1. UI DEC HEIDE) Jr Swum NIEUWS Burgerlijke stand De avonturen van een Kabouterkoning ONZE NIEUWE GULDENS Ons Pluimveehoekje Enige grepen uit onze SUCCES-horloges Predikbeurten uit wMnplaats. INTERNOS De repetities van dit koor vangen weer aan woensdagmiddag 5.15 uur in het gymnastieklokaal van de openba re school B. Ouders, die hun kinderen willen la ten zingen kunnen deze laten inschrij ven bij de dames Vis, Kanaalstraat en tna van den Bosch, Ieplaan. Zoals bekend heeft dit kinderkoor in Engeland grote successen behaald. NIEUW TELEFOONNUMMER Onder nummer 524 is aangesloten de heer S. Pille, Henegouwerweg. NIET 19 MAAR 12 NOVEMBER De Coop. Boerenleenbank deelt mede dat de termijn voor inlevering verval len bankbiljetten a f 25,met op 19 maar op 12 november a.s. sluit. OPPERWACHTMEESTER ROUS 25-JAAR POLITIE De opperwachtmeester Rous, thans in Koudekerk, en gedurende 1 januari 1946 tot 1 september 1954, wachtmees ter bij de politie alhier, zal zaterdag 1 september herdenken dat hij 25 jaar geleden in vaste dienst bij de politie kwam. VLIEGERWEDSTRIJD Deze wedstrijd is bepaald op Zater dag 8 september op het terrein van de heer de jong aan de Sniepweg. De commissie deelt ons mede dat het aantal inschrijvingen van bedrij ven nog gering is, reden waarom grote re deelname alsnog gewenst is. Het aantal binnengekomen prijzen is be vredigend. Aangiften van 23 t.m. 29 augustus 1956 Geboren: Jacob z.v. M. de Kruijff en J. Verschoor, Kleikade 18; Hendrik, z.v. A. J. Olie en A. A. Wer velman, Eikenlaan 10; Annie Neeltje, d.v. J. van Dijk en G. J. de Bruijn, Emmastraat 11; Pieter, z.v. H. C. van den Akerboom en A. Koetsier, Nesse 25; Barbara, d.v. J. van Gulik en M. J. van den Brand, Kerkstraat 5; Lex, z.v. J. R. Kikkert en J. C. van den Ban, Bodegraverstraatweg 41; Kempen; Gehuwd: M. Alphenaar en L. van J .M. Hulzinga en C. E. Th. Cats; A. A. van Vliet en E. M. R. Mulleman Overleden: van den Berg, Cornells, oud 81 jaren; Brandsema wed. van Hekman, Alber- dina, oud 91 jaren. MEDISCHE DIENST De Zondagsdienst wordt waarge nomen door dr. J. W. H. Helleman. GEVONDEN EN VERLOREN VOORWERPEN Gevonden: gouden ring; portemonnaie met inh.; witte dameshandschoen; br. kinderschoentje. Verloren: comibinatietang; gouden scha keiarmband; zwarte dameshandschoen; zwarte vulpen. BEDANKT VREE/ADEM NQ 1 GEL T HEBT A4E EEN GROTE DIE N SI GE EROC' w E 7 EN.' Kramtri -(WE HEBBEN ERGENS EEN PAAR/ KABOUTERS op pe KOP GETIKT ■zou O ZE VAN ONE WltlEN HOPEN7 UIT WE DEK DIENST BRENGT OE BOER OE RIDDER. NAAR HET HUIS .WAAR H<J OOK DE TWEE BOEVEN heen had Ct ESI OORD De vogels in het algemeen en dus ook onze hoenders bezitten geen zweet klieren. Op deze wijze kunnen de af gewerkte, giftige stoffen niet uit het lichaam verwijderd worden. Voor het grootste deel moet dus op een andere manier daarin voorzien worden en wel door de ademhaling. Het springt dus in het oog hoe be langrijk voor de gezondheid van ons pluimvee het is dat ze in hun nacht hok vooral zo zuiver mogelijke lucht kunnen inademen. Zodra een hok niet voldoende geventileerd is komt er ge brek aan zuurstof en ontstaat er een overmaat van het hoogst schadelijke koolzuur. Wordt dat schadelijke gas niet voldoende afgevoerd dan moet het maar weer voortdurend ingeademd worden en ook weer uitgeademd door de rustende dieren zelfs gedurende een zeer lange winternacht. Het bloed wordt door het hart snel ler dan bij zoogdieren naar alle delen van het hoenderlichaam geperst en in zo'n onpractisch hok komt het met het giftige koolzuur beladen weer in de longen. Gaat alles goed dan bevrijden de longen zich weer van het giftige gas door uitademing en nieuwe zuur stof-rijke lucht wordt ingeademd en doet in het bloed haar gunstige wer king. Deze zelfde zuurstof veroorzaakt met de uit voeder gevormde aanwezi ge koolstof de lichaamswarmte de ver branding de omzetting dus van de voe ding. Daarom is het zo noodzakelijk dat aanvoer van zuurstofrijke lucht steeds mogelijk is. In drie of vier minuten passeert het bloed het gehele lichaam van de vogel en keert dan terug met een goed zuur stof-gehalte of wel beladen met afge werkte, giftige stoffen in gasvormige toestand. Als nu de kip gedurende tien of meer uren van de vier en twintig zich in zulk een ongunstige toestand bevindt kunnen de kwade gevolgen on mogelijk uitblijven. Bedenken we daarbij dat de dieren met gevulde krop op stok zijn gegaan en dat het opgenomen voer gedurende de nacht verteerd moet worden wat zal dan het gevolg zijn als er geen voldoende zuurstof aanwezig is om zich met de koolstoffen te verbinden? Het kan niet anders of de voeding moet gebrekkig wezen de dieren moe ten verzwakken en worden vatbaar (leze wereldberoem de crèmes crème SIMON crème M.A.T. crème NUCIA SIMOCITRON MEVROUW, Wij delen U mede, dat wij de alleenverkoop hebben verkregen van het oudste en vermaardste Franse Cosmetische Huis SIMON S.A. te PARIS - LYON Een klasse apart en de prijs binnen ieders bereid. Wij zijn gaarne bereid U de SIMON artikelen te tonen. Hoogachtend, Gediplomeerd drogist Zuidkade 1 Telefoon 335 De regenzomer heeft niet alleen veel schade toegebracht aan het gewas maar ook terdege aan ons pluimvee. Meer dan ooit is gebleken, hoe drin gend nodig het is voor een goede huis vesting en uitloop zorg te dragen. De bewijzen liggen voor het grijpen. Bij sommige pluimveehouders is de leg gestadig doorgegaan; ziekten kwa men niet voor; het jonge goed groeide voorspoedig op en bij anderen was er maar een woord voor. treurig! Moge het voor hen, die een treurige ervaring hebben opgedaan een aan sporing zijn, nu spoedig afdoende maatregelen te nemen vóór de komen de winter. Voor 't grootste gedeelte heeft men 't zelf in de hand. Kippen zweten niet voor allerlei ziekten. Aan de bovenzijde behoort dus al tijd een goede, doeltreffende ventilatie aanwezig te zijn vrij van tocht of on aangename trekking. Een geheel afsluiten van het niet goed geventileerde nachthok, zelfs met de toegangsschuif gesloten, is het ver- keerdste wat er bedacht kan worden. Komen de naar frisse lucht snakkende dieren in de wintertijd dan 's morgens naar buiten, dan is de overgang zeer schadelijk voor hun ademhalingswerk tuigen en zullen ze beslist ziek wor den. De toegangsschuif dus nooit des nachts sluiten maar alles zo inrichten dat met een of ander tochtwerend scherm het binnenstromen van al te koude lucht van wind getemperd wordt. Kippenvriend Sedert een halfjaar zijn de nieuwe zilveren guldens in omloop en wij zijn aan deze fraaie munt reeds gewend geraakt. Niet velen weten, dat onze gulden een hele geschiedenis achter de rug heeft en oorspronkelijkvan goud was, hetgeen nog aan de naam gulden is te zien. De Economische en Sociale Kroniek van De Economist van januari 1956 is aan die geschiedenis van de gulden ge wijd. Wij nemen dit stuk hier gaarne over. In een kroniek legt die tijdgenoot de belangrijkste feiten vast, al dan niet voorzien van commentaar. Welke feiten zijn daartoe belangrijk genoeg? Het is het recht van de kro niekschrijver hier subjectief te zijn. Uiteraard zal hij datgene vermelden, dat door velen belangrijk of interes sant wordt gevonden. Deelt hij dat standpunt niet, dan zal hij in zijn com mentalar daarvan blijk gejven. Mhar ook het omgekeerde kan zich voor doen. Hij kan feiten vermelden, die de tijdgenoot niet voor belangrijk houdt, maar die hij toch vast legt, hetzij om dat hij wel overtuigd van het belang is, hetzij omdat 'hij, om een of andere duistere reden, meent dat het feit, hoe onbelangrijk op zich zelf, toch in een kroniek thuis hoort. Misschien doelt hij dat wel omdat de omstandigheid dat het feit noch door hem, noch door anderen blangrijk gevonden wordt, zelf een interessante omstandigheid is! Zulk een feit dat het vermelden in een kroniek waard is, juist omdat nie mand het belangrijk vindt is het op 16 januari 1956 in circulatie komen van een nieuwe gulden met een gewicht van 6,5 gram en een gehalte van 720 duizensten. Indien de waarde van onze rekeneenheid nog nauw verbonden zou zijn aan de metaalwaarde van de munt dan zouden wij van een devaluatie met 35 °/o moeten spreken. Maar voor ons, in 1956, is het een oninteressant feit dat wij ten hoogste met enige cu riositeit gade slaan. Met deze nieuwe gulden is een eeu wenoude traditie geëindigd. De gulden weegt geen tien gram meer en een ton zilver zal dus geen honderdduizend gul den bevatten maar anderhalf maal zo veel. Toch zullen wij in Nederland, naar alle waarschijnlijkheid nog eeu wen lang als rekeneenheid voor zeer grote bedragen „de ton" als equivalent met f 100.000 blijven gebruiken. De gulden vindt zijn oorsprong in een gouden munt van ongeveer 4 gr. die Hertog Albrecht in 1388 liet slaan en die de naam van het Dordtsche schild droeg. Deze munt had een waar de van 40 groten of van 20 stuiver. Het geld devalueerde evenwel, want onder Maximiliaan wordt een nieuwe munt ter waarde van 40 groten of 20 stuiver geslagen met een gewicht van 2,52 gr. Dat was de gouden florijn, waaraan wij nog ons guldenteken ontlenen. In 1520 wordt de gouden Carolus gemunt, met een gewicht van 1,77 gram. Dat is de laatste gouden gulden geweest. De eerste zilveren munt van 40 gro ten of 20 stuiver is de in 1542 gesla gen zilveren Carolus, 'met een gewicht van 19 gram fijn zilver. Tijdens de 80-jarige oorlog en nog lang daarna, nl. van 1542 tot 1681, werden hier geen munten van 20 stui ver geslagen. De waardedaling van de rekeningseenheid ging door. De zilve ren Carolus die in 1542 20 stuiver waard was, gold in 1581 voor 30 stui ver en in 1610 voor 35 stuiver. Hier mede was de zilverwaarde van 20 stui ver op ruim 10 gram gekomen. Na 1645 dus ongeveer vanaf het einde van de 80-jarige oorlog, is de metaalwaarde van 20 stuiver ongeveer gelijk aan plm 10 gram zilver gebleven en was dus een ton honderdduizend gulden. Bij resolutie van de Staten van Hol land van 25 september 1681 werd tot aanmaking van een nieuwe gulden van 20 stuiver met een gewicht van 200 azen of 9,61 gram fijn zilver beslaten. Deze gulden werd later in de gehele republiek aanvaard. Het is de „generaliteitsgulden" die bij de wet van 28 september 1816 tot de munteenheid van het Koninkrijk wordt. De toendertijd in werkelijkheid circulerende munten waren veelal ge sleten en gesnoeid en zo werd in 1820 5 tot 7V2 percent opgeld voor wichtige guldens betaald. Dit was mede aanlei ding om bij de muntwet van 1839 het gewicht van de gulden terug te bren gen van 9,61 gram tot 9,45 gram fijn. Vooral in het laatste kwart van de vo- rige eeuw daalde de waarde van het zilver sterk Bijna alle landen waren van de dubbele standaard of enkele zilveren standaard op de gouden stand aard overgegaan. Hierdoor viel de mo netaire vraag naar zilver praktisrii weg. Deze omstandigheden versterk ten de waardevermindering van zilver, welke reeds door een daling van de produktiekosten was ingezet. Voor ons land betekende de daling van de waar de van het zilver dat de circulatiewaar de van de gulden verre boven de zil verwaarde kwam te liggen. Deze toestand bleef tot het begin van de eerste wereldoorlog voortdu ren. Toen stegen alle goederenpnjzen en ook die van het zilver. De circulatie van 0,945 op 0,720 gebracht. Aangezien geruime tijd de guldens met het hogere gehalte naast die van het lagere bleven circuleren, was de verlaging van het zilvergehalte niet door de omstandigheden opgedrongen, maar is het een voorzorgmaatregel ge weest. Deze bleek achteraf onnodig, want de prijs van zilver daalde verder vooral na 1950. Ondanks de verlaging van het zilvergehalte is de gulden van 1919 een waardige opvolger van de ge neraliteitsgulden van 1681 geweest. Waarom zag men in 1919 er wel een gevaar in dat de circulatiewaarde en die van het metaal dicht bij elkaar la gen en vroeger niet? De verklaring ligt in het feit dat vroeger de circula tie grotendeels uit zilver bestond. Het uitvoeren of omsmelten van zilvergeld had toen een grote invloed op de tota le circulatie. In 1919 circuleerde naast zilver veel papiergeld. Daardoor zou zelfs een geheel verdwijnen van het zilvergeld maar een kleine invloed op de totale circulatie en dus op de ruil waarde van de gulden hebben, doch wel hinderlijk zijn. Tijdens de tweede wereldoorlog had een herhaling van de geschiedenis plaats. De zilveren guldens verdwenen uit de circulatie. Tegen zulke grote in flationistisehe krachten als toen werk zaam waren, was de verlaging van het zilvergehalte nutteloos. Maar, enkele jaren na de oorlog kwamen de opgepotte guldens weer in circulatie. Zij demonstreerden het feit dat de waarde van onze rekeneenheid in zilver gemeten weer ongeveer even groot was als tijdens de 80-jarige oor log. Dat feit is interessant maar het was toch duidelijk dat de praktische betekenis van vrij zware zilveren mun ten in de circulatie verdwenen was. In de praktijlf werd dat gewicht zelfs als een bezwaar ondervonden. Stemmen gingen op om onze zilveren guldens door een lichtere van nikkel te vervan gen. Omdat nikkel een vrij hard me taal is waren daaraan zelfs technische voordelen verbonden. De nikkelprijs steeg evenwel omdat het een typisch strategische grondstof is. Door zijn soms onverwachte prijsstijgingen is nikkel dan ook minder geschikt voor IJzerstrek Jongens horloge f 19.25 Verchroomd Dames horloge verzorgdd uitvoer, f 27.50 Double dames horloge, geheel gesteend f 34.50 Alles volkomen gegarandeerd A ik Het huis met de im. M. II buitenklok waarde van de gouden daalden tot be neden de waarde van 9,45 gram zilver. Onze voornaamste munt werd toen niet meer als ruilmiddel gewaardeerd maar als een stukje zilver. De guldens en rijksdaalders verdwenen geheel uit de circulatie. Deels werden zij opgepot, deels omgesmolten ondanks het feit dat in die dagen een krantenbericht verscheen waarin, waarschijnlijk ten onrechte, werd medegedeeld dat het omsmelten van munt een strafbare daad was. Maar zelfs als zulk een ver bod toen bestond zou het geen effect gehad hebben, omdat het toch het op potten niet kon beletten. Het feit dat de zilveren gulden toen uit de circulatie verdween was belang rijk. Waarschijnlijk voor het eerst na de 80-jarige oorlog was onze reken eenheid in waarde gedaald beneden de 9 gram fijn zilver. Al die tijd daarvoor was de gulden minstens evenveel zilver waard als in het begin van onze nationale zelfstan- heid. Dit zij ter overdenking voor hen die menen dat het een empirische wet is dat de waarde van het geld steeds daalt! Waarschijnlijk is de oorzaak van het feit dat tijdens de eerste wereld oorlog de gulden beneden zijn zilver- waarde kon dalen, gelegen in de om standigheid dat toen het papiergeld reeds voldoende was ingeburgerd. Een vermeerdering van de totale cir culatie is via de drukpers sneller te krijgen dan door aanmunten, zelfs de minderwiehtige munten betreft. Daarom kan een belangrijke waarde daling van het ruilmiddel thans in en- keie jaren tegen vroeger in tientallen jaren tot stand komen. Het verdwijnen van de zilveren munt tijdens de eerste wereldoorlog was een van de oorzaken die de cir culatie van „zilverbons" noodzakelijk maakte. Hieraan zijn evenwel op den duur nadelen vierbonden. Tegenover het feit dat uien op de rente van de zilverwaarde spaart, staan de hoge on derhoudskosten van een papieren cir culatie met kleine coupures. Naarmate die circulatie meer duurzaam is, wor den ook hogere eisen aan de druktech niek gesteld om vals geld tegen te gaan. Het is dan ook lang 'niet zeker dat een circulatie van kleine coupures op den duur goedkoper is dan munt- circulatie. Na de oorlog, in 1919, mocht men re delijk verwachten dat de circulatie- waarde van de gulden en zijn metaal waarde weer bij elkaar zouden komen. Maar men dacht toen dat het prijs niveau wel duurzaam hoog zou blijven Het gevolg zou zijn dat de beiden waarden van de gulden, nl. de circula tiewaarde en de metaalwaarde dicht bij elkaar zouden blijven liggen. Be trekkelijk kleine veranderingen m de circulatiewaarde of in de prijs van het zilver zouden dan tot gevolg kunnen hebben dat de metaalwaarde weer bo ven de zilverwaarde zou komen te lig gen en dientengevolge de guldens weer uit de circulatie zouden verdwijnen. Dat diende voorkomen te worden en daaraan werd toen het zilvergehalte onze grote munten. Mede daarom viel de keuze weer op zilver en wel met het gehalte 0.720 dat ook harder is dan met het gehalte van 0.945. Door het gewicht van 10 gram terug te bren gen op 6.5 gram is tevens aan het ver langen van de praktijk naar een lich tere munt voldaan. Maar hiermede is de traditie dat onze gulden 10 gram (bruto) weegt verbroken. De voorafgaande veranderingen in onze munt kunnen wij nog zien als va riaties op de oude generaliteitsgulden maar thans is er een sprongsgewijze verandering gekomen zodat er alle re den is om te zeggen dat er een princi pieel andere gulden is ontstaan. Een ding zij ons daarbij tot troost. De verandering is ons niet opgedwon- gen door de omstandigheden en meer speciaal niet door een verdergaande ontwaarding van de gulden gemeten in zilver. De vermindering van het ge wicht is geen gevolg van depreciatie van de gulden noch zal een waarde vermindering van onze rekeneenheid daarvan het gevolg zijn. Het gewicht van de nieuwe gulden is een gevolg van een vrije beslissing gebaseerd op technische overwegingen mede in ver band met het feit dat de plaats die de munt in de totale circulatie inneemt veel bescheidener is geworden dan zij een halve eeuwg geleden nog was. De ze verandering vindt niet alleen een weerspiegeling in ons muntstelsel maar ookin de leerboeken over eco nomie. Vroeger nam daarin een hoofd stuk over het muntwezen wel geen een trale maar toch een belangrijke plaats in. Thans zijn de vraagstukken ver bonden aan het muntwezen praktisch gesproken buiten de horizon van de economen gekomen. Mede daardoor is het in circulatie komen van de nieuwe gulden geen be langrijk feit gezien de verhoudingen van thans. De kroniekschrijver memo reert dit feit met enige irrationele wee moed zoals men afscheid neemt van iets waaraan dierbare herinneringen verbonden zijn. W. J. van de Woestijne Nederlands Hervormde Kerk. 9.30 uur ds. J. van der Haar. 6.30 uur ds. G. Alers, Rotterdam. Hervormd Wijkgebouw. 9.30 uur ds. G. Alers, Rotterdam 6.30 uur tfe. J. van der Haar Gereformeerde Kerk. 10 uur en 6.30 uur ds. J. Snoey. N.H. Ver. ,Wet en Evangelie". 9.30 uur ds. M. C. Koole, Den Haag. Chr. Afgesch. Gemeente. 9.30 uur en 5 uur Leesdienst. Donderdag 6 september nam. 7 uur ds G. van de Breevaart, H. I. Ambacht Rem. Geref. Gem. 10 uur ds. F. Palmboom, Lochem 11*30 uur Aanvang Zondagsschool

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Weekblad voor Waddinxveen | 1956 | | pagina 2