nu e De Professor op kattepoten Bï officieel orgaan KNVB grote winst van de duidelijkheid ge boekt. ■F I J>Jeerlaiids Voetbal” Geslaagd WIPPEROEN EN DE DUINENDIEF kl FRA-VA-KO’s Oplossing puzzel van 18 juli Kruiswoordraadsel Fosforescerende postzegels Imp" telt 01 va Gee Br Bu m< Trots onze lage prijzen 10% extra korting De Gouwe voor hete vuren Pagina 2 7 '7 *7 *7 go «7 3J 73 door A. B. Cox Eikenlaan - leplaan tel. 2401 bgg. 2184 warenhuizen 68. de onbekende mpby 63 *7 BB 4 WEEKBLAD VOOR WADDINXVEEN HOLLANDS HART donderdag 1 augustus 1968 EKBLAD 2 3 6 <7 <f> /o /2 73 /S 'g Xo 2! Zy ZS >6 ]3ö 3/ 32 36 k*? 3g \yï v g y6 ys- yö fj 30 32 36 33 \3V S3 36 6o 6/ Pt. Ao HORIZONTAAL VERTICAAL <1 van worden twee boekenbonnen ter waarde van resp. 7.50 en 5.verloot. Oplossingen worden ingewacht tot en met vrijdag 16 aug. bij de puzzelred. I wordt vervolgd op al onze Speelgoederen, Luxe- en Huish. artikelen 47. 49. 51. 52. 54. 57. WA nemii gen 1 diens w\jk wyl i gekoi meen inspt Hii aan wont ze b zulle Aan eerst de v gaar treft vaar Van de G Z1 zich ke I Haa een fiets pers De Vla: hen lanc ver best arts waj te r D gen bot: ner E hee uit Cit< Val en leei WADDI tegenover over een waar: Tor Waddinxl uit 23 vei rijke ondt moed, vei naleerde zen? Wat gek eigenlijk... ik heb al tijd gedacht dat knollen onder de grond groeiden... hm... ’t is zo wèl gemakkelijk... een knollenboom. Nou holder, jongen, je boft weer. Eet smakelijk!” Eri meteen greep hij met beide handen naar de knol Daar hadden Wipperoen en Siem- pie natuurlijk op gewacht, maar ze waren nét iets te laat met hij sen en daardoor had Holder Bol der nét op het nippertje de knol te pakken! ”Hm... hij zit goed vast”, grom de Holder Bolder, wie het water in de mond liep en die geen erg in het touw had. Toen gaf hij een flinke ruk aan de knol en toen... toen gebeurde er zoals gewoonlijk weer iets verschrikkelijks, want met een zwaai werd Siempie luid piepend uit zijn schuilplaats gehesen. En Wipperoen hield zich zo klein mogelijk, hij had gelukkig op tijd het touw losgelaten en verroerde geen vin... 1. los neerhangend 4. jongensnaam 8. voedsel 11. meisjesnaam 12. behoeftige 14. geneesheer 16. zangnoot 17. bolgewas 18. bijwoord 19. onmeetbaar getal 21. telwoord 23. gast 25. vreemde munt 26. einde 28. lyrisch gedicht 30. reinigingsmiddel 32. vaartuig 33. vogel 35. soort poeder 37. onder het nodige voorbehoud (lat. afk.) 38. opstootje 40. boom 42. inhoudsmaat 43. vruchtennat 44. leeftijd (Fr.) 45 bestaat bevel boom maanstand (afk.) meisjesnaam jongensnaam verlichtings artikel 1. bevel 2. soort onderwijs (afk.) 3. familielid 4. vriendin (Fr.) 5. lidwoord 6. zangnoot 7. roofdiertje 8. soort vaartuig (afk.) 9. lekkernij 10. opschik 13. vensterglas 15. borduursel 20. zijrivier Donau —■III l—IIM—lllll Oranjelaan 30a, Waddinxveen. Onder de inzenders van de juiste oplossing 21. voorzetsel 22. bedorven 23. aanzien 24. steenmassa 25. bouwmateriaal 27. laatste nieuws (afk.) 29. boom 31. kinder groet 32. deel v. e. boom 33. deel v, h. hoofd 34. kleurling 36. voetbekleding 39. Europeaan 41. steensoort 46. muziekterm 47. bridgeterm 48. godin 50. mep 51. het zij zo 53. water in Friesland 55. pl. in Gelderland 56. nauw 58. de somma 60. boterton 62. gekookt 63. slank 65. schoorsteenvuil 67. oevergewas 69. onvriendelijk 73. meisjesnaam 74. te zijner plaatse (Lat. afk.) 75. dierengeluid 76. meisjesnaam 77. reeds 78. voegwoord Maar de winst is groter: ’’Neerlands Voetbal” is gewoon een fijn blad. Van formaat (quarto), van opmaak (veel goed fotowerk) en van zeer gevarieer de, uitstekend leesbare inhoud. Na tuurlijk komt het blad ook niet uit on der de ’’officiële mededelingen”, die voor de niet-belanghebbende even vervelend als voor de belanghebben de onmisbaar zijn. Daar stelt hoofdredacteur Evert Grifhorst met zijn medewerkers echter zoveel tegenover, dat ’’Neer lands Voetbal” een blad is geworden, dat de voetballiefhebber graag ter hand neemt. Hetgeen van zijn voor ganger bepaald niet kon worden ge zegd. DEN HAAG Het is misschien niet aardig om aan een rouwkrans een feestlint vast te binden. Toch doe ik dit met plezier by het verscheiden van het blad ”De Sportkroniek” waar in sinds jaar en dag het ’’officieel or gaan van de Koninklijke Nederland se Voetbalbond” was opgenomen. Te meer, daar uit de as van deze te laat verbrande Phoenix een nieuw blad is herrezen: ’’Neerlands Voetbal”, dat tevens officieel orgaan van de KNVB is geworden. ”De Sportkroniek” heeft hét 66 jaar uitgehouden. Een formidabele tijd, dat moet gezegd. Maar dat was het blad wel aan te zien:ouderwets in opmaak, onhandig van formaat, slaapverwek kend van sfeer. En bovendien van een moeilijk verteerbare tweeslach tigheid. Dat was niet geheel de schuld van de redactie. Immers, ”De Sportkro niek” was geen officieel orgaan van de KNVB, maar moest wel min of meer de pretentie hebben dat te zijn, alleen om het feit, dat het de officiel vervelend, maar onmisbare ballast met zich mee moest dragen. Zo werd het een ’’onafhankelijk” blad, dat toch moest dienen als megafoon voor de stem van de zwaar trekkende aan hangwagen KNVB. De bond heeft nu vorige maand de knoop doorgehakt en in het nieuwe ’’Neerlands Voetbal” (net als De Sportkroniek uitgave van Moormans Periodieke Pers in Den Haag) zijn of ficieel orgaan gekozen. Hiermee is de 59. buitenstaander 61. schrijfbehoefte 62. wederhelft 63. rondhout 64. bericht 66. mop 70. ambtshalve (lat. afk.) 71. dierengeluid 72. deel v. d. bijbel (afk.) 74. snavel 76. tijdperk 78. bijwoord 79. fris 80. huidskleur 81. deel v. h. oog en de kat, die op de leuning van de stoel was gaan zit ten, keek hen boosaardig spinnend na. II In de opwinding van het ogenblik was de Professor vergeten te vragen hem naar het laboratorium terug te brengen. Zodra de deur gesloten was, merkte hij, dat hij tot de terugkomst van Cantrell een gevangene in de biblotheek was. Met een korte zucht om niet ontdekt te worden, gaf hij zich met vreugde over aan de gedachten van zijn spitsvondige wraak op Dulverton., Het was voor Dulverton wel eens goed een toontje lager te moeten zingen na al die keren, dat hij tegen hem was opgestaan. Het geluid van stemmen aan de andere kant van de deur onderbrak zijn gedroom. Het volgend ogenblik vloog de deur open en werd er iemand binnengelaten. Met een gevoel van ergernis herkende de Professor de zuster van Cantrell, mevrouw Lorrimer. Deze dame, die verscheidene jaren jonger was dan haar broer, was een van de grootste antipathieën van de Professor. Ze was groot en ze deed overdreven, en hij had haar altijd, zoveel hij kon, vermeden. Ongelukkig was dat nu onmogelijk en hij kroop in elkaar, in de hoop, dat zij hem niet zou zien. „O, net uitgegaan?” zei ze. „Dat is jammer. Ik had hem willen spreken, daarom kom ik zo vroeg. Maar, het geeft niet, ik heb niets te doen vanmorgen. Ik zal een half uurtje wachten en mijn krantje lezen, misschien komt hij intussen wel terug. Val de anderen niet lastig, als ze nog aan de ontbijttafel zitten, juffrouw Goatley. Ik maak het me wel gemakkelijk.” Juffrouw Goatley had geen plan iemand lastig te val len, want ze had de deur al dicht gedaan, maar niet tegenstaande dat, bleef mevrouw Lorrimer doorratelen; ze was nu eenmaal zo. Toen ze zich omdraaide, zag ze de Professor op de mooiste armstoel zitten. „Hallo, poesje,” vervolgde ze bijna in één adem. „Ik wist niet, dat ze hier een poes hadden. Poes! poes!” Ze kwam naar hem toe, zeker met het voornemen hem te liefkozen. De professor hield er niet van aangehaald te worden. Dat wist hij vast, maar de vraag was, hoe er aan te ontkomen. Hij stond op, toen de uitgestrekte hand zijn hoofd naderde. Plotseling drong een nieuwe manier van verdedigen tot de gekwelde geest van de Professor door of was het een instinct, toebehorend aan zijn aangenomen lichaam? Hij legde zijn oren plat naar ach teren en blies vervaarlijk. Het resultaat was, zoals hij gehoopt had. Mevrouw Lorrimer sprong verschrikt achteruit, haar hak bleef in een omgeslagen kleedje haken en zij viel met een smak neer. De Professor, even verlegen sprong van zijn stoel en zocht een schuilplaats onder de tafel. Hoewel mevrouw Lorrimer dikwijls overdreven deed, had ze toch een vurige aard. „Jou kleine booswicht,” mompelde ze wraakgierig. „Daar zal je voor boeten.” Zonder op te staan, kroop ze op handen en voeten naar de tafel en stak haar paraplu eronder. Haar aan blik, een gezicht, haar hoed op één oor en een groot stuk onbedekt been, leek de Professor erg komisch. Hij begon vol vreugde hard te spinnen. Een krachtige por in zijn ribben met de paraplu deed hem echter ophouden. Hij kwam vlug onder de tafel uit en kroop onder een stoel. Maar de woedende dame en haar paraplu vervolgden hem. Zij sloeg om zich heen en een zijdelingse slag raak te de Professor over zijn hele lichaam. Hij begon in wanhoop de kamer door te rennen, nu door en door geschrokken. Honderdtachtig pond been en spieren in een nijdig humeur zijn genoeg om een dodelijke schrik te veroorzaken aan iets, dat zelf maar een paar pond weegt. Twee keer was hij haar met goed gevolg voor bijgelopen, de derde keer deed ze een uitval, greep hem katten geef.” „Niet, Professor? Deze is werkelijk iets bijzonders. Maar om op Professor Ridgeley terug te komen, bekijkt u zijn theorieën nog steeds op dezelfde manier?” „Natuurlijk, daar is niets, dat me veranderen zal.” „We verzamelden anders een tamelijk aantal bewij zen.” „Bewijzen? Mallepraat! De hele zaak is te dwaas,Can trell. Ik hoop, dat je niet met dat tijdverspillen door gaat.” „Misschien was het toch niet verspilde tijd.” „Kom, kom, je bent al net als Ridgeley.” „Het gaat toch niet op. Je zult het zien.” „Dan ben je een stuk idioot!” De zin, staccato en bars, klonk of eigenlijk kraste door de kamer. Dulverton richtte zich half op. „Wat wat zei je, Cantrell?” „Ik sprak niet, Professor.” Wie deed het dan?” „De kat!” ”De de kat? Werkelijk Hij vestigde een ver schrikte blik op dat dier. „Ik zei,” verklaarde de kat vlak bij zijn elleboog, „dat je een stuk idioot bent, Dulverton.” Dit keer was Professor Dulverton niet tevreden met zich half op te richten. Hij sprong op, alsof hij op een speld was gaan zitten en liep zover mogelijk van de spre ker vandaan. Aan de andere kant van de kamer bleef hij staan en keek met uitpuilende ogen naar de kat. De krampachtige schokken in zijn keel bewezen Can trell, dat de kat zat te spinnen. „Kom, Dulverton,” zei hij, „ik wou je niet beledigen, hoor’ó kom, man, ken je me niet?” „Lieve hemel! Hij spreekt net als als Ridgeley! Is hij „Ja, hij is het!” hernam de kat kwaadaardig. „Die oude zot Ridgeley, hè? Toch niet zo’n zot, als jij dacht, Dulverton. Niet zo’n zot als jij, hè?” Zijn stem zwol op tot een gekrijs. „Ik zeg je, dat ik gelijk had! Kijk naar me! Luister naar me! Kan je het nu nog ontkennen?” Professor Dulverton ging met zijn hand langs zijn klam voorhoofd. „Drommels”, was alles wat hij uiten kon, maar dat zei hij verscheidene malen. „Ik wou het niet onder je neus wrijven,” ging de kat kalmer voort, „maar ik moest mijn ogenblik van vic torie hebben. Nou, nou, kijk maar niet zo verschrikt, man. Ga zitten! Geef hem wat te drinken, Cantrell!” Door het beetje whisky, dat Cantrell hem overhandig de, kwam hij weer bij en hij bood zijn onsamenhangen de gelukwensen aan. Toen hij opstond om weg te gaan, was hij nog zo van streek, dat Cantrell aanbood hem een eind te vergezellen. Dulverton nam het graag aan ”Viei bert K pleegoi preside hun m vondel ren ze geen 1 je daai penwe cratisc zijn oi zo ma: ”Zo lijk Ie’ sen ei worde In d se dei tieve i ”Zel als V bleem Wipperoen en Siempie waren net op tijd achter de struiken ge doken, want met grote stappen na derde Holder Bolder langs het pad Maar toen zijn oog op de grote knol viel, stond hij met een schok stil. ’’Asjemenou...” bromde hij ver wonderd, een knol in een boom!” Hij keek begerig of er soms nog meer knollen in de boom hingen. ”En het is geen kleintje ook...”, mompelde hij watertan dend. ”Van wie zou die knol we- <7 De Professor had een dag of twee nodig om op vier in plaats van twee benen te leren lopen; maar het ge deelte van de hersenen van de kat, dat de bewegingen van zijn lichaam in bedwang had, was geheel onaange tast gebleven. Zijn nieuwe zintuig, de reuk, verheugde hem buitengewoon; het was, alsof hij een andere we reld binnenging. In het begin was de botsing tussen zijn eigen normale instincten met die van de laatste bewo ner van zijn nieuw lichaam een beetje lastig en de kracht van de laatste kon men zien in de plotselinge hartstocht van de Professor voor melk en in het feit, dat, toen Cantrell op een morgen onverwacht het labora torium in kwam, hij de Professor op de tafel zijn gezicht met zijn poot tevreden zag zitten wassen. Hij legde met schaamte en onnodige nauwkeurigheid uit, dat hij zich zelf zo beter schoon kon houden dan met water en zeep. „Ik heb antwoord van Dulverton,” zei Cantrell tact vol van onderwerp veranderend. „Hij schrijft, dat hij di rect komt. Waar wilt u hem ontvangen?” „In de bibliotheek,” antwoordde de kat. „Denk er aan, jij houdt hem bezig, tot ik een goede gelegenheid krijg om mij in jullie gesprek te mengen. Ja, ik zal Pro fessor Dulverton verbaasd laten staan.” Aan de kramp achtige geluiden van zijn keel hoorde Cantrell, dat de kat spinde. „Ha, daar gaat de bel! Zullen we gaan?” En hij sprong gracieus van de tafel op de grond. „Zeg, Cantrell,” zei de kat, toen zij naast elkaar het laboratorium uitliepen, „ik ben blij met mijn pas ver kregen lenigheid, drie maanden geleden zou ik nooit van die tafel afgesprongen hebben.” Hij zette zijn rug op en wuifde een paar keer met zijn staart. „Weet je zeker, dat de kust vrij is?” vervolgde hij. „Ik heb op het ogenblik geen zin Marjorie of Georgina te spreken, voor al Georgina niet.” „U bent heel veilig, Professor, ze zitten nog te onbij- ten. Het is gelukkig, dat Dulverton zo matineus is.” Professor Dulverton wachtte in de bibliotheek. „Goe demorgen, Cantrell,” begon hij. „Is er iets belangrijks, waarover je me wilde spreken?” „Ja, heel belangrijk, Professor, maar niet dringend ge noeg om u zo te haasten, Hebt u al ontbeten?” „Ja, al een uur geleden. En hoe gaat het met je? Ik heb je niet meer gezien sinds de dood van die arme Rid geley. Arme kerel! Wat een verstand, Cantrell maar zonde, altijd verkeerd toegepast!” „U kunt van mij niet verwachten, dat ik dat met u eens ben,” zei Cantrell luchtig. De kat sprong op de armleuning van Dulvertons stoel en bekeek hem plechtig. Dulverton kriebelde hem een paar maal met zijn vinger achter zijn oor. „Ik wist niet, dat je zo op katten was,” merkte hij op. „Het lijkt een vriendelijk dier, hoewel ik niet veel om WADDINXVEEN - De week van de beslissingen nadert snel voor De Gouwe. Het eerste herenzevental be gint aan de promotie, heren 3 en de jongens moeten hun beslissingswed strijd spelen. Dus vijf belangrijke wedstrijden in één week. De data’s zijn: Maandag 5 aug. 7.45 uur: de Gouwe 3-R.Z.V. 2 H. in Alphen a.d. Rijn om het kampioens- schap van de Res. 4e kl. E. Dinsdag 6 aug. 7.00 uur: A.Z.C. 3-Swift 2 H: Beslis singswedstrijd Res. 4e kl. D. 7.30 uur: de Gouwe 1- „R” 1 h; pro motie wedstrijd, beide te Waddinx veen. Woensdag 7 aug. 7.30 uur: de Gouwe-Berkenwoude (jongens). Beslissingswedstrijd om het kampioenschap te Stolwijk (onder voorbehoud). Donderdag 8 aug. 7.30 uur: de Walvis 1-de Gouwe 1 H. Promotie wedstrijd te Groningen. Maandag 12 aug. 7.15 uur: A.Z.C. 1/A.Z. 70 1-de Gou we 1 H. Op Neutraal terrein (nog niet bekend). De Gouwe 1 dames en heren zullen vanavond om 7.30 uur een vriend schappelijke wedstrijd spelen tegen G.Z.C. 1. Verder neemt de Gouwe 1 D en Gouwe 4 H a.s. zaterdag 3 augustus deel aan een toernooi van Z.P.S. te Stolwijk. Supporters die de Gouwe willen vergezellen naar Groningen kunnen zich tot zaterdagmiddag 5.00 uur op geven in het zwembad bij de bad meester. Ook voor nadere inlichtin gen kunt u zich tot hem wenden. ”Ik mo dat ik er tussen d< ik me uit ik voor weer Ne< Een ui allermin: gen, die den jaar 11e selei lervice” en jaar sell in 1 taat Ve ”Ik k£ ran Am maar in leeft zc eigenlijl reen.” Prat nen, da afgeleg: het het: derwijs. vakken denis v; maar n heb hei keuzev: litieke i missen. Gesel en polii Tom C staan 1< Horizontaal: 1. pilaar; 6. getijde; 11. s.a.; 12. sirene; 14. ros; 16. idioot; 19. et; 20. ave; 22. ommekeer; 25. enge; 26. aan; 28. ara; 29. spurt; 31. ad; 32. ah; 33. rat; 35. sterk; 37. relaas; 40. nar; 41. a.e.; 42. ren; 43. anode; 44. art; 46. oe; 47. mop; 49. esprit; 52. knaap; 54. val; 56. t.t.; 57 na; 58 snaar; 60 age; 62 iel; 63. eppe; 64. temperen; 67. ent; 69. d.i.; 70. begaan; 72. sec.; 74. alinea; 77. l.t.; 78 stevig; 79. akolei. Verticaal: 1. pad; 2. loom; 4. aster; 5. r.i 6 getest; 7 en 8 tea.. 9 drente 10. e.o.; 11. sigaar; 13. ree; 15. sterke; 17. ion; 18. omaha; 21. vertrapt; 23. kar; 24. rp; 27 aderen; 30 usa.; 32 aanmanen; 34. aroma; 36. ratine; 38. Ie; 39. sap; 40. nee; 45. r.r.; 46. oksels; 48. opa; 50. stere; 51 talent; 53 aspect 54 vredig. 55 lap; 59 at; 61 gebak; 62. ina; 65. min; 66. egel; 68. t.a.v.; 71. all; 73 es; 75 li; 76 ea De boekenbonnen zijn na loting toe gekend aan de heer J van Leeuwen, Schuberthof 57 7,50) en Arie Min nee, Jan Dorrekenskade 37 (oost) 5,-), beiden te Waddinxveen. G 680507 bij de staart en hield hem stevig vast. De Professor had zich niet zo vernederd gevoeld sinds hij een kleine jon gen was en zelfs toen was hij nooit bij zijn staart vast gehouden. Zodra echter mevrouw Lorrimer hem met stevige hand een kastijding had toegediend, trad de reactie in. Het zien van de Professor, bevende, hijgende, te ver schrikt om te krabben of zelfs zich los te wringen, ver zachtte haar tijdelijk wreed hart. Haar boze bui ver dween en ze kreeg spijt van haar hardheid. Ze pakte de Professor op, wiegde hem op zijn rug in haar armen en I drukte hem tegen haar brede boezem. „Arme poes, tante vindt het naar, dat ze je geslagen heeft, hoor! Arme, kleine poezeke, wil je me vergeven?" En zij gaf een flinke, krachtige kus bovenop zijn hoofd. De Professor vond dit nog erger dan een klap van de paraplu en zijn nieuwe reukzin deed hem walgen van de geparfumeerde poeder, die nu ook op zijn gezicht kwan. Hij rolde met zijn ogen en voor hij zich in kon I houden, schreeuwde hij met zijn schrille, metaalachtige stem: „Om hemelswil, mevrouw, schei er nu over uit!” I Mevrouw Lorrimer gilde doordringend en liet de kat, I alsof hij roodgloeiend was, vallen. Daar hij nog niet ge wend was, zich in de lucht om te keren, viel hij op zijn rug, wat hem zeer ergerde. Toen hij zich genoeg hersteld had om rond te kunnen kijken, zag hij de dame met een gezicht, zo wit als krijt een hand tegen haar keel,staan bellen. Zij hield haar duim op het knopje tot de huis houdster verscheen en in haar ontroering vergat ze zelfs zich te bewegen. „Belde u, mevrouw?” vroeg juffrouw Goatley onno dig. i Mevrouw Lorrimer slikte twee of drie maal. „De kat!” hijgde ze. „De kat!” „Ja, mevrouw, wat is daarmee?” „Hij sprak tegen me.” Juffrouw Goatley keek haar met een niet erg sympa thieke blik aan. „Arme poes,” zei ze. „Kom maar bij me.” De Professor vond het dit keer beter te gehoorzamen I en kwam langzaam naar haar toe. Ze tilde hem op een hield hem in haar arm. „Wit u iets drinken, mevrouw?” vroeg ze snuivend, „een beetje cognac of zo?” „N-nee, dank u,” antwoordde ze verslagen. Me vrouw Lorrimer, die in een stoel was gezegen, zat te ril len, haar bange ogen op de Professor gevestigd. Juffrouw Goatley sloot de deur achter haar met een geluid, dat nog geen slag was. „Ik zou denken, dat ze beter wat kon drinken, of zou ze soms te veel op hebben,” mompelde ze verontwaar digd, toen ze met de Professor naar de keuken ging. „Zij ’met haar sprekende katten! Niet, dat ik het erg had gevonden, als je tegen haar gesproken had, hoor poesie,” zei ze, de Professor op de keukenvloer zetten. „Het wordt tijd, dat iemand het doet. Maar affijn! Ik zal je een lekker bakkie melk geven, hoor!” Zij vulde een schoteltje met melk en zette dit voor hem. De Professor had eigenlijk liever iets sterkers na de gemene behandeling gelust, maar hij likte de melk toch met dankbaarheid op. Terwijl hij dit deed, zag hij dat juffrouw Goatley van een stuk krant een rolletje maakte en hierom in het midden een touwtje bond. Hij vroeg zich af met welke van haar huishoudelijke plich ten ze nu bezig was. Juffrouw Coatley maakte het an dere eind van het touw aan de rug van een stoel vast, zodat het papier een centimeters boven de grond heen en weer bengelde. „Nou, kijk eens, poezekind,” zei ze met voldoening „Nou kan je lekker spelen!” WADDINXVEEN De heer P. Dijkshoorn te Waddinxveen slaagde voor het eerste deel van het kandi daatsexamen voor civiel-ingenieur aan de afd. Weg- en Waterbouwkun de van de Technische Hogeschool te Delft. DEN HAAG In de loop van au gustus zal op de postkantoren in de districten Rotterdam en ’s Gravenha- ge een begin worden gemaakt met de verkoop van postzegelboekjes met fosforescerende zegels. Zoals bekend van 20 cent, dan wel 2 zegels van 20 cent en 5 van 12 cent. Een en ander hangt samen met proefnemingen met een z.g. opzet- stempelmachine in het Rotterdamse districtspostkantoor, in verband waarmee reeds sedert februari van dit jaar op de bovenbedoelde kanto ren fosforescerende postzegels en briefkaarten worden verkocht. Ten gerieve van postzegelverzame laars buiten de genoemde districten zullen de boekjes met fosforescren- de zegels tevens verkrijgbaar zijn aan de speciale filatelistenloketten. -Pf1-w v. d. WK.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Weekblad voor Waddinxveen | 1968 | | pagina 2