribunes zijn als paddestoelen uit de grond geschoten. Bovendien is de verlichting verbeterd en heeft men het geheel eindelijk eens be hoorlijk in de verf gezet. Sarcastische mensen zullen zich misschien afvra gen of dit nu allemaal maar kan in deze tijd waarin de Regering met kracht streeft naar investerings be perkingen. En inderdaad zal men moeten toegeven, dat deze verbou wing een slordige cent heeft gekost. Maar aan de andere kant zal men moeten toegeven, dat ze beslist nood zakelijk was. De verschillende frac ties hadden geen gelegenheid om in een aparte kamer te vergaderen. Verder was er een tribune, die op het punt stond om in te storten, terwijl men er tevens nog rekening mede moest houden, dat we binnenkort bij de nieuwe verkiezingen een Tweede Kamer zullen krijgen, die honderd- vijftig leden, zal tellen. De helft meer dus. Het gebouw maakte op sommige plaatsen een bepaald sjofele indruk. Neen, de verbouwing was beslist noodzakelijk. Woensdag j.l. heeft men het nieuwe gebouw in gebruik genomen. Toen men toch aan het verbouwen was, heeft men enkele nieuwigheidjes aan gebracht, die tller aandacht hebben getrokken. Zo kan men op het ge weldige bureau van voorzitter Kor- tenhorst een telefoon vinden, die o.a. in verbinding staat met de Re geringstafel. De voorzitter is nu een maal een beklagenswaardig man. Ten zij hij een ogenblik pauze geeft, is hij het enige kamerlid dat niet van zijn plaats kan weglopen. Toch wil hij natuurlijk wel eens praten met de Minister. Want hij is de man die alles moet uitkienen. Nu kan hij tenminste per telefoon vertellen, dat de aanwezige Minister na zoveel sprekers het woord zal krijgen. De bewindslieden zelf staan in telefo nische verbinding met hun ambtena ren die zij tijdens het debat meenemen. Het heen- en weergedraaf van bodes met briefjes van de Minister naar de ambtenaar en omgekeerd zal dus wel zijn afgelopen. Dit betekent al weer meer rust in de vergaderzaal. Behalve Kamerleden en bodes liepen ook stenografen de zaal in en uit. Ook dat behoort nu tot het verleden. Als van ouds zitten deze harde werkers tussen het voorzittersgestoelte en de Regeringstafel. De meest gelukkige man is misschien de voorzitter zelf wel. Hij heeft niet alleen een geweldig bureau, maar ook een geweldige stoel. Zo geweldig, dat deze bijna niet te tillen is. In deze zaal rijdt deze zetel dan ook op een rails, zodat hij kan gaan verzitten door zijn stoel langs de rails heen en weer te schuiven. Dat heeft hij in de Ridderzaal vast en zeker gemist. Men ziet: er is in 's lands vergaderzaal nog wel het een en ander te beleven. Het afscheid van de Ridderzaal is een feit geworden. En nimmer hebben we zulke hevige debatten meegemaakt als juist in deze zaal. Daar werd een Kabinet ten val gebracht en daar presenteerde zich een nieuw Kabinet aan het Nederlandse Volk. Zo ver heeft de oude vergaderzaal het na de bevrijding nog niet gebracht. De Ridderzaalperiode was dus van zeer spannende aard. Zij zal in onze parlementaire geschiedenis geboekt staan. M ar er gaat toch niets boven de eigenlijke zaal, waarin de Tweede Kamer reeds sinds 1815 vergadert. In memoriam P. Magré Zaterdagavond ging de droeve mare door de gemeente, dat een be kende, algemeen geachte figuur, na melijk de Heer P. Magré, plotseling was overleden. De overledene werd ingaand 1 Maart 1922, als opvolger van de heer G. Spruyt Jr. benoemd tot ge meente-ontvanger hier ter plaatse, terwijl hij tevens werd aangewezen als kassier-boekhouder der gemeen tebedrijven. Waren de verschillende administraties zorgvuldig gescheiden gehouden, toen de heer Magré in functie trad, werd alles gecentrali seerd, voornamelijk uit financiële overwegingen. De toen benoemde functionaris heeft zich aanstonds ontpopt als een stoere werkkracht met een groot arbeidsvermogen en een ongeëvenaarde werklust. Steeds was het gemeentebelang bij hem nr. 1. Strikt eerlijk en zeer nauwgezet. Al vrij spoedig nodigde burgemees ter Troost de heer Magré uit, van hem hot penningmeesterschap van de woningbouwvereniging „Wad dinxveen" over te nemen en bet be hoeft nauwelijks gezegd, dat deze vereniging, die dezer dagen (30 Juni) haar 40ste verjaardag viert, in haar Officieële Mededelingen Wegafsluiting Burgemeester en wethouders van Waddinxveen brengen ter openbare kennis, dat in verband met de te houden wielerwedstrijden in het kader van de sportweek, alle wegen en straten in het zgn. Sniepkwartier op 28 Juni a.s. 18.30 uur aan publieke dienst onttrokken zijn. De afsluiting duurt tot bet einde van de wedstrijden op die avond. Evenals de vorige jaren zal ook thans weer op of omstreeks de ver jaardag van Z.K.H. Prins Bernhard een Anjercollecte worden gehouden. De opbrengst van deze collecte komt ten goede aan het Prins Bernhard Fonds en zijn regionale afdelingen, de Anjerfondsen. In de voorgaande jaren mochten reeds vele organisaties op het ge bied van de volksontwikkeling, jeugd zorg, muziekbeoefening e.d. voor de voortzetting en uitbreiding van hun werk bijdragen uit deze fondsen ontvangen. In 1950 bracht de Anjerdag in Zuid-Holland (buiten Rotterdam en 's-Gravenhage) rond f 23700.— op, waarvan 70 pCt. aan het Anjerfonds Zuid-Holland ten goede kwam, het overige aan het Prins Bernhard Fonds voor arbeid in groter verband. In dat jaar mocht Zuid-Holland zich beroemen op de hoogste opbrengst in het land. Laten wij trachten in een edele wedijver met de overige provincies ook dit jaar weer een dergelijk prachtig resultaat te berei ken. Het culturele leven doet aanstonds een beroep op U, laat een ieder tonen dat de geestelijke waarden van ons vaderland hem ter harte gaan. Geeft, wat ge kunt missen? ontwikkeling ook heel wat arbeid heeft gevraagd. Zou men denken, dat de boven genoemde functies de volle man op- cisten, de heer Magré dacht er an- ders^over en toonde dat het anders kon. Wanneer het ging om de be vordering van godsdienstige, maat schappelijke of culturele belangen, men klopte nooit tevergeefs bij hem aan en steeds was hij bereid tot medewerking, doch meestal bleef het niet bij „medewerking" maar was hij de stuwkracht. Hierbij denken we o.a. aan het crisiscomité, hoe toentertijd voornamelijk door zijn begeestering een enorme hoeveelheid kledingstukken onder de minder be deelden kon worden verstrekt. Ver der aan de kindervoeding, die da gelijks haar eisen stelde. Voorts de H A R K.. En niet te vergeten de Vereniging voor Ziekenbuis-verple- ging in haar oude vorm, met circa 5000 leden, waarvan hij bet penning meesterschap waarnam. Geheel be langeloos. Wij zijn geenszins volledig, dat behoeft ook niet. De ouderen weten het van vroeger en de jongeren we ten hoe het tot voor kort was. In de Tweede Wereldoorlog was hij nog belast met de leiding van het distributiebureau. Slechts van één keer herinneren we ons, dat hij niet tot med?werking was te bewegen; ondanks de aandrang van hoger hand. Dat was toen er hier zowel als el ders een penningmeester nodig was voor de Nederlandse Volksdienst (N.V.D.) het instituut van de be zetter. Ondanks het vooruitzicht van

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Weekblad voor Waddinxveen | 1951 | | pagina 1