De Borobudur: het achtste wereldwonder
Onmisbare ingrediënten
voor zomervakantie’
Ik ben helemaal genezen van mijn rondvaartbotenvrees’
Toeristen
Open
tuinen
Geboortegolf
5
1
het wouwaapje en de otter.
Stuurman Trouwborst wijst
ons op een huis, dat rechts
tussen de bomen staat. Het
dak is volledig met vegetatie
begroeid, waardoor het huis
als het ware gecamoufleerd
lijkt. Dit ecologische huis is
volledig uit natuurlijke materia
len opgebouwd. „Nu vraagt u
zich natuurlijk af, gaan ze een
keer per week met een gras
maaier het dak op”, zegt
Trouwhorst. Maar hij verklaart
dat de vegetatie elkaar afwis
selt volgens natuurlijke proces
sen. Het ene gewas komt pas
op-als het andere is afgestor
ven. Trouwborst wijst ons op
leuke plekjes en noemt wat
wetenswaardigheden, maar
praat gelukkig niet aan een
stuk door de microfoon. „Nee,
wie zit daar nou op te wach
ten”, zegt hij. „Je komt hier
ook voor de rust, en de na
tuur. Dan is het niet leuk als
iemand daar voortdurend
doorheen leutert.” Ook zorgt
de rederij ervoor dat de be
zoekers geen last krijgen van
het vier-talen syndroom.
„Voor de buitenlandse toeris
ten heb ik het hele verhaal op
een Engelstalige flyer staan.
Dat is voor hen waarschijnlijk
ook een stuk duidelijker.”
Omdat Gouda vooral een stad
met dagtoerisme is, komen er
over het algemeen weinig toe
risten voor de rondvaart. De
meeste tochtjesmakers zijn
mensen uit de omgeving, die
hun woonomgeving eens op
een andere manier willen be
kijken. Mevrouw Van Keulen
en haar vriend komen ook uit
de buurt. „We waren al jaren
van plan om eens een tochtje
te maken, en we vonden dit
samen met onze kleinkinderen
een leuk uitstapje.” De kinde
ren hoeven zich niet te verve
len, want Truus komt even
door een Engelse kolonel her
ontdekt.
Door Ellis Emeis
Voor de wereldreiziger die
een rondreis door Indonesië
maakt, is een bezoek aan de
Borobudur een absolute
‘must’. Tussen het frisse
groen van rijstvelden en tro
pisch regenwoud is het bouw
werk nabij de stad Yogjakarta
op het eiland Java onmisken
baar één van de indrukwek
kendste scheppingen van de
mens. Dat de Borobudur offi
cieel niet tot de zeven we
reldwonderen behoort, mag
dan misschien zo zijn. Wij
bombardeerden het tot acht
ste wereld wonder.
Door de verzengende hitte in
de binnenlanden van Java
vraagt het op zijn zachtst ge
zegd wat doorzettingsvermo
gen om de top te bereiken.
Maar die helse tocht ben je
direct vergeten zodra je het
doel bereikt hebt. Het voelt
als: ‘Sitting on the top of the
world.’ Daar moest ik althans
aan denken, toen ik daar ook
daadwerkelijk zat.
Omdat ik en mijn reisgenote
zo slim waren geweest om de
Borobudur vrij vroeg te be
zoeken, hadden we weinig
hinder van de vele toeristen
die er normaalgesproken zijn.
Dat maakt dat je er meer van
kunt genieten. Natuurlijk de
den ook wij een hartewens,
zoals dat gebruikelijk is op het
bovenste terras waar boed
dhabeelden in de kleinere
stupa’s verscholen zitten. Het
brengt immers geluk als je in
de opening reikt en Boed
dha’s handen aanraakt.
Maar toch is het bovenal de
kolossaliteit van het monu
ment dat maakt dat je als
menselijk wezen niet kunt be
vatten. Zeker niet als je de
geschiedenis van de Borobu
dur op je laat inwerken. Want
het bouwwerk geldt als
grootste stupa (beivormige
boeddhistische begraafplaats)
ter wereld.
Gebouwd met meer dan
56.000 kubieke meter steen,
lieten de toen regerende vor
sten het bouwwerk tussen
778 en 850 na Christus bou
wen. Tot op de dag van van
daag weet niemand echt hoe
de Borobudur werd ge
bouwd. En dat allemaal in een
tijd waarin, zo gelooft men,
de moderne ingenieurstech-
nieken nog ontwikkeld moes
ten worden. Geen natie of
groep mensen zou het tegen
woordig kunnen bouwen.
Toch zijn duizenden arbei
ders, slaven, houtsnijders en
opzichters destijds bezig ge
weest met het rollen van
houtblokken en steen. Met
touwen, hefbomen, hamers,
mokers en beitels, alleen met
hun handen en armen. Vol
gens onze reisgids was de be
volking van het platteland van
Midden-Java na de voltooiing
van de Borobudur destijds
drastisch verminderd. De
bouw heeft vijf generaties uit
geput. Ook omdat door de
inzet van bijvoorbeeld boeren
talrijke hongersnoden werden
geleden. Bijzonder is ook dat
de Borobudur zo’n duizend
jaar ‘weg’ is geweest als ge-
vragen of ze het roer willen
overnemen.
’s Ochtends heeft Trouwborst
zo’n vijftien mensen aan boord,
's middags rond de zestig. Ge
lukkig zijn we nu met onze 25
man niet te zwaar beladen,
want ik hoor de schroef moei
zaam door de modder ploete
ren. „Dit is een erg ondiep
stukje”, licht de stuurman toe.
Bezorgd kijk ik over de railing.
Liep de commissaris van de
Koningin, Leemhuis-Stout, hier
niet enige weken geleden vast?
We komen zonder kleerscheu
ren uit de modder, en tuffen
een klein meertje op. Langs de
oever staan een aantal aardige
’optrekjes.’ Mijn medevaarders
en ik proberen de prijs van de
villa’s te raden. Plotseling strij
ken er tientallen zwarte vlieg
jes op onze hoofden, petten,
kopjes koffie en tassen neer.
„Toch niet echt lollig om hier
te wonen”, stellen we verge-
Wanneer je op het bovenste terras van de Borobudur
door de opening van de stupa’s de Boeddha-beelden
aanraakt, brengt dat volgens het Boueddhistische ge
loof, geluk.
noegd vast. Verbaasd consta
teer ik dat we al ruim twee
uur aan het varen zijn, en dat
ik mij nog helemaal niet ver
veel. „Dat klopt”, zegt Truus.
„Veel mensen horen dat het
drie uur duurt, en zitten daar
erg tegen aan te hikken. Als
we dan op de terugweg zijn,
hoor je ze zeggen: is het nu al
voorbij?” Daar heeft Truus ge
lijk in, want voor ik het weet,
liggen we weer in het sluisje.
Omdat we nu weer omhoog
gaan, stromen er vele liters
water de sluis in als de deuren
worden geopend. Het is een
imposant gezicht. ’Bukken’
klinkt het achter mij bekend in
de oren. Zonder zeebenen
stap ik weer aan wal. Trouw
borst en Truus zeggen ieder
een lachend gedag. Ik ben ge
nezen van mijn rondvaartbo
tenvrees. Of zie ik daar soms
een groep Japanners aanko
men?
REGIO - Wie het leuk vindt om
in verschillende tuinen rond te
kijken en ideeën op te doen,
doet er goed aan zaterdag 14
augustus in de agenda vrij te
houden. Op die dag bieden
twee tuinen in Montfoort en
Lopikerkapel tussen 10.00 en
17.00 uur gratis toegang tot de
natuurpracht.
De tuin van de familie Kooij-
man, IJsselveld 24 in Montfoort,
is een tuin waar men naast bor
ders op kleur ook verschillende
soorten rozen en bamboe
vindt. Ook een groente-, fruit
en kweektuin is te bezichtigen.
De tuin van de familie Tomlow,
Kapelsepad 2 in Lopikerkapel,
is een sfeervolle tuin. Deels
met tuinkamers, borders en
een siermoestuin, deels met
uitzicht over het omringende
landschap. Ook zijn er veel ro
zen, een grote vijver, een hoog-
stamboomgaard en verrassen
de hoekjes rondom een ver
bouwde boerderij.
Beide tuinen zijn overigens ook
op afspraak te bezoeken; be
langstellenden betalen dan vijf
piek per persoon.
Op de donderdagen 12, 19 en
26 augustus kan men ook te
recht in de tuin van de familie
De Bruin, Achtersloot 99 in IJs-
selstein.
Deze tuin is geopend tussen
10.30 en 17.00 uur en bevat
onder meer vele rozensoorten
en een boomgaard. De toe
gangsprijs bedraagt hier een
knaak, inclusief koffie en thee.
Tot slot kan men tijdens de
Open Monumentendag, zater
dag I I september, de tuin van
de familie Middendorp, Acht-
hoven-Oost 58 in Montfoort,
bezoeken. Deze landelijke tuin
van één hectare omvang en
met veel vorm en sfeer, is sa
mengesteld op kleur en gevoel.
Bomen spelen daarin de hoofd
rol.
volg van vulkanische uitbars
tingen. Pas in 1814 werd het
ALPHEN - De hittegolf
van de afgelopen tijd heeft
een geboortegolf veroor
zaakt bij de tropische lepe
laars in vogelpark Avifauna
aan de Hoorn te Alphen.
De lepelaarkolonies ver
maakten zich kennelijk pri
ma dankzij het warme zo
merweer en waren daar
om actiever dan ooit. Een
‘explosie’ van eieren was
het gevolg.
’7
lil T i'.McAici
’Een plaatje zegt meer dan dui
zend woorden’, is een veel ge
hoorde uitspraak. Dat deze fi
losofie op waarheid berust, be
wijst de hier afgedrukte foto.
Van links naar rechts prijken
daarop de grijnzende gezichten
van Lennart van der Weiden,
Arjo van der Steen en Alexan
der Schilder. Op het moment
dat Coen den Braber het plaat
je schoot, bevond het Bode-
graafse trio zich op camping De
Flaasbloem in Chaam (Noord-
Brabant). Waar deze jongens
het in elk geval duidelijk over
eens zijn, is de samenstelling
van enkele ’onmisbare’ ingre
diënten voor een geslaagde zo
mervakantie. Zon, muziek en
bier scoren hoog op de waar-
deringslijst van de heren, ter
wijl afgeknipte spijkerbroeken,
zonnebrillen en een sigaartje
aardig mee schijnen te komen
als aanverwante artikelen.
’Sfeer’ is naar eigen zeggen de
kern van het geheime wonder-
recept. Volgens het drietal la
ten de gezichten duidelijk zien
waar het bij de term vakantie
gevoel allemaal om draait. Ach,
wie dergelijke kratten schui
mend vocht met een beetje
tempo naar binnen werkt, weet
verdraaid snel hoe draaierig dat
gevoel kan zijn.
je zou haast vergeten dat Ne
derland ook een vakantieland is.
Op vakantie in eigen land kan
verschrikkelijk leuk zijn. Als het
tenminste niet drie weken pij
penstelen regent en je met de
femmelie opgevouwen in een
Kip-caravan zit Maar bij mooi
weer scoort Nederland hoog op
de vakantielijst. Een camping
langs de kust of een huisje op
een van onze prachtige eilanden
doet het altijd goed.
En dan zijn er natuurlijk ook nog
de toeristen die ons kikkerlandje
met een bezoek vereren om on
ze tulpen, molens, kazen en
klompen te bewonderen. De
eerste keer dat ik in eigen land
in aanraking kwam met een toe
rist, woonde ik nog in Bodegra
ven. Het was een Duitser die
naar de weg vroeg en omdat
Nederland net Europees Kam
pioen was gewonden nota bene
in het hol van de leeuw, zat de
anti-Duits stemming er op dat
moment nog flink in. Voetbal
had de oorlog weer aangewak-
kerd, Holland had de vijand met
zwei zu eins verslagen en dat
zouden ze weten ook. En dus
stuurde ik de oosterbuur in vloei
end Duits niet naar het Zentrum
maar richting het plaatselijke
Ruhrgebied, het industrieterrein
van Bodegraven. Auf wiederse-
hen, auf wiedersehen!
Tegenwoordig struikel ik over de
toeristen als ik de deur uit stap
in Amsterdam. En ze doen maar
wat vaak een beroep op me.
Vooral de Italianen zijn grappig
met hun steenkolenengels.
Ekskjuuze me miester, eie loek
for die anfrenkous, joe now?
Nee, ik niet know.
Die An Frankous, probeert de
pasta-eter nog een keer. Ah, nou
ik wel begrijp. Hij bedoelt het
Anne Frank Huis en ik wijs hem
de weg. Valt me trouwens op
dat maar weinig Duitsers de
route naar het Achterhuis vra
gen, maar dat kan ook toeval
zijn. Het historische museum is
niet de meest gevraagde plek in
Amsterdam. Dat zijn de coffees
hops waar de buitenlandse be
zoekers grass willen smoken.
Voor de groentjes onder ons, dat
zijn kroegen waar ongeneerd
een joint kan worden opgesto
ken. Zo'n tent die elke gemeen
te tegenwoordig ook in z’n dorp
wil hebben om maar een beetje
stadse uitstraling te krijgen en
de jeugd tevreden te stellen.
Voor toeristen een walhalla,
want in eigen land is blowen ten
strengste verboden. Nu zit er in
Amsterdam op elke hoek van de
straat wel een coffeeshop dus
zelfs als niet blower weet ik ze
de weg te wijzen. Verder gids ik
regelmatig een rugzakker naar
het stedelijk en. het Van Gogh-
museum, de Dam, het Leidse
square en het Vondelpark. En in
de avonduren tikt regelmatig ie
mand op m’n schouder om de
road naar het Red Light District
te vragen. Laatst nog, eerlijk
waar, heb ik een blinde man
naar het paradijs achter de Zee
dijk geleid. Ik was toevallig (jaja)
in de buurt, en de man klampte
me aan na me eerst bijna omver
te hebben gekegeld met zijn wit
te stok. Of ik een leuke vrouw
voor hem uit wilde zoeken. Nou
ken ik er niet zoveel dames in
de buurt, dus samen sjokten we
door de drukbezochtste stegen
van Amsterdam. Ondertussen
moest ik hem op de hoogte hou
den van wat ik zag. De Thaise
had hij geen trek in, de Suri
naamse met volle bosten al
evenmin. Hij wilde een Holland
se meid zei hij en dus leverde ik
hem uiteindelijk af voor de deur
van een ogenschijnlijk jonge
maar niet al te mooie in het
zwartkant geklede dame. Ach
hij zag het toch niet en deed
glimlachend de deur dicht
Maar het kan nog gekker. Van
de week wilde een Amerikaan
weten hoe hij bij de Eiffeltower
kon komen. Ik dacht dat hij de
Euromast bedoelde en maakte
duidelijk dat hij dan in de trein
naar Rotterdam moest stappen.
Maar nee, de Yank was wis en
waarachtig op zoek naar de Eif-
feltoren. En dus legde ik hem uit
dat hij in dat geval een vliegveld
te vroeg was uitgestapt en in Pa
rijs moest zijn. Een bulderende
lach volgde. You’re a funny guy!
It’s ok, I ask someone else. Ik
lachte vriendelijk terug en wens
te hem good luck...
Pim Cluistra
een pikhaak open. De tocht
wordt voortgezet, en we va
ren langs diverse grote huizen.
Een kast van Dynastieformaat
doemt aan de linkerkant van
ons op. „Leuk optrekje toch?”
lacht stuurman Trouwborst
door de microfoon. „En dat
’huisje’ ernaast heeft deze
man maar voor zijn dochter
gekocht.” Voor de deur staan
een aantal erg dure auto’s.
Genoeg gezien van geld en
klatergoud. Tijd voor iets eer
lijks: rietkragen, eendjes en
zingende vogels, kortom, de
natuur. Voordat we de
Reeuwijkse plassen kunnen
opvaren, moeten we een
bruggetje passeren dat nog
met de hand wordt bediend.
Helaas is er geen brugwach
ter, dus Truus is de klos. Met
het wiel draait ze de klep om
hoog. „Soms staat er wel eens
schooljeugd, die een centje bij
willen verdienen, maar nu
heeft ze dus pech”, zegt
Trouwborst, terwijl hij de
boot langs de wal stuurt om
haar weer op te pikken.
We varen de plas Elfhoeven
op. In totaal bestaat het ge
bied uit twaalf plassen, die al
len ontstaan zijn door de turf- gulden, kinderen betalen 12,50.
afgraving. De vervening van
het gebied begon na het jaar
1672, waarbij een grote over
stroming het gebied onder
water zette. De Hollandse
economie kwam tot bloei, en
er kwam behoefte aan een
goedkope brandstof. „Dat er
nu niet meer gegraven wordt,
is omdat wij allemaal zo’n
mooie CV hebben staan”, ver
telt Trouwborst als hij over
het meer vaart. Hier en daar
is er nog wat nostalgie te zien,
want regelmatig komen oude
veenplakken los, en komen ze
bovendrijven.
„Ongelooflijk, ik wist niet dat
het hier zo groot is”, zegt col-
lega-passagier meneer De Vil
der terwijl hij over het water
tuurt. „Ik fiets wel eens in dit
gebied, maar dan kun je na
tuurlijk niet overal komen. En
het geweldige van dit tochtje
is dat je geen last van auto’s
hebt en lekker mag genieten
van het water.”
Aan de linkerkant van de
boot passeert een koppel
Nijlganzen de boot. Vroe
ger een zeldzame vogel, nu
weer flink vertegenwoor
digd op de plassen. De na
tuurorganisaties hopen dat
dit ook zal gebeuren met
Wie ook een keer door Gouda en over de Reeuwijkse plassen wil varen, kan contact opnemen met rederij ’t Groe
ne Hart, telefoon 0182-519297 of VVV-Gouda (0182-5 13666). De prijs van een rondvaart van drie uur bedraagt 15
(Foto: Martine Koetsier)
Door Martine Koetsier
GOUDA/REEUWIJK - Bij een
tochtje met een rondvaart
boot kreeg ik altijd visioenen
van rijen monumentale grach
tenpanden waar geen einde
aan komt, Japanners die jou
opzij duwen om fotograferend
uit het raampje te gaan han
gen, een kapitein die je ver
veelt met flauwe grappen en
een hostess die in het Neder
lands, Engels, Duits en Frans
non-stop ratelt. Enigszins
weifelend stap ik dan ook in
de rondvaartboot van Rederij
’t Groene Hart, voor een
tochtje van drie uur.
Drie uur? En dat noemen ze
een tochtje? Snel controleer
ik of er Japanners aan boord
zijn. Maar ik kan gerust zijn,
van de ongeveer 25 passagiers
is het merendeel uit de omge
ving afkomstig. „Mijn schoon
moeder komt oorspronkelijk
uit Gouda. Ze wordt nu wat
ouder, en wilde nog graag
eens door dit gebied varen”,
vertelt een meneer die met
een zonnebril en een basebal-
cap op het achterdek staat.
Zijn schoonmoeder zit lekker
met haar dochter te keuvelen
op een bankje in de zon.
De trossen worden losge
gooid. Er is geen weg terug
meer. Omdat de zitplaatsen
buiten allemaal bezet zijn, ga
ik op het dak van de kajuit zit
ten. Truus, die de koffie aan
boord verzorgt, komt mij di
rect waarschuwen. Als we str
aks in het plassengebied ko
men, mag ik daar rustig gaan
zitten. Maar nu loop ik de
kans een pittoresk bruggetje
in mijn nek te krijgen.
Al snel zie ik wat ze bedoelt.
De bruggetjes in Gouda zijn
erg laag. Lachend bukken de
mensen op het achterdek ter
wijl de waarschuwende tonen
van Truus klinken. In principe
kun je gewoon blijven zitten,
zolang je maar niet met je
hoofd boven de kajuit uit
steekt. Na een aantal van deze
enerverende bruggetjes ko
men we in een antiek sluisje
terecht. Het waterverval is
niet kinderachtig. In een aantal
minuten zakt het water zo’n
anderhalve meter. De hoge
sluiswanden torenen aan bei
de kanten boven ons op,
waardoor de twee sluiswach
ters die met de hand de sluis
bedienen, ook steeds hoger
boven ons komen te staan. Ze
duwen de sluisdeuren met