nu
e
De Professor op
kattepoten
Bï
officieel orgaan KNVB
grote winst van de duidelijkheid ge
boekt.
■F
I
J>Jeerlaiids Voetbal”
Geslaagd
WIPPEROEN EN DE
DUINENDIEF
kl
FRA-VA-KO’s
Oplossing puzzel
van 18 juli
Kruiswoordraadsel
Fosforescerende
postzegels
Imp" telt
01
va
Gee
Br
Bu
m<
Trots onze lage prijzen
10% extra korting
De Gouwe voor
hete vuren
Pagina 2
7
'7
*7
*7
go
«7
3J
73
door A. B. Cox
Eikenlaan - leplaan
tel. 2401 bgg. 2184
warenhuizen
68. de onbekende
mpby 63 *7 BB 4
WEEKBLAD VOOR WADDINXVEEN HOLLANDS HART donderdag 1 augustus 1968
EKBLAD
2
3
6
<7
<f>
/o
/2
73
/S
'g
Xo
2!
Zy
ZS
>6
]3ö
3/
32
36
k*?
3g
\yï
v
g
y6
ys-
yö
fj
30
32
36
33
\3V
S3
36
6o
6/
Pt.
Ao
HORIZONTAAL
VERTICAAL
<1
van
worden twee boekenbonnen ter waarde van resp. 7.50 en 5.verloot.
Oplossingen worden ingewacht tot en met vrijdag 16 aug. bij de puzzelred.
I
wordt vervolgd
op al onze Speelgoederen,
Luxe- en Huish. artikelen
47.
49.
51.
52.
54.
57.
WA
nemii
gen 1
diens
w\jk
wyl i
gekoi
meen
inspt
Hii
aan
wont
ze b
zulle
Aan
eerst
de v
gaar
treft
vaar
Van
de G
Z1
zich
ke I
Haa
een
fiets
pers
De
Vla:
hen
lanc
ver
best
arts
waj
te r
D
gen
bot:
ner
E
hee
uit
Cit<
Val
en
leei
WADDI
tegenover
over een
waar: Tor
Waddinxl
uit 23 vei
rijke ondt
moed, vei
naleerde
zen? Wat gek eigenlijk... ik heb al
tijd gedacht dat knollen onder de
grond groeiden... hm... ’t is zo wèl
gemakkelijk... een knollenboom.
Nou holder, jongen, je boft weer.
Eet smakelijk!” Eri meteen greep
hij met beide handen naar de knol
Daar hadden Wipperoen en Siem-
pie natuurlijk op gewacht, maar
ze waren nét iets te laat met hij
sen en daardoor had Holder Bol
der nét op het nippertje de knol te
pakken!
”Hm... hij zit goed vast”, grom
de Holder Bolder, wie het water in
de mond liep en die geen erg in het
touw had. Toen gaf hij een flinke
ruk aan de knol en toen... toen
gebeurde er zoals gewoonlijk weer
iets verschrikkelijks, want met een
zwaai werd Siempie luid piepend
uit zijn schuilplaats gehesen.
En Wipperoen hield zich zo klein
mogelijk, hij had gelukkig op tijd
het touw losgelaten en verroerde
geen vin...
1. los neerhangend
4. jongensnaam
8. voedsel
11. meisjesnaam
12. behoeftige
14. geneesheer
16. zangnoot
17. bolgewas
18. bijwoord
19. onmeetbaar getal
21. telwoord
23. gast
25. vreemde munt
26. einde
28. lyrisch gedicht
30. reinigingsmiddel
32. vaartuig
33. vogel
35. soort poeder
37. onder het nodige
voorbehoud
(lat. afk.)
38. opstootje
40. boom
42. inhoudsmaat
43. vruchtennat
44. leeftijd (Fr.)
45 bestaat
bevel
boom
maanstand (afk.)
meisjesnaam
jongensnaam
verlichtings
artikel
1. bevel
2. soort onderwijs
(afk.)
3. familielid
4. vriendin (Fr.)
5. lidwoord
6. zangnoot
7. roofdiertje
8. soort vaartuig
(afk.)
9. lekkernij
10. opschik
13. vensterglas
15. borduursel
20. zijrivier
Donau
—■III l—IIM—lllll
Oranjelaan 30a, Waddinxveen. Onder de inzenders van de juiste oplossing
21. voorzetsel
22. bedorven
23. aanzien
24. steenmassa
25. bouwmateriaal
27. laatste nieuws
(afk.)
29. boom
31. kinder groet
32. deel v. e. boom
33. deel v, h. hoofd
34. kleurling
36. voetbekleding
39. Europeaan
41. steensoort
46. muziekterm
47. bridgeterm
48. godin
50. mep
51. het zij zo
53. water in Friesland
55. pl. in Gelderland
56. nauw
58. de somma
60. boterton
62. gekookt
63. slank
65. schoorsteenvuil
67. oevergewas
69. onvriendelijk
73. meisjesnaam
74. te zijner plaatse
(Lat. afk.)
75. dierengeluid
76. meisjesnaam
77. reeds
78. voegwoord
Maar de winst is groter: ’’Neerlands
Voetbal” is gewoon een fijn blad. Van
formaat (quarto), van opmaak (veel
goed fotowerk) en van zeer gevarieer
de, uitstekend leesbare inhoud. Na
tuurlijk komt het blad ook niet uit on
der de ’’officiële mededelingen”, die
voor de niet-belanghebbende even
vervelend als voor de belanghebben
de onmisbaar zijn.
Daar stelt hoofdredacteur Evert
Grifhorst met zijn medewerkers
echter zoveel tegenover, dat ’’Neer
lands Voetbal” een blad is geworden,
dat de voetballiefhebber graag ter
hand neemt. Hetgeen van zijn voor
ganger bepaald niet kon worden ge
zegd.
DEN HAAG Het is misschien
niet aardig om aan een rouwkrans
een feestlint vast te binden. Toch doe
ik dit met plezier by het verscheiden
van het blad ”De Sportkroniek” waar
in sinds jaar en dag het ’’officieel or
gaan van de Koninklijke Nederland
se Voetbalbond” was opgenomen. Te
meer, daar uit de as van deze te laat
verbrande Phoenix een nieuw blad is
herrezen: ’’Neerlands Voetbal”, dat
tevens officieel orgaan van de KNVB
is geworden.
”De Sportkroniek” heeft hét 66 jaar
uitgehouden. Een formidabele tijd, dat
moet gezegd. Maar dat was het blad
wel aan te zien:ouderwets in opmaak,
onhandig van formaat, slaapverwek
kend van sfeer. En bovendien van
een moeilijk verteerbare tweeslach
tigheid.
Dat was niet geheel de schuld van
de redactie. Immers, ”De Sportkro
niek” was geen officieel orgaan van
de KNVB, maar moest wel min of
meer de pretentie hebben dat te zijn,
alleen om het feit, dat het de officiel
vervelend, maar onmisbare ballast
met zich mee moest dragen. Zo werd
het een ’’onafhankelijk” blad, dat toch
moest dienen als megafoon voor de
stem van de zwaar trekkende aan
hangwagen KNVB.
De bond heeft nu vorige maand de
knoop doorgehakt en in het nieuwe
’’Neerlands Voetbal” (net als De
Sportkroniek uitgave van Moormans
Periodieke Pers in Den Haag) zijn of
ficieel orgaan gekozen. Hiermee is de
59. buitenstaander
61. schrijfbehoefte
62. wederhelft
63. rondhout
64. bericht
66. mop
70. ambtshalve
(lat. afk.)
71. dierengeluid
72. deel v. d. bijbel
(afk.)
74. snavel
76. tijdperk
78. bijwoord
79. fris
80. huidskleur
81. deel v. h. oog
en de kat, die op de leuning van de stoel was gaan zit
ten, keek hen boosaardig spinnend na.
II
In de opwinding van het ogenblik was de Professor
vergeten te vragen hem naar het laboratorium terug te
brengen. Zodra de deur gesloten was, merkte hij, dat
hij tot de terugkomst van Cantrell een gevangene in de
biblotheek was. Met een korte zucht om niet
ontdekt te worden, gaf hij zich met vreugde over aan
de gedachten van zijn spitsvondige wraak op Dulverton.,
Het was voor Dulverton wel eens goed een toontje lager
te moeten zingen na al die keren, dat hij tegen hem was
opgestaan.
Het geluid van stemmen aan de andere kant van de
deur onderbrak zijn gedroom. Het volgend ogenblik
vloog de deur open en werd er iemand binnengelaten.
Met een gevoel van ergernis herkende de Professor de
zuster van Cantrell, mevrouw Lorrimer.
Deze dame, die verscheidene jaren jonger was dan
haar broer, was een van de grootste antipathieën van de
Professor. Ze was groot en ze deed overdreven, en hij
had haar altijd, zoveel hij kon, vermeden. Ongelukkig
was dat nu onmogelijk en hij kroop in elkaar, in de
hoop, dat zij hem niet zou zien.
„O, net uitgegaan?” zei ze. „Dat is jammer. Ik had
hem willen spreken, daarom kom ik zo vroeg. Maar, het
geeft niet, ik heb niets te doen vanmorgen. Ik zal een
half uurtje wachten en mijn krantje lezen, misschien
komt hij intussen wel terug. Val de anderen niet lastig,
als ze nog aan de ontbijttafel zitten, juffrouw Goatley.
Ik maak het me wel gemakkelijk.”
Juffrouw Goatley had geen plan iemand lastig te val
len, want ze had de deur al dicht gedaan, maar niet
tegenstaande dat, bleef mevrouw Lorrimer doorratelen;
ze was nu eenmaal zo.
Toen ze zich omdraaide, zag ze de Professor op de
mooiste armstoel zitten.
„Hallo, poesje,” vervolgde ze bijna in één adem. „Ik
wist niet, dat ze hier een poes hadden. Poes! poes!” Ze
kwam naar hem toe, zeker met het voornemen hem te
liefkozen. De professor hield er niet van aangehaald te
worden. Dat wist hij vast, maar de vraag was, hoe er
aan te ontkomen. Hij stond op, toen de uitgestrekte hand
zijn hoofd naderde. Plotseling drong een nieuwe manier
van verdedigen tot de gekwelde geest van de Professor
door of was het een instinct, toebehorend aan zijn
aangenomen lichaam? Hij legde zijn oren plat naar ach
teren en blies vervaarlijk.
Het resultaat was, zoals hij gehoopt had. Mevrouw
Lorrimer sprong verschrikt achteruit, haar hak bleef
in een omgeslagen kleedje haken en zij viel met een
smak neer. De Professor, even verlegen sprong van zijn
stoel en zocht een schuilplaats onder de tafel.
Hoewel mevrouw Lorrimer dikwijls overdreven deed,
had ze toch een vurige aard.
„Jou kleine booswicht,” mompelde ze wraakgierig.
„Daar zal je voor boeten.”
Zonder op te staan, kroop ze op handen en voeten
naar de tafel en stak haar paraplu eronder. Haar aan
blik, een gezicht, haar hoed op één oor en een groot stuk
onbedekt been, leek de Professor erg komisch. Hij begon
vol vreugde hard te spinnen. Een krachtige por in zijn
ribben met de paraplu deed hem echter ophouden. Hij
kwam vlug onder de tafel uit en kroop onder een stoel.
Maar de woedende dame en haar paraplu vervolgden
hem. Zij sloeg om zich heen en een zijdelingse slag raak
te de Professor over zijn hele lichaam. Hij begon in
wanhoop de kamer door te rennen, nu door en door
geschrokken. Honderdtachtig pond been en spieren in
een nijdig humeur zijn genoeg om een dodelijke schrik
te veroorzaken aan iets, dat zelf maar een paar pond
weegt. Twee keer was hij haar met goed gevolg voor
bijgelopen, de derde keer deed ze een uitval, greep hem
katten geef.”
„Niet, Professor? Deze is werkelijk iets bijzonders.
Maar om op Professor Ridgeley terug te komen, bekijkt
u zijn theorieën nog steeds op dezelfde manier?”
„Natuurlijk, daar is niets, dat me veranderen zal.”
„We verzamelden anders een tamelijk aantal bewij
zen.”
„Bewijzen? Mallepraat! De hele zaak is te dwaas,Can
trell. Ik hoop, dat je niet met dat tijdverspillen door
gaat.”
„Misschien was het toch niet verspilde tijd.”
„Kom, kom, je bent al net als Ridgeley.”
„Het gaat toch niet op. Je zult het zien.”
„Dan ben je een stuk idioot!” De zin, staccato en bars,
klonk of eigenlijk kraste door de kamer.
Dulverton richtte zich half op. „Wat wat zei je,
Cantrell?”
„Ik sprak niet, Professor.”
Wie deed het dan?”
„De kat!”
”De de kat? Werkelijk Hij vestigde een ver
schrikte blik op dat dier.
„Ik zei,” verklaarde de kat vlak bij zijn elleboog, „dat
je een stuk idioot bent, Dulverton.”
Dit keer was Professor Dulverton niet tevreden met
zich half op te richten. Hij sprong op, alsof hij op een
speld was gaan zitten en liep zover mogelijk van de spre
ker vandaan. Aan de andere kant van de kamer bleef
hij staan en keek met uitpuilende ogen naar de kat.
De krampachtige schokken in zijn keel bewezen Can
trell, dat de kat zat te spinnen.
„Kom, Dulverton,” zei hij, „ik wou je niet beledigen,
hoor’ó kom, man, ken je me niet?”
„Lieve hemel! Hij spreekt net als als Ridgeley! Is
hij
„Ja, hij is het!” hernam de kat kwaadaardig. „Die
oude zot Ridgeley, hè? Toch niet zo’n zot, als jij dacht,
Dulverton. Niet zo’n zot als jij, hè?” Zijn stem zwol op
tot een gekrijs. „Ik zeg je, dat ik gelijk had! Kijk naar
me! Luister naar me! Kan je het nu nog ontkennen?”
Professor Dulverton ging met zijn hand langs zijn
klam voorhoofd. „Drommels”, was alles wat hij uiten
kon, maar dat zei hij verscheidene malen.
„Ik wou het niet onder je neus wrijven,” ging de kat
kalmer voort, „maar ik moest mijn ogenblik van vic
torie hebben. Nou, nou, kijk maar niet zo verschrikt,
man. Ga zitten! Geef hem wat te drinken, Cantrell!”
Door het beetje whisky, dat Cantrell hem overhandig
de, kwam hij weer bij en hij bood zijn onsamenhangen
de gelukwensen aan. Toen hij opstond om weg te gaan,
was hij nog zo van streek, dat Cantrell aanbood hem
een eind te vergezellen. Dulverton nam het graag aan
”Viei
bert K
pleegoi
preside
hun m
vondel
ren ze
geen 1
je daai
penwe
cratisc
zijn oi
zo ma:
”Zo
lijk Ie’
sen ei
worde
In d
se dei
tieve i
”Zel
als V
bleem
Wipperoen en Siempie waren
net op tijd achter de struiken ge
doken, want met grote stappen na
derde Holder Bolder langs het pad
Maar toen zijn oog op de grote
knol viel, stond hij met een schok
stil.
’’Asjemenou...” bromde hij ver
wonderd, een knol in een
boom!” Hij keek begerig of er
soms nog meer knollen in de boom
hingen. ”En het is geen kleintje
ook...”, mompelde hij watertan
dend. ”Van wie zou die knol we-
<7
De Professor had een dag of twee nodig om op vier
in plaats van twee benen te leren lopen; maar het ge
deelte van de hersenen van de kat, dat de bewegingen
van zijn lichaam in bedwang had, was geheel onaange
tast gebleven. Zijn nieuwe zintuig, de reuk, verheugde
hem buitengewoon; het was, alsof hij een andere we
reld binnenging. In het begin was de botsing tussen zijn
eigen normale instincten met die van de laatste bewo
ner van zijn nieuw lichaam een beetje lastig en de
kracht van de laatste kon men zien in de plotselinge
hartstocht van de Professor voor melk en in het feit,
dat, toen Cantrell op een morgen onverwacht het labora
torium in kwam, hij de Professor op de tafel zijn gezicht
met zijn poot tevreden zag zitten wassen. Hij legde met
schaamte en onnodige nauwkeurigheid uit, dat hij zich
zelf zo beter schoon kon houden dan met water en zeep.
„Ik heb antwoord van Dulverton,” zei Cantrell tact
vol van onderwerp veranderend. „Hij schrijft, dat hij di
rect komt. Waar wilt u hem ontvangen?”
„In de bibliotheek,” antwoordde de kat. „Denk er
aan, jij houdt hem bezig, tot ik een goede gelegenheid
krijg om mij in jullie gesprek te mengen. Ja, ik zal Pro
fessor Dulverton verbaasd laten staan.” Aan de kramp
achtige geluiden van zijn keel hoorde Cantrell, dat de
kat spinde. „Ha, daar gaat de bel! Zullen we gaan?”
En hij sprong gracieus van de tafel op de grond.
„Zeg, Cantrell,” zei de kat, toen zij naast elkaar het
laboratorium uitliepen, „ik ben blij met mijn pas ver
kregen lenigheid, drie maanden geleden zou ik nooit
van die tafel afgesprongen hebben.” Hij zette zijn rug
op en wuifde een paar keer met zijn staart. „Weet je
zeker, dat de kust vrij is?” vervolgde hij. „Ik heb op het
ogenblik geen zin Marjorie of Georgina te spreken, voor
al Georgina niet.”
„U bent heel veilig, Professor, ze zitten nog te onbij-
ten. Het is gelukkig, dat Dulverton zo matineus is.”
Professor Dulverton wachtte in de bibliotheek. „Goe
demorgen, Cantrell,” begon hij. „Is er iets belangrijks,
waarover je me wilde spreken?”
„Ja, heel belangrijk, Professor, maar niet dringend ge
noeg om u zo te haasten, Hebt u al ontbeten?”
„Ja, al een uur geleden. En hoe gaat het met je? Ik
heb je niet meer gezien sinds de dood van die arme Rid
geley. Arme kerel! Wat een verstand, Cantrell maar
zonde, altijd verkeerd toegepast!”
„U kunt van mij niet verwachten, dat ik dat met u
eens ben,” zei Cantrell luchtig.
De kat sprong op de armleuning van Dulvertons stoel
en bekeek hem plechtig. Dulverton kriebelde hem een
paar maal met zijn vinger achter zijn oor.
„Ik wist niet, dat je zo op katten was,” merkte hij op.
„Het lijkt een vriendelijk dier, hoewel ik niet veel om
WADDINXVEEN - De week van
de beslissingen nadert snel voor De
Gouwe. Het eerste herenzevental be
gint aan de promotie, heren 3 en de
jongens moeten hun beslissingswed
strijd spelen. Dus vijf belangrijke
wedstrijden in één week.
De data’s zijn: Maandag 5 aug.
7.45 uur: de Gouwe 3-R.Z.V. 2 H. in
Alphen a.d. Rijn om het kampioens-
schap van de Res. 4e kl. E.
Dinsdag 6 aug.
7.00 uur: A.Z.C. 3-Swift 2 H: Beslis
singswedstrijd Res. 4e kl. D.
7.30 uur: de Gouwe 1- „R” 1 h; pro
motie wedstrijd, beide te Waddinx
veen.
Woensdag 7 aug.
7.30 uur: de Gouwe-Berkenwoude
(jongens). Beslissingswedstrijd om het
kampioenschap te Stolwijk (onder
voorbehoud).
Donderdag 8 aug.
7.30 uur: de Walvis 1-de Gouwe 1 H.
Promotie wedstrijd te Groningen.
Maandag 12 aug.
7.15 uur: A.Z.C. 1/A.Z. 70 1-de Gou
we 1 H. Op Neutraal terrein (nog niet
bekend).
De Gouwe 1 dames en heren zullen
vanavond om 7.30 uur een vriend
schappelijke wedstrijd spelen tegen
G.Z.C. 1.
Verder neemt de Gouwe 1 D en
Gouwe 4 H a.s. zaterdag 3 augustus
deel aan een toernooi van Z.P.S. te
Stolwijk.
Supporters die de Gouwe willen
vergezellen naar Groningen kunnen
zich tot zaterdagmiddag 5.00 uur op
geven in het zwembad bij de bad
meester. Ook voor nadere inlichtin
gen kunt u zich tot hem wenden.
”Ik mo
dat ik er
tussen d<
ik me uit
ik voor
weer Ne<
Een ui
allermin:
gen, die
den jaar
11e selei
lervice”
en jaar
sell in 1
taat Ve
”Ik k£
ran Am
maar in
leeft zc
eigenlijl
reen.”
Prat
nen, da
afgeleg:
het het:
derwijs.
vakken
denis v;
maar n
heb hei
keuzev:
litieke i
missen.
Gesel
en polii
Tom C
staan 1<
Horizontaal: 1. pilaar; 6. getijde; 11.
s.a.; 12. sirene; 14. ros; 16. idioot; 19.
et; 20. ave; 22. ommekeer; 25. enge;
26. aan; 28. ara; 29. spurt; 31. ad; 32.
ah; 33. rat; 35. sterk; 37. relaas; 40.
nar; 41. a.e.; 42. ren; 43. anode; 44. art;
46. oe; 47. mop; 49. esprit; 52. knaap;
54. val; 56. t.t.; 57 na; 58 snaar; 60
age; 62 iel; 63. eppe; 64. temperen; 67.
ent; 69. d.i.; 70. begaan; 72. sec.; 74.
alinea; 77. l.t.; 78 stevig; 79. akolei.
Verticaal: 1. pad; 2. loom; 4. aster; 5.
r.i 6 getest; 7 en 8 tea.. 9 drente
10. e.o.; 11. sigaar; 13. ree; 15. sterke;
17. ion; 18. omaha; 21. vertrapt; 23.
kar; 24. rp; 27 aderen; 30 usa.; 32
aanmanen; 34. aroma; 36. ratine; 38.
Ie; 39. sap; 40. nee; 45. r.r.; 46. oksels;
48. opa; 50. stere; 51 talent; 53 aspect
54 vredig. 55 lap; 59 at; 61 gebak;
62. ina; 65. min; 66. egel; 68. t.a.v.; 71.
all; 73 es; 75 li; 76 ea
De boekenbonnen zijn na loting toe
gekend aan de heer J van Leeuwen,
Schuberthof 57 7,50) en Arie Min
nee, Jan Dorrekenskade 37 (oost)
5,-), beiden te Waddinxveen.
G 680507
bij de staart en hield hem stevig vast. De Professor had
zich niet zo vernederd gevoeld sinds hij een kleine jon
gen was en zelfs toen was hij nooit bij zijn staart vast
gehouden.
Zodra echter mevrouw Lorrimer hem met stevige
hand een kastijding had toegediend, trad de reactie in.
Het zien van de Professor, bevende, hijgende, te ver
schrikt om te krabben of zelfs zich los te wringen, ver
zachtte haar tijdelijk wreed hart. Haar boze bui ver
dween en ze kreeg spijt van haar hardheid. Ze pakte de
Professor op, wiegde hem op zijn rug in haar armen en I
drukte hem tegen haar brede boezem.
„Arme poes, tante vindt het naar, dat ze je geslagen
heeft, hoor! Arme, kleine poezeke, wil je me vergeven?"
En zij gaf een flinke, krachtige kus bovenop zijn hoofd.
De Professor vond dit nog erger dan een klap van de
paraplu en zijn nieuwe reukzin deed hem walgen van
de geparfumeerde poeder, die nu ook op zijn gezicht
kwan. Hij rolde met zijn ogen en voor hij zich in kon I
houden, schreeuwde hij met zijn schrille, metaalachtige
stem: „Om hemelswil, mevrouw, schei er nu over uit!” I
Mevrouw Lorrimer gilde doordringend en liet de kat, I
alsof hij roodgloeiend was, vallen. Daar hij nog niet ge
wend was, zich in de lucht om te keren, viel hij op zijn
rug, wat hem zeer ergerde. Toen hij zich genoeg hersteld
had om rond te kunnen kijken, zag hij de dame met een
gezicht, zo wit als krijt een hand tegen haar keel,staan
bellen. Zij hield haar duim op het knopje tot de huis
houdster verscheen en in haar ontroering vergat ze
zelfs zich te bewegen.
„Belde u, mevrouw?” vroeg juffrouw Goatley onno
dig. i
Mevrouw Lorrimer slikte twee of drie maal. „De kat!”
hijgde ze. „De kat!”
„Ja, mevrouw, wat is daarmee?”
„Hij sprak tegen me.”
Juffrouw Goatley keek haar met een niet erg sympa
thieke blik aan. „Arme poes,” zei ze. „Kom maar bij me.”
De Professor vond het dit keer beter te gehoorzamen I
en kwam langzaam naar haar toe. Ze tilde hem op een
hield hem in haar arm.
„Wit u iets drinken, mevrouw?” vroeg ze snuivend,
„een beetje cognac of zo?”
„N-nee, dank u,” antwoordde ze verslagen. Me
vrouw Lorrimer, die in een stoel was gezegen, zat te ril
len, haar bange ogen op de Professor gevestigd.
Juffrouw Goatley sloot de deur achter haar met een
geluid, dat nog geen slag was.
„Ik zou denken, dat ze beter wat kon drinken, of zou
ze soms te veel op hebben,” mompelde ze verontwaar
digd, toen ze met de Professor naar de keuken ging.
„Zij ’met haar sprekende katten! Niet, dat ik het erg
had gevonden, als je tegen haar gesproken had, hoor
poesie,” zei ze, de Professor op de keukenvloer zetten.
„Het wordt tijd, dat iemand het doet. Maar affijn! Ik
zal je een lekker bakkie melk geven, hoor!”
Zij vulde een schoteltje met melk en zette dit voor
hem. De Professor had eigenlijk liever iets sterkers na
de gemene behandeling gelust, maar hij likte de melk
toch met dankbaarheid op. Terwijl hij dit deed, zag hij
dat juffrouw Goatley van een stuk krant een rolletje
maakte en hierom in het midden een touwtje bond. Hij
vroeg zich af met welke van haar huishoudelijke plich
ten ze nu bezig was. Juffrouw Coatley maakte het an
dere eind van het touw aan de rug van een stoel vast,
zodat het papier een centimeters boven de grond heen
en weer bengelde.
„Nou, kijk eens, poezekind,” zei ze met voldoening
„Nou kan je lekker spelen!”
WADDINXVEEN De heer P.
Dijkshoorn te Waddinxveen slaagde
voor het eerste deel van het kandi
daatsexamen voor civiel-ingenieur
aan de afd. Weg- en Waterbouwkun
de van de Technische Hogeschool te
Delft.
DEN HAAG In de loop van au
gustus zal op de postkantoren in de
districten Rotterdam en ’s Gravenha-
ge een begin worden gemaakt met de
verkoop van postzegelboekjes met
fosforescerende zegels. Zoals bekend
van 20 cent, dan wel 2 zegels van 20
cent en 5 van 12 cent.
Een en ander hangt samen met
proefnemingen met een z.g. opzet-
stempelmachine in het Rotterdamse
districtspostkantoor, in verband
waarmee reeds sedert februari van
dit jaar op de bovenbedoelde kanto
ren fosforescerende postzegels en
briefkaarten worden verkocht.
Ten gerieve van postzegelverzame
laars buiten de genoemde districten
zullen de boekjes met fosforescren-
de zegels tevens verkrijgbaar zijn aan
de speciale filatelistenloketten.
-Pf1-w
v. d.
WK.